© Luc Daelemans

Voerenaar Lieven Stassen is IT-topman bij technologiereus Atos: “Binnen tien jaar zullen kwantumcomputers de wereld die we nu kennen volledig veranderen”

Lieven Stassenis Head of Big Data & Security bij Atos. Het IT-bedrijf is een wereldspeler op het vlak van digitale transformatie en consultancy, met om en bij de 120.000 werknemers in 73 landen en heeft een omzet van zo’n 13 miljard euro. Stassen is gespecialiseerd in de transformatie van grote bedrijven naar organisaties aan de cutting edge van het IT-spectrum.

Geert Op ’t Eynde

Lieven Stassen (37) was acht jaar toen hij zijn eerste pc kreeg. In een bouwpakket, welteverstaan, want de jonge Voerenaar moest het ding eerst nog helemaal zelf in elkaar knutselen voor hij ermee aan de slag kon. Het stond dan ook in de sterren geschreven dat Lieven het ooit zou maken in de IT-sector. Vandaag is die jongen van destijds Head of Big Data & Security bij technologiereus Atos, en hij ziet de toekomst rooskleurig tegemoet. Zo zal het volgens Lieven niet lang meer duren eer we wakker worden in een heel nieuwe wereld. “Binnen tien jaar zullen kwantumcomputers de wereld die we nu kennen volledig veranderen”, zegt hij. “Ook autonome wagens en een luchtruim vol drones zullen binnenkort geen sciencefiction meer zijn.”

Lieven Stassen is het schoolvoorbeeld van een selfmade-man. Zo’n vijftien jaar geleden, aan het begin van zijn loopbaan en nadat hij een jaar zware arbeid had geleverd bij een Duitse standenbouwer, deed hij zichzelf een belofte: als hij 35 zou worden, zou hij een managementfunctie bekleden bij een groot bedrijf. Een zeer ambitieus plan, maar Lieven maakte het waar: vandaag is de Voerenaar Head of Big Data & Security bij Atos, een IT-wereldspeler, waar Stassen zich specialiseert in de transformatie van grote en logge bedrijven naar organisaties aan de cutting edge van het IT-spectrum.

Desondanks blijft de jonge IT-bons bescheiden; hij voelt zich “zeer vereerd” dat hij in deze reeks aan bod komt. “Als je ziet welke mensen van hoog kaliber al de revue gepasseerd zijn, leiders van internationale bedrijven enzovoort: dan ben ik als jonge starter zeer nederig.” (lacht)

Nu ja,‘starter’: u hebt als IT-man al een heel parcours afgelegd voor u bij Atos terechtkwam. Wat doet het bedrijf precies?

“Atos is een IT-dienstenleverancier: onze eerste missie is het aanbieden van IT-services aan bedrijven, voor verschillende projecten. Oorspronkelijk betekende dat het leveren van applicaties enerzijds, en het hosten van platformen anderzijds. Maar sinds halverwege 2015, door de overname van de groep BULL - waar ik vandaan kom -, is er ook een hele research- en developmentcultuur mee aangeworven. Die had Atos daarvoor niet; het bedrijf was een dienstenleverancier die de standaardcomponenten gebruikte die op de markt voorhanden waren om ze om te vormen tot een dienst die de klanten vroegen. BULL daarentegen was in de eerste plaats een ingenieursbedrijf dat zich bezighield met productontwikkeling, en die kennis is dus mee overgenomen.”

U bent Head of Big Data & Security voor België en Luxemburg. Dus u staat aan de top?

“Ja, ik zit in het directiecomité.”

Wat houdt uw functie in?

“Ik draag de volledige verantwoordelijkheid voor de divisie Big Data & Security. Zowel op het niveau van de rendabiliteit als - heel belangrijk in onze sector - op het vlak van de ontwikkeling van nieuwe businessmodellen. Want zowel wat betreft big data als security explodeert de markt momenteel.”

© Luc Daelemans

Cyberveiligheid is in deze technologische tijden inderdaad al lang geen overbodige luxe meer.

“Dat is zo. Dat komt vooral door de vervlechting van informatica in productiesystemen.”

Wat bedoelt u daarmee?

“Essentiële diensten van vandaag berusten meer en meer op informatica: gastoevoer, elektriciteit en noem maar op. Heel de aansturing daarvan gebeurt door informaticasystemen. Dan is cybersecurity van groot belang om de kwetsbare punten te beschermen om de werking van die diensten te verzekeren aan de consument.”

Is het vaak niet vechten tegen de bierkaai om alle gevaren die in de online wereld constant om de hoek loeren het hoofd te bieden?

