Direct naar artikelinhoud
Alpinisme

Dodelijke drukte op Mount Everest: ‘Het basiskamp heet tegenwoordig Everestpolis’

Op Mount Everest is het dezer dagen waanzinnig druk.Beeld AFP

Bij files denk je eerder aan de Brusselse ring dan aan Mount Everest, maar alpinisten op ‘Sagarmatha’ worden steeds vaker geconfronteerd met stilstaan en wachten. Op een hoogte waar elke hap zuurstof een verschil maakt, heeft dat helaas dodelijke gevolgen.

“Ik heb een periode geweten dat Nepal per seizoen één expeditie voor elke flank toeliet. De expeditieleider stelde zijn ploeg samen als een voetbalcoach: enkel de beste alpinisten mochten in het elftal.” Marc Sebille, ondervoorzitter van de Belgische Klim- en Bergsportfederatie, weet dat er vanaf de jaren 90 veel veranderd is op Mount Everest: grote commerciële touroperators hebben van de berg een toeristische cashkoe gemaakt. “Wie vandaag genoeg geld op tafel legt, kan op expeditie vertrekken.”

In totaal vielen deze week zeven dodelijke slachtoffers op Mount Everest, maar vooral de laatste drie namen op het lijstje hebben een wrange nasmaak. Volgens waarnemers is een deel toe te schrijven aan de grote drukte. In de buurt van de top - in de zogenaamde ‘death zone’ boven 7.000 meter - ontstaat de laatste jaren steeds vaker filevorming. Op een plek waar de zuurstof dus het schaarst is.

Over één van de slachtoffers klinkt het bij een expeditieleider: “Hij zat meer dan twaalf uur vast in een opstopping en raakte uitgeput. Sherpa’s hebben hem nog naar kamp 4 gebracht, maar hij heeft daar zijn laatste adem uitgeblazen.”

Recordaantal toelatingen

Mei is traditioneel het hoogseizoen voor klimmers die de 8.848 meter van Mount Everest willen overwinnen. Een luchtfoto van het basiskamp spreekt boekdelen: de oppervlakte die de tentjes bestrijken is bijna even groot als de gletsjer ernaast. “Niet voor niets is de bijnaam tegenwoordig ‘Everestpolis’”, zegt Sebille daarover.

Dit voorjaar werden in Nepal een recordaantal toelatingen uitgereikt, maar door slechte weersomstandigheden was er net een bijzonder klein tijdsvenster. Op één dag waagden daardoor ruim 200 mensen een poging. Ter vergelijking: vorig jaar, toen in totaal een recordaantal van 802 mensen de top haalden, was het maximum voor één dag ‘slechts’ 154 klimmers.

“Aan de befaamde Hillary Steps moesten sommigen drie uur wachten. Dan ben je inderdaad kostbare zuurstof aan het verspillen”, zegt ervaren alpinist Koen Wittevrongel (55), die vorig jaar de Everest langs de minder drukke Tibetaanse flank beklom. De laatste van zijn ‘7 summits’ overigens, een alpinistische uitdaging waarbij op elk continent de hoogste berg wordt overwonnen.

De Hillary Step. De verticale wand in de klim staat bekend om de opstoppingen.Beeld AP

“Dat was een droom, nadat ik al sinds mijn 18de ervaring heb opgebouwd van de Ardennen tot de Noordpool”, zegt Wittevrongel. Daarmee geeft hij ook aan waar het naast de drukte echt misloopt: de beklimming van Mount Everest is een hype geworden bij een gegoed publiek met bitter weinig ervaring. “Alsof zoiets een walk in the park is. Ik zie op die bergen mensen die nog nooit crampons aan hun voeten hebben gehad.”

“De technische omkadering mag dan wel verbeterd zijn met bijvoorbeeld compactere zuurstofmaskers en satelliettelefoons, de berg beschikt nog altijd over een eigen wil”, merkt ook Sebille heel wat onderschatting. “Conditie, gezondheid en ervaring blijven cruciaal.” Dat expeditieleden 25.000 tot 75.000 euro neertellen, helpt natuurlijk ook niet: elke organisatie probeert de klant een garantie op de top te bieden. “Daarna moet je ook wel nog beneden geraken”, zegt Wittevrongel.

Voetstuk

Wie huiswaarts keert met de scalp van Sagarmatha, de Nepalese benaming, wordt lang niet meer op een voetstuk geplaatst door de gemeenschap, ziet Sebille. “Het verwijt klinkt weleens dat ze zich hebben ingekocht.” 

Nochtans blijft het lijstje Belgische beklimmers met achttien namen vrij beperkt. “Maar er wordt uitgeweken naar andere toppen boven de 7.000 meter, die technisch soms een pak moeilijker zijn”, zegt Sebille, die merkt dat de drukte op Mount Everest die keuze mee bepaalt. “Voor veel liefhebbers blijft alpinisme toch een beetje een solitaire activiteit.”