Miguel Díaz-Canel is de perfecte koorddanser voor de baan van Cubaanse president
I. Overlever, loyaal en innovatief
Cuba heeft een nieuwe president. Miguel Díaz-Canel staat te boek als een efficiënte manager, een vriendelijke man die zich voor niets of niemand te goed voelt. In de jaren negentig reed hij op de fiets door Santa Clara, de stad waar zijn politieke loopbaan begon. Hij speurde naar misstanden, ging met jan en alleman om tafel en bedacht creatieve oplossingen.
Maar dat is niet de reden dat de 57-jarige ingenieur morgen aantreedt als president van Cuba.
Wie in Cuba de politieke top wil bereiken, moet kunnen koorddansen. Volledige loyaliteit aan de Communistische Partij Cuba (PCC) en haar leiders is essentieel, kruiperige nederigheid wordt minder gewaardeerd. Het is belangrijk blijk te geven van intelligentie en kennis, maar teveel assertiviteit wordt afgestraft. Op het socialistische eiland is het niet de bedoeling dat opkomende politici hun hoofd boven het maaiveld uitsteken.
‘Díaz-Canel is president geworden, omdat hij wist te overleven’, zegt de Cubaanse politicoloog Arturo Lopez, docent aan de universiteit van Texas. ‘Andere veelbelovende politici zijn gesneuveld op weg naar de top, omdat ze te competitief waren en een bedreiging vormden voor de partijleiders. Díaz-Canel heeft zich altijd loyaal getoond, en implementeerde kritiekloos het van hogerhand opgelegd beleid.’
Dat wil volgens de politicoloog niet zeggen dat Díaz-Canel geen talent heeft. ‘Cuba is vol gehoorzame mensen’, zegt López. ‘Maar Díaz-Canel is efficiënter dan anderen. Hij is pro-actief bij het uitvoeren van beleid, iemand die op innovatieve wijze problemen oplost. Dat onderscheidt hem van de rest. Hij is gegroeid in de partij door zijn kwaliteiten, en deed dat zonder vijanden te maken.’
Die diplomatie zal hem goed van pas komen de komende jaren. Díaz-Canel, tot gisteren vice-president, is piepjong in vergelijking met de andere partijkopstukken, allemaal hoogbejaarde ex-guerrillero’s. Hij staat voor de ingewikkelde taak de door zijn voorganger Raúl Castro ingezette economische hervormingen verder door te voeren, zonder de dinosaurussen of het leger voor het hoofd te stoten.
De machtswisseling laat de meeste Cubanen opmerkelijk koud. De 605 leden van het parlement, allemaal van de Communistische Partij Cuba, kozen Díaz-Canel uit hun eigen gelederen. Er is geen campagne gevoerd, er was geen verkiezingsprogramma, laat staan debatten. De regering doet ook alsof er niets aan de hand is. Er is geen officiële inauguratie, er wordt geen sjerp omgehangen, en er komen geen bevriende staatshoofden om de nieuwe president te verwelkomen.
‘Er verandert niks’, zegt Lisa, een 44-jarige oogarts. Ze heeft net lunchpauze gehad en rookt een sigaretje in de schaduw van een boom in Havana. ‘We leven in een dictatuur, het kan niemand schelen of de president Juanito of Pedrito heet’, aldus Lisa die in de avonduren als muzikant werkt om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen. Ze durft niet met haar achternaam in de krant. ‘Ik kan mijn baan verliezen als ze erachter komen dat ik dit heb gezegd.’
II Arbeiderszoon, rockliefhebber en goede buurman
Miguel Díaz-Canel kwam in 1960 ter wereld in Placetas, een dorpje in de centraal gelegen provincie Villa Clara. Een jaar eerder greep Fidel Castro de macht op het Caraïbische eiland, na dictator Fulgencio Batista van de troon te hebben gestoten. Díaz-Canel groeide op in de beginjaren van de socialistische revolutie, waarin Castro de economie nationaliseerde, onderwijs en gezondheidszorg gratis toegankelijk maakte, en tegenstanders verjoeg of de mond snoerde.