(knikt) “Dat is het zeker. Maar daarom proberen we bij Atos ook om mogelijke kwetsbaarheden in de toekomst te voorspellen, proactief. We noemen dat prescriptive security: we proberen letterlijk voor te schrijven - vóór het feit zich voordoet - wat je moet doen om een bepaald euvel te voorkomen.”

Laat ons even terugkeren naar uw jeugd: uit wat voor een gezin komt u?

“Toen ik jong was, waren mijn ouders zelfstandigen. Eerst hadden ze een AVEVE, daarna zijn ze met een traiteurzaak begonnen. Maar toen ik twaalf was, heeft mijn vader een zwaar ongeluk gehad, waardoor het niet altijd even makkelijk was om rond te komen. We hadden het thuis niet breed... Daarom is mijn moeder in loondienst beginnen te werken om het gezin te ondersteunen. Vandaag is ze HR-verantwoordelijke bij een Hasselts bouwbedrijf. Maar toen m’n ouders nog zelfstandigen waren, zag ik ze dag en nacht werken, ploeteren… Daardoor keek ik al van jongs af aan heel gedreven naar de toekomst. Ik wilde het later zéker beter hebben dan mijn ouders. Dat is toch wel een heel grote motivatie geweest, zowel voor mezelf als voor mijn broer en zus.”

Ik heb eerst een jaar bij een Duitse standenbouwer gewerkt. Zware fysieke arbeid, van twaalf tot zestien uur per dag, rushen tegen de deadlines. Het is zelfs vaak voorgekomen dat ik op de werkvloer sliep.

Na uw studies Corporate Communications aan de PXL in Hasselt ging u nochtans niet meteen in de IT aan de slag.

“Klopt, ik heb eerst een jaar als arbeider bij een standenbouwer in Duitsland gewerkt. Dat kwam omdat mijn oorspronkelijke carrièrekeuze niet was wat ik ervan gehoopt had. Mijn eerste jobkeuze situeerde zich immers meer in de richting van reclame en copywriting, maar na twee stages merkte ik dat het toch niet mijn dada was. En omdat ik toch iéts moest doen, ben ik dan samen met mijn vriendin, die intussen mijn vrouw is, naar Duitsland getrokken waar ik aan het werk ging bij een standenbouwer voor beurzen en dergelijke. Dat was zware fysieke arbeid, van twaalf tot soms zestien uur per dag, rushen tegen de deadlines. Ik dacht dat ik wist wat hard werken was, maar daar heb ik het pas echt geleerd. Het is zelfs vaak voorgekomen dat ik op de werkvloer sliep. Dan waren we 24/7 aan het werk, en als je hier en daar een paar uurtjes kon slapen, mocht je blij zijn. Gewoon achter de coulissen, een dutje doen.”

Is daar de ambitie gegroeid om het verder te schoppen op de carrièreladder?

“Na mijn terugkeer uit Duitsland heb ik eerst nog een jaar aangemodderd in België, tot ik op een bepaald moment een tienjarig carrièreplan heb uitgestippeld. Ik zei tegen mezelf: ‘Als ik 35 ben, wil ik een directiefunctie hebben.’ In dat plan zat mijn hele IT-carrière van toen tot nu vervat. En kijk, het is gelukt om op het punt te geraken waar ik wilde zijn.”

U maakt zich sterk dat u het IT-landschap in België wil hertekenen om de industrie in ons land een concurrentieel voordeel te geven tegenover de ons omringende landen. Dat is een meer dan gezonde ambitie.

“Ja, dat is een forse ambitie, maar ik denk dat daar zeker in België plaats voor is. Wij zijn immers geen land dat erom bekend staat de evoluties op het vroegste moment te omhelzen.”

Leg uit.

“Als je kijkt naar het IT-landschap in België, zie je dat wij nog steeds in de klassieke wereld staan, terwijl onze noorderburen in Nederland al veel verder geëvolueerd zijn in IT-outsourcing en modernisering. Wij hebben een achterstand, wij doen nog geen investeringen in de nieuwste technieken. Wat maakt dat wij goed gepositioneerd zijn om een inhaalbeweging te doen. We zijn op dit moment in gesprek met de industrie en de overheid om onze middelen te bundelen op het vlak van data-analyse en supercomputing om gezamenlijke projecten op te starten. ”

U haalt ze aan, de supercomputers of zogenaamde ‘High Performance Computers’. Op welke manier zullen die onze KMO’s en bedrijven beter kunnen maken?

