Direct naar artikelinhoud
ReconstructiePicasso

De Picasso waar de onderwereld vanaf moest: hoe kunstdetective Arthur Brand gestolen en vermist schilderij terugvond

Arthur Brand met Buste de Femme, dat hij terugvond.Beeld AFP

Gestolen van het jacht van een Saudische sjeik. Sindsdien twintig jaar spoorloos. En dan, op 14 maart, bezorgd bij het Amsterdamse appartement van Arthur Brand. Hoe de kunstdetective een gestolen Picasso boven water wist te krijgen. 

Verpakt in twee aan elkaar geplakte vuilniszakken werd het gestolen olieverfschilderij van Pablo Picasso aan Arthur Brand overhandigd, in zijn appartement in Amsterdam. Met trillende handen haalde hij het plastic van het schilderij af, en daar was het echt, Buste de Femme, in al zijn kubistische veelkleurigheid. Met linksonder geverfd het jaar dat de Spaanse kunstenaar het had gemaakt, 1938.

Hij zette het schilderij op donderdag 14 maart recht op de driezitsbank. Verder dan een foto van een print van een slechte foto was hij nog niet gekomen, gedurende zijn zoektocht. Nu kon hij overduidelijk zien dat de zwarte belijning hier en daar niet doorliep. Brand draaide het schilderij om en daar zag hij op de houten achterkant een sticker van ‘Pace Gallery’, een indicatie volgens Brand dat het schilderij wel echt moest zijn. Dit was namelijk de New Yorkse galerie die het werk direct van de erven Picasso had overgenomen, en vervalsers kenden meestal de achterkant niet.

Op een ‘private sale’ van deze galerie, begin jaren tachtig, kocht sjeik Abdul Mohsen Abdulmalik Al-Sheikh voor 4 miljoen euro Buste de Femme. Daarmee werd hij de eigenaar van een in 1938 gemaakt schilderij van Picasso’s minnares, Dora Maar, niet gesigneerd, omdat het nooit op de kunstmarkt was aangeboden. Dat werk werd gejat van het imposante jacht van de sjeik, de Coral Island, in maart 1999. Sindsdien ontbrak elk spoor. In de kunstwereld werd ervan uitgegaan dat het schilderij was vernietigd.

De brengers van het goede nieuws hadden woord gehouden aan Brand. Hun toezegging dat ze de Picasso bij hem thuis zouden afleveren. Wie ze zijn, daarover zal Brand nooit uit de school klappen, en bij welke ‘zakenman’ zij het werk vandaan hebben gehaald, zal hem nooit worden verteld. ‘Mensen met contacten in de onderwereld’ is voor hem een containerbegrip om zijn netwerk in deze zaak te duiden. In het omzichtig en gezwollen verhullen van namen is Brand een meester.

‘Als gestolen of vervalste kunst bij het Leger des Heils had gelegen, had ik wel met heilsoldaten aan tafel gezeten. Maar daar ligt het niet. Gestolen kunst hangt niet bij jou aan de muur en ligt ook niet bij ons onder het bed. Dus kom je uit in een wereld, waar het wel kan zijn. Ja, tricky… ‘
Arthur Brand, kunstdetective

“Als gestolen of vervalste kunst bij het Leger des Heils had gelegen, had ik wel met heilsoldaten aan tafel gezeten”, verklaart Brand. “Maar daar ligt het niet. Gestolen kunst hangt niet bij jou aan de muur en ligt ook niet bij ons onder het bed. Dus kom je uit in een wereld, waar het wel kan zijn. Ja, tricky… Ik zeg altijd tegen criminelen: ik lieg niet, dit is wat het is. Dus zolang je je afspraken nakomt met je contacten, kan er niks gebeuren.”

Het tweetal toostte met de kunstdetective op de goede afloop en verliet zijn bescheiden optrekje in Amsterdam-Oost, waarna Brand wist wat hem te doen stond. Het schilderij van de Surinaamse beeldend kunstenaar John Lie A Fo haalde hij van de muur af en de Picasso hing hij aan de spijker. De volgende dag zou het worden opgehaald door een vertegenwoordiger van de verzekeringsmaatschappij, met in zijn kielzog twee mannen van een in kunst gespecialiseerd verhuisbedrijf. Daarna zou het worden gecontroleerd op zijn echtheid, door een Amerikaanse insider.

Buste de Femme (1938)Picasso Dit werk werd in 1999 gestolen van het jacht van een puissant rijke Saoedi-Arabische sjeikBeeld Picasso

Zover was het nog niet. Hij stak een sigaret op en zette een raam open, om in stilte naar het schilderij te kijken, dat er een hele nacht zou hangen, onbewaakt.

Spectaculaire zaken

Arthur Brand (49) geldt als ’s lands bekendste kunstdetective en speelde de hoofdrol in een documentaireserie van Omroep Max, De kunstdetective. Hij loste spectaculaire zaken op als de diefstal uit het Scheringa Museum, het Westfries Museum en de gestolen buste van Zadkine, en hij wist de bronzen paarden die Adolf Hitler voor de Rijkskanselarij had geplaatst te achterhalen. Hierover schreef hij het onlangs verschenen boek De paarden van Hitler.