Zijn vader werkte in een fabriek in Santa Clara, de provinciehoofdstad waar het gezin later naartoe verhuisde. De stad ademt een gemoedelijke loomheid. Magere paarden trekken de houten wagens die dienst doen als openbaar vervoer, voetgangers bewegen zich in de schaduw van de vervallen koloniale huizen. De zon brandt genadeloos en er staat de hele middag een lange rij wachtenden voor de ijskraam.
Acht kilometer buiten het centrum ligt de Marta Abreu universiteit, waar Díaz-Canel elektrotechniek studeerde. Overdekte bakbrommers rijden de studenten er over een hobbelige weg naartoe, aan de poort zit een norse man die handmatig een verroeste slagboom bedient. Na zijn studie en militaire dienst ging Díaz-Canel hier als docent aan de slag.
In die tijd zette hij zijn eerste stappen in de politiek en klom op tot lokale leider van de Communistische Jeugd. Hij was een rockliefhebber met lang haar. De tijd dat rockmuziek verboden was in Cuba was toen al achter de rug. Maar Díaz-Canel maakte met zijn alternatieve look een progressieve indruk en ook uit zijn optreden sprak een zekere ruimdenkendheid.
‘Díaz-Canel heeft ons altijd gesteund’, vertelt Ramón Silverio, directeur en oprichter van Mejunje, een cultureel centrum in het hart van Santa Clara. Mejunje is beroemd in Cuba en ver daarbuiten, omdat het in de jaren tachtig de eerste Cubaanse club was waar openlijk travestietenshows werden gehouden. ‘We braken met alle regels’, grinnikt Silverio.
Het was de tijd na de val van de Sovjet-Unie, de ‘speciale periode’, zoals de Cubanen de diepe crisis van de jaren negentig eufemistisch noemen. ‘Er was niks, maar we zijn altijd open gebleven’, aldus Silverio. ‘Onze klanten brouwden thuis alcohol in snelkookpannen. We hadden geen elektriciteit, dus de artiesten speelden akoestisch.’
Volgens Silverio heerste begin jaren negentig een politiek gunstig klimaat in Santa Clara. ‘Er waren jonge politici, onder wie Díaz-Canel, met frisse ideeën.’ Díaz-Canel kwam op vrijdag graag in Mejunje, als er rockbands speelde. ‘Ik leerde hem pas later persoonlijk kennen’, aldus Silverio. ‘Toen hij zijn kinderen naar onze dagactiviteiten bracht.’ Hij grinnikt weer. ‘En lang niet alle ouders durfden dat.’
Díaz-Canel werd in 1994 partijvoorzitter van de provincie en woonde met zijn eerste vrouw en hun twee kinderen in een rood-geel geschilderd huis in het centrum. Yolanda Rodríguez (66) woont twee deuren verderop en praat graag over haar oude buurman. ‘Hij was ontzettend aardig’, vertelt ze. ‘Heel knap ook, lang niet zo dik als nu.’ Net als alle buurvrouwen kreeg Rodríguez ieder jaar op vrouwendag een bloem van Díaz-Canel.
‘Hij houdt niet van lange toespraken’, herinnert ze zich. ‘Hij gaat liever naar de plekken toe, luistert naar de mensen en neemt dan besluiten.’ Andere inwoners beamen dat. Ze vertellen hoe hij zijn militaire pak aantrok als er een orkaan was geweest, om met de brigades naar de getroffen gebieden te gaan. En hoe hij altijd overal aanwezig leek te zijn, met iedereen wilde praten, ieders mening wilde horen. En dat alles op de fiets. ‘Cuba kan zich geen betere president wensen’, aldus Rodríguez.