“Wel, het aantal simulaties dat je kan doen om tot een beter product te komen, kan je tegenwoordig verhonderdvoudigen als je over een voldoende sterke supercomputer beschikt.”

Geef eens een concreet voorbeeld.

“Neem nu de farma-industrie: vandaag moet ieder bedrijf er een dierenboerderij op na houden om zijn medicijnen te kunnen testen. Maar als ze morgen bij wijze van spreken een siliconenkonijn kunnen houden in een virtuele boerderij, dan kunnen ze duizendmaal een vaccin uittesten zonder ook maar één dier lastig te vallen. Ik zeg niet dat we echte dierproeven in de toekomst zullen kunnen vermijden, maar we kunnen die testen wel fors reduceren vooraleer effectief op een echt dier over te schakelen. Bovendien ben je dankzij supercomputing des te zekerder van je vaccin, én je kan veel sneller werken omdat je simpelweg véél meer testen kan doen in dezelfde tijdspanne. Ik denk dat dat een mooi voorbeeld is van hoe een supercomputer kan helpen.”

Daar is veel geld voor nodig. Waar moet dat vandaan komen?

“Als je met de industrie praat, hoor je dat er veel bereidheid is om te investeren. Maar dan wel liefst sámen. Want er zijn nu al veel bedrijven die investeren met hun eigen middelen, maar als ze die middelen zouden samenleggen, zouden ze véél meer computervermogen ter beschikking krijgen om hun doelen te realiseren.”

Hoe kan het dat België dan tóch achterblijft, zoals u daarnet aanhaalde?

“Omdat wij een verdeeld, versplinterd landschap hebben van provincies, regio’s, Vlaams, federaal,… Dat helpt niet. Iedereen wíl wel vooruit, maar er zijn altijd politieke beperkingen. Elke provincie wil het liefst eerst voor zichzelf zorgen.”

Dat is natuurlijk een structureel probleem; hoe valt dat te doorbreken?

“Ik denk dat we het eerder op neutrale grond moeten gaan zoeken. In één van onze buurlanden, bijvoorbeeld.”

U zei het al: computers worden steeds krachtiger en ‘slimmer’. We zijn zelfs zo ver dat ze zichzelf processen kunnen aanleren. Wellicht een positieve evolutie volgens u?

“Absoluut.”

© Luc Daelemans

Laat me dan even de doemdenker spelen: artificiële intelligentie is een niet te stoppen kwaad en het is slechts een kwestie van tijd eer ze het overneemt van de mens.

(wegwuifgebaar) “Die doemscenario’s komen voorlopig alleen maar voor in films. Neem nu bijvoorbeeld ‘Terminator 2: Judgment Day’, trouwens mijn favoriete film aller tijden, waar machines de wereld dreigen over te nemen. Pure fictie. De scenario’s waarbij experimenten met artificiële intelligentie uit de hand lopen, gebeuren vandaag nog steeds in labo-omgevingen; niet in de echte wereld. In de realiteit moet je AI beperken in zijn slagkracht. Als wij als mensen het ‘vuur’ aan de computers zouden geven, tja, dan gebeuren er natuurlijk ongelukken hé. Maar wie kan zo ver in de toekomst kijken om te zien of dat ooit zal gebeuren? Het is aan ons om ervoor te zorgen dat we zulke doemscenario’s vermijden. En eerlijk gezegd: ik geloof persoonlijk niet dat het ooit zo ver zal komen.”

We zitten middenin de technologische revolutie. Welke ontwikkelingen zullen volgens u de komende tien jaar nog opgang maken?

“We staan nog maar aan het begin van de artificiële intelligentie, dus er staat ons nog heel wat te wachten. Volgens mij zullen we binnen nu en tien jaar kwantumcomputers ter beschikking hebben die vele malen sneller zijn dan een conventionele computer. Die zullen de wereld die we nu kennen compleet veranderen. Ze zullen de grote doorbraak betekenen voor de artificiële intelligentie, want vandaag blijft het allemaal beperkt tot een binair systeem. En dat verschilt te fel van het menselijke brein om echt intelligentie te kunnen genereren.”

Er is ook heel wat te doen rond drone-technologie en zelfrijdende wagens. Hoe lang zal het nog duren eer een luchtruim vol koerierdrones en wegen vol onbemande taxi’s normaal zullen zijn?