In publicaties laat hij optekenen dat de totale waarde van ‘de mede door hem opgeloste zaken’ wordt geschat op 150 miljoen euro. Met zulke zaken zegt hij weinig te verdienen. 70 procent van zijn inkomen vergaart hij met het adviseren over de aanschaf van kunst. Want de handel in kunst is nog erger dan die in tweedehandsauto’s, aldus de kunstdetective.

Als het om kunstcriminaliteit gaat, beschikt de Nederlandse politie over een landelijk team dat een uitgebreide databank bijhoudt. Kunstcriminaliteit gaat niet alleen over diefstal uit musea of privéverzamelingen. Het gaat ook over fraude, namaak, oplichting, smokkel, vandalisme en plundering. Ook hangt kunst samen met witwassen, corruptie en georganiseerde criminaliteit. In sommige gevallen wordt kunst gebruikt om verzekeringsmaatschappijen af te persen, zogeheten ‘artnapping’, als ruilmiddel voor criminelen om minder straf te krijgen of als onderpand in drugsdeals.

Kunstcriminaliteit gaat niet alleen over diefstal uit musea of privéverzamelingen. Het gaat ook over fraude, namaak, oplichting, smokkel, vandalisme en plundering. Ook hangt kunst samen met witwassen, corruptie en georganiseerde criminaliteit

In dat speelveld opereert Arthur Brand al meer dan twintig jaar. Deze gestolen Picasso is een van de twintig zaken waaraan hij doorgaans werkt. Daarmee bedoelt hij dat hij permanent rondvraagt ‘in het circuit’ of er bepaalde gestolen schilderijen in omloop zijn. Hij zegt niet alle kunstcriminelen te kennen, maar ze kennen hem allemaal wel – zeker na de televisiereeks. Elke voortgang in een zaak schrijft hij op een briefje en die briefjes bewaart hij in een speciale map.

Het eerste briefje in deze zaak stamt uit 2015 over ‘een Picasso en een schip’. Als het gaat om ‘een Picasso’, begint doorgaans zijn bloed niet sneller te stromen: er is te veel en te veel is vals. Om te beginnen liet de kunstenaar na zijn dood alleen al bijna tweeduizend schilderijen en zevenduizend tekeningen na. Ook portretten van Dora Maar zijn er in vele variaties.

Daar komt nog eens bij dat hij de meeste gejatte en vervalste kunstenaar is. Elke week krijgt Brand een ­Picasso onder ogen. Die zou van een oud omaatje zijn geweest, of een verre neef. Of hij eens wil kijken of-ie echt is. Meestal niet.

Eén jaar later dook het verhaal over een Picasso en een schip weer op. Zelfs zijn oude leermeester, de omstreden kunsthandelaar Michel van Rijn, begon erover. Vervolgens werd er in de Nederlandse onderwereld ‘geluld’ over een gestolen Picasso en een boot, waarbij een informant van Brand de naam noemde van ‘een Quote500- vastgoedman’.

‘Een nette zakenman’

Er volgde een ontmoeting in een Amsterdams café. Tegenover Brand zat ‘een nette zakenman’ die lijkbleek werd toen hem werd gevraagd naar de Picasso. Hij zei hem niet meer te hebben, maar erkende hem wel te hebben gehad. In een deal ‘met bepaalde mensen’ kreeg hij een Picasso als onderpand, met een bijpassend “lulverhaal”: “Het is heel veel waard, maar ik ga scheiden van mijn vrouw, en zij mag niet weten dat ik dit heb.” Vervolgens kwam de vastgoedman erachter dat het een gestolen schilderij was, afkomstig van een schip uit Frankrijk, en ‘schoof het door’. Want een Picasso koop je om het als een trofee aan iedereen te laten zien, en dat doe je niet als het om een gestolen exemplaar gaat.

Brand had nu een duidelijk aanknopingspunt en in de database van Interpol vond hij de bevestiging: in 1999 was het schilderij Buste de Femme gestolen van een kolossaal jacht van een miljardair, een Saudi-Arabische sjeik. In de Engelse krant The Independent trof hij een reconstructie aan van deze ontvreemding. Hieruit bleek dat zowel de toenmalige verzekeringsmaatschappij Lloyd’s als de sjeik zelf een privédetective hadden ingehuurd om het schilderij te achterhalen. Noch de Franse politie noch het speurdersgilde wist het werk en de dieven te achterhalen – en dat was nog steeds zo.

De sjeik wilde toentertijd zijn 75 meter lange jacht laten opknappen in Barcelona, het werd geprepareerd voor de doortocht. Naar verluidt had hij voor 150 miljoen euro aan kunst aan boord, waaronder twee Picasso’s en een Matisse. Dat de sjeik Buste de Femme in zijn bezit had, dat was niet veel mensen bekend – zo meldde The Independent. De kamer waarin het hing zou worden geverfd, dus werd het schilderij in een afgesloten ruimte achtergelaten. Daar werd het gestolen. De bewakingscamera’s waren op dat moment uitgeschakeld.