In 2003 werd Díaz-Canel als partijvoorzitter naar provincie Holguin gestuurd. Datzelfde jaar trad hij toe tot het Politburo. Als veruit het jongste lid veroorzaakte hij daar opschudding door met een tablet in de hand op een vergadering te verschijnen. In 2009 haalden Raúl hem naar Havana, waar hij eerst als minister van Hoger Onderwijs aan de slag ging, om in 2013 tot vice-president te worden benoemd. Toen al was duidelijk dat hij de gedoodverfde opvolger van Raúl was.
III Bevolking paaien, managers te vriend houden, politieke eenheid bewaren
Het is afwachten hoe Díaz-Canel zijn presidentschap gaat vormgeven. Vorig jaar lekte een video uit waarin hij belooft een heksenjacht te openen op kritische ondergrondse media. Ook geeft hij fel af op dissidenten en de Verenigde Staten. Sommige Cuba kenners zien de video als bewijs dat Díaz-Canel minstens zo hardlijnig is als Raúl, anderen denken dat hij die speech hield om het vertrouwen te winnen van de conservatieve tak.
Hoe dan ook, het roer zal niet radicaal omgaan in Cuba. De 86-jarige Raúl is nog tot 2021 partijvoorzitter en blijft bevelhebber van het leger. Díaz-Canel zal zijn voorganger ook hard nodig hebben om de conservatievelingen te masseren. Die moeten Díaz-Canel de ruimte te geven de economische hervormingen door te zetten.
De gisteren benoemde ministerploeg is iets verjongd, maar een aantal stokoude sleutelfiguren blijft op hun plek. Politicoloog López verwacht niet dat de machtswisseling tot grote interne conflicten zal leiden. ‘Raúl heeft deze transitie tot in de puntjes voorbereid’, zegt hij. ‘En de machthebbers weten dat ze de eenheid moeten bewaren. Want als er ruzie uitbreekt, betekent dat het einde van hun systeem.’
Díaz-Canel erft een land in deplorabele staat. Staatsbedrijven produceren nauwelijks, en er is altijd schaarste. Met Donald Trump in het Witte Huis is de onder Obama opgebloeide relatie weer danig bekoeld. Het ziet er dan ook niet naar uit dat er snel een einde komt aan het handelsembargo dat Cuba sinds 1961 in een wurggreep houdt. Voor de nieuwe president kan dat ook voordelig zijn. Met de aloude vijand op zijn plaats, is het eenvoudiger de ijzeren controle over het volk te behouden.
Cubanen zijn ontevreden en durven daar steeds meer voor uit te komen. Toeristen maken lachend selfies met de sputterende old-timers, maar Cubanen zouden zelf graag in een fatsoenlijke auto rijden. Of een keer op vakantie gaan in eigen land, waar zelfs de goedkoopste hotels een Cubaans maandsalaris per nacht kosten. Tegelijkertijd groeit de ongelijkheid, doordat ondernemerschap nu beperkt is toegestaan en niet meer iedereen van een staatssalaris hoeft rond te komen.
‘De regering is als de dood voor die ongelijkheid’, zegt José Nieves, coördinator van El Toque, een onafhankelijk Cubaanse blog dat door de regering wordt gedoogd. ‘Daarom blijven de machthebbers op de rem trappen. Ze bestraffen welvaart en houden iedereen arm. Díaz-Canel zou een debat in gang moeten zetten over hoe Cuba om moet gaan met de onvermijdelijke groei van de ongelijkheid.’
Díaz-Canel zal op de eerste plaats de bevolking moeten paaien. Dat kan relatief eenvoudig, door de migratieregels verder te versoepelen, of door een functionerend groothandelsysteem op te zetten zodat kleine ondernemers voor toegankelijke prijzen hun producten kunnen kopen. Tegelijkertijd moet hij de managers van staatsbedrijven te vriend houden en hun monopolieposities niet al te abrupt afbreken. Hij moet kortom blijven koorddansen, een rol die hem op het lijf staat geschreven.