“Ik denk dat je de implementering van drones binnen dezelfde tijdspanne van tien jaar kan plaatsen. Als de wetgever heeft bepaald hoe we dat veilig kunnen doen, zijn we vertrokken, denk ik. En wat de zelfrijdende wagens betreft: die zijn al geleidelijk aan hun introductie aan het doen. Heel veel wagens hébben al een pak hulpsystemen die autonoom zijn. Technologieën die aan collisiedetectie doen en automatisch afremmen, sensoren die de wagen op z’n baanvak houden, en noem maar op. Er zijn al wagens in gebruik die automatisch volgen in de file, waarbij je niets meer zelf hoeft te doen. Dus ik denk niet dat we nog heel ver verwijderd zijn van autonome wagens.”

Nog even terug naar Atos. Het bedrijf is een wereldspeler, met zo’n 100.000 werknemers in 73 landen. Er zijn dus nog hogere functies dan uw huidige. Ziet u zichzelf nog verder opklimmen?

“Ik zie mezelf verder evolueren, maar ik denk dat we het eerst hier in België en Luxemburg moeten bewijzen. Daar ligt onze missie nu. En pas daarna kijk ik verder.”

Als u de kans zou krijgen, zou u dan voor uw werk naar het buitenland verhuizen?

“Als ik m’n gezin kan meenemen, dan wel.”

Want u hebt twee jonge kinderen.

“Ja, een dochter van 7 en een zoontje van 3,5.”

Ziet u uw dochter misschien ooit in de voetsporen van haar vader treden?

“Dat is moeilijk te zeggen. Ze heeft meerdere interesses. Mijn vrouw is bijvoorbeeld meer creatief, en daar is m’n dochter ook wel mee bezig.”

Ik stel de vraag omdat vrouwen in de IT-sector niet dik gezaaid zijn.

“Nee, dat klopt.”

Hoe komt dat toch?

“Dat heeft natuurlijk een historische context. Vroeger werd je als kind meer in een bepaalde richting geleid: wetenschappen, bijvoorbeeld, dat was iets voor jongens, niet voor meisjes. Maar het begint om te schakelen. Er is een steeds grotere instroom van vrouwen in de IT, en anderzijds zie je ook meer mannen hun weg zoeken in de zachtere beroepen.”

Iets anders: hoe kan een Head of Big Data & Security zich ontspannen na een drukke werkdag?

“Bordspellen zijn mijn favoriete tijdverdrijf. Ik heb thuis dan ook een hele collectie. Ik ga daarvoor weleens naar beurzen; binnenkort is er een grote in het Duitse Essen, daar vind je altijd het nieuwste van het nieuwste. Alhoewel, tegenwoordig kan ik er maar weinig tijd aan spenderen, want we zijn aan het verbouwen en dat is een hele klus. Daarnaast doe ik ook aan retro-gaming; dat is echt uit nostalgie. En verder ben ik een groot muziekfanaat en jogger.”

U groeide op in Voeren, maar woont met uw gezin in Kessel-Lo.

“Ja, sinds 2002. Ik woon intussen al bijna langer in Leuven dan ik in Voeren heb gewoond.”

Hebt u dan nog wel een band met Limburg?

“Zeker wel. Als mensen mij vragen waar ik vandaan kom, zeg ik altijd dat ik in Voeren opgroeide en in Kessel-Lo woon. Ik kom ook nog regelmatig in Limburg, ik heb daar een grote vriendenkring, zowel in Voeren als in Hasselt, uit mijn studententijd.”

Tot slot: u bent nu 37. Wat mag ik u voor de komende jaren toewensen op carrièrevlak?

“Wel, in de eerste plaats een aantal successen voor het land, hopelijk via Atos natuurlijk. (lacht) Nee, serieus, ik hoop dat we een vuist kunnen maken naar de wereld en kunnen tonen wat we hier in dit landje allemaal in petto hebben. Ik denk dat we ons in de toekomst zeker enkele ambitieuze doelen kunnen stellen.”

En op persoonlijk vlak?

“Een vlotte verbouwing!” (lacht luid)

Wie is Lieven Stassen?

  • Werd geboren op 11 december 1980 in Tongeren
  • Groeide op in Voeren
  • Studeerde Corporate Communications aan de PXL Hasselt, waar hij in 2001 afstudeerde
  • Werkte van 2004-2005 bij DME Company; van 2005-2008 bij Fujitsu Siemens Computers en van 2009-2015 bij BULL Belux
  • Begon in 2015 bij Atos en schopte het inmiddels tot Head of Big Data Security voor België en Luxemburg
  • Woont in Kessel-Lo
  • Is getrouwd en heeft een dochter van 7 en een zoon van 3,5
Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Lees meer