Het schilderij bleek, aldus Brands gesprekspartners, sinds 2002 in de Nederlandse onderwereld ‘op te poppen’, als onderpand in wapen- en drugsdeals, gerelateerd aan gecompliceerde transacties. Brand: “Stel, jij moet één miljoen hebben voor een partij drugs. Dan zegt iemand anders: ‘Ik heb hier 800.000, ik geef je een Picasso erbij, die is wel 5 miljoen waard. Die resterende 200.000 krijg je nog, maar als je die Picasso tussentijds verkoopt, dan schiet ik je dood.’ Jij denkt, die komt niet terug, maar ik heb in ieder geval een Picasso. Totdat je eens googelt en erachter komt hoe het zit. Die is gestolen, wat moet je ermee? Dan ga je er alles aan doen om ervan af te komen.”
Dat is het moment voor Brand, zegt hij, dat iemand ervan af wil. “Naar de politie gaan durven ze niet. Hoe moeten ze zich hieruit lullen? Ze zijn bang voor diefstal te worden opgepakt, terwijl ze er niks mee te maken hebben. En dan komen ze bij mij uit. Ze moeten af van die gestolen kunst. Het is een hete gehaktbal die telkens verplaatst wordt, dus dan moet ik hem te pakken zien te krijgen.”

‘Ze zijn bang voor diefstal te worden opgepakt, terwijl ze er niks mee te maken hebben. En dan komen ze bij mij uit. Ze moeten af van die gestolen kunst. Het is een hete gehaktbal die telkens verplaatst wordt, dus dan moet ik hem te pakken zien te krijgen’
Arthur Brand

‘De mensen met contacten in de onderwereld’ wisten hem een maand geleden te vertellen dat het schilderij bij een zakenman aan de muur hing. Ze lieten een vage foto zien. Hij is doodsbang en wil ervan af, zeiden ze. Wie het is, was ongewis. Dus zei Brand tot zijn ‘contacten’: “Dat ding zit nu twintig jaar in de onderwereld, daar wordt-ie niet beter van. Dus hoe eerder jullie het schilderij hier brengen hoe beter. Als er een beloning op staat, dan wordt gekeken of jullie daar recht op hebben. Zeker omdat jullie niks met die roof te maken hebben.”

En zo gebeurde het dus, dat Brand op donderdag 14 maart een Picasso in zijn flatje overhandigd kreeg.

Over het schilderij had Brand veelvuldig contact gehad met Martin Finkelnberg, hoofd van het landelijke politieteam kunst- en antiekcriminaliteit. Hij vertelde Brand dat de zaak bij de Franse politie was verjaard en er geen strafrechtelijk onderzoek meer liep. “Voor mensen in het criminele milieu ligt zo’n schilderij maar in de weg”, zegt Finkelnberg. “Ze kunnen er niks mee, omdat het gestolen is. Ja, naar de kringloop of naar de politie – en dat doen zulke types sowieso niet. Dus gaan ze ermee naar Brand, toch een van de bekendste kunstdetectives ter wereld. Klaar, iedereen blij. Het belangrijkste is dat het kunstwerk weer terug is.”

‘Het is echt’

Op vrijdag 15 maart werd Buste de Femme op zijn echtheid gecheckt, en Brand filmde het een en ander. Te zien op die filmpjes is hoe in een kaal depot in Amsterdam een Amerikaanse kunstexpert dicht op het uitgestalde schilderij staat. Hij houdt een vergrootglas vast, en een foto van Buste de Femme. Ook laat hij via een Skype-verbinding een andere expert in New York het schilderij zien. Beide insiders hebben het schilderij gezien toen het nog niet aan de sjeik toebehoorde. Uiteindelijk wordt het werk nog met blauw licht bekeken, om er zeker van te zijn dat er geen nieuwe verf is aangebracht.

Op het filmpje staat naast de expert Dick Ellis, voormalig kunstrechercheur van Scotland Yard, nu in zijn functie als vertegenwoordiger namens de verzekeringsmaatschappij. Ellis en Brand horen van de expert de bevestiging: “Het schilderij is echt.” Het was al met al een spannend moment, want ook van dit schilderij zijn na de roof vervalsingen bij de verzekeringsmaatschappij opgedoken. “Dit is de gestolen Picasso”, zegt Ellis nadien. “Het is nog in een goede staat, met een lichte beschadiging.”

Voor Brand zit deze zaak erop. Of de voormalige eigenaar, sjeik Abdul Mohsen Abdulmalik Al-Sheikh, verheugd is dat zijn schilderij terug is, na twintig jaar, dat weet hij niet. Hij had na de diefstal al het verzekeringsgeld opgestreken en krijgt nu de gelegenheid om het als eerste terug te kopen, voor een gelegitimeerd bedrag. Brand heeft al wel een e-mail gestuurd aan een door de sjeik opgerichte stichting. “Jammer, maar ik heb nog niks van hem gehoord”, zegt Brand. “Want het is toch een wonder dat het schilderij terug is. Ik denk niet dat de sjeik dat ooit nog had verwacht.”