Direct naar artikelinhoud
Podiumrecensie

Macbeth bij Opera Vlaanderen: op de grens van het angstaanjagende en het lachwekkende ★★★☆☆

Macbeth van Opera Vlaanderen. ‘Macbeth’, de afscheidsproductie van Aviel Cahn, slaat geregeld de bal mis.

Aviel Cahns afscheidsproductie bij Opera Vlaanderen kon nauwelijks pessimistischer zijn. Na La forza del destino en Otello ensceneert Michael Thalheimer met Macbeth opnieuw een donkere Verdi-opera. Maar deze keer gaat hij over de schreef.

Het toneel lijkt wel een gigantische skateramp. Of is het een leeuwenkuil, waaruit de dood de enige ontsnappingsweg is? Of een draaikolk die je onverbiddelijk naar beneden zuigt? In elk geval symboliseert het de uitwegloosheid die ontstaat zodra je de lokroep van de macht hebt beantwoord door je tegenstanders te elimineren. In die zin kan het scènebeeld (van Henrik Ahr) zelfs als het hoofd van de koning worden gezien. Zijn gedachten worden in eerste instantie aangestuurd door de heksen, die als een band rond de ‘kuip’ of de ‘schedel’ hebben plaatsgenomen en hem van alle kanten toefluisteren. In tweede instantie komt daar Lady Macbeth bij, die de seksuele component van die psychopathologie van de macht belichaamt. 

Dat alles is een valabel dramaturgisch uitgangspunt. Maar was het werkelijk nodig de naar de grand-guignol neigende beeldspraak van het libretto met al zijn bloederige details letterlijk naar de bühne te verplaatsen? Moet Lady Macbeth, het heksenkoor imiterend, dreigend met haar armen zwaaien? Moeten de waanbeelden van Macbeth als zombies paraderen? De grens tussen het angstaanjagende en het lachwekkende, zo weten we uit decennia van horrorfilms, is heel dun. 

Necrofiele mumbo jumbo

Als het regisseur Michael Thalheimer er echt om te doen was de innerlijke terreur van de machthebber te tonen, dan waren stil cynisme, sluipende manipulatie en chirurgische precisie veel indrukwekkender attitudes geweest dan exuberante bloeddorst en necrofiele mumbo jumbo. Te meer daar Verdi’s muziek op zichzelf al het grote gebaar hanteert. Een ‘muzikale’ personenregie, die de melodische lijnen en motieven van Verdi’s partituur imiteert, kan soms mooie resultaten brengen en doet dat ook hier nu en dan, vooral op stillere, dreigende momenten. Maar een contrapuntische benadering, die scenische stemmen toevoegt aan die van de partituur of het muzikale materiaal als het ware ontbolstert, is doorgaans interessanter.

Dat geldt nog meer als je met een dirigent te doen hebt als Paolo Carignani, die vooral op evenwicht, structuur en kracht zet en daarmee bij koor en orkest uitstekende resultaten boekt. De zangers laten een gemengde indruk na. Het is dramaturgisch juist om Macbeth net iets zwakker te bezetten dan Lady Macbeth. Maar dat hoeft nog niet te betekenen dat de Lady al haar hoge noten moet uitschreeuwen, vaak net iets te laag. Marina Prudenskaja is veel beter wanneer zij in haar lage register de perfidie van haar personage gestalte kan geven. Dan is Craig Colclough (Macbeth) stilistisch evenwichtiger. De tenor Najmiddin Mavljanov (Macduff) brengt zijn aria in het vierde bedrijf met stentorgeluid maar ook erg conventioneel en stijf.

Nog voorstellingen in Antwerpen tot 6 juli, in Gent pas in het volgende seizoen, van 21 november tot 1 december. Tickets en info op operaballet.be