Direct naar artikelinhoud
InterviewRicardo Moniz

Ricardo Moniz: ‘Na Adams dood durf ik de lastigste klussen aan’

Als coach van Ferencvaros zag hij in 2013 van nabij het stervensproces van voetballer Akeem Adams. Nadien raakte Moniz’ carrière in het slop. Woensdag degradeerde hij met Excelsior.

Ricardo Moniz als coach van Excelsior. Woensdag degradeerde hij met de club tegen RKC.Beeld BSR / Soccrates

De trainersloopbaan van Ricardo Moniz bestaat uit twee delen: voor en na de dood van zijn speler Akeem Adams, in 2013. Voor die tijd gold hij als een van de kroonprinsen van het Nederlandse trainersgilde: bij Hamburg SV, Red Bull Salzburg en ­Ferencvaros oogstte hij lof. Sindsdien hopt hij van de ene club-in-crisis naar de andere, met woensdag als dieptepunt: degradatie met Excelsior.

Moniz (54) werkte bij het Hongaarse Ferencvaros met Adams. Eind september 2013 zeeg de verdediger uit Trinidad & Tobago neer in zijn Hongaarse appartement. Een hartaanval. Strompelend bereikte hij de deur van zijn Nederlandse ploeggenoot en buurman Mark Otten. Per ambulance werd hij naar het ziekenhuis vervoerd. Drie maanden later, op 30 december, overleed Adams op 22-jarige leeftijd. Moniz: ‘Ik denk nog ­dagelijks aan hem. Hij lijkt al gewist uit de geschiedenis en dat mag niet. Alles valt in het niet bij wat Akeem is overkomen.’

Moniz zat dagelijks aan Adams’ ziekbed, vaak als enige. ‘Je weet niet wat je ziet. Overal slangen, overal piepjes, hij lag aan een kunsthart. Een jonge, vitale, leergierige voetballer was het, een beest van een verdediger ligt daar plots heel kwetsbaar.’

Al snel werd Adams’ linkerbeen geamputeerd tot aan de lies. ‘Moet je je voorstellen dat voetballen je leven is en dat je wakker wordt uit een coma en geen been meer hebt. Geen been! Dat geloof je niet. Ik heb het hem moeten vertellen: Akeem je bent geen voetballer meer. Het zwaarste dat ik in mijn leven heb moeten doen.’

Adams leerde voetballen van zijn vader op Trinidad & Tobago. Via ­Ferencvaros hoopte hij in Europa hogerop te komen. Moniz beschouwde de verdediger als een groot talent. ‘Vanwege zijn drive, die was ongelooflijk. Hij vroeg bij binnenkomst direct: waar is de gym? Echt een sterke gozer, een winnaar.’

Adams raakte depressief toen hij bijkwam uit zijn coma en ontdekte dat zijn been was afgezet. Op tv vertelde de behandelend cardioloog dat hij de overlevingskansen van Adams op 30 procent inschatte. Moniz kan er nog kwaad om worden. ‘Hij wilde niet met ons praten, maar wel even op tv zeggen dat die jongen er beroerd voor stond. Schandalig. Ik had sowieso mijn vraagtekens bij de behandeling. Ook dat is een trauma, morrelt aan je vertrouwen.’

De jonge voetballer Akeem Adams overleed in 2013 door hartproblemen.

Moniz vroeg aan spelers en stafleden om Adams te bezoeken. ‘We moesten zijn leven proberen te redden. Sommigen durfden niet, wat ik me kan voorstellen, anderen braken als ze hem zagen.’

Moniz gaf Adams in het ziekenhuis zijn trainersjas om hem een doel te geven: trainer worden. Hij bracht schriften mee waarin de graatmagere Adams zijn levensfilosofie moest opschrijven. Samen met een verpleegster hielp hij Adams schokkend en wel op dat ene been te staan. De trainer juichte toen het lukte.

Moniz was toen al ontslagen bij ­Ferencvaros, omdat hij volgens het management ‘te veel met een speler bezig was, en te weinig met de anderen’. De club had onder de Nederlandse coach de liga-beker gewonnen en stond op de tweede plaats, maar na de gebeurtenissen rond Adams zakte de ploeg op de ranglijst.

Moniz: ‘Vind je het gek? Niemand kon meer slapen, spelers raakten geblesseerd. Ik heb er juist alles aan gedaan om de moraal hoog te houden, iedere training en wedstrijd weer.’

‘Slechte film’

Een jaar geleden kreeg hij een interview onder ogen met een oud-beveiliger van Ferencvaros die vertelde dat hij in opdracht van het management van de club, Moniz in elkaar moest slaan, kort na het ontslag. Moniz: ‘Ik weet niet wat ik ervan moet geloven. Maar je schrikt wel. Het geeft een ­extra dimensie aan een ongelooflijk slechte film.’

Door en door verrot kan de voetbalwereld zijn, leerde hij. ‘Gekonkel, geklets achter je rug, bemoeienis, machtsgevechten. Niemand van het bestuur die verdomme naar Akeem omkeek. En ruim twee maanden later zetten ze je eruit. Het heeft me nog compromislozer gemaakt, sterker. Ik zeg nog meer waar het op staat, waar ik in geloof. Als mensen op tv die nooit een poot hebben uitgestoken voor het voetbal dat veroordelen, als ze me raar vinden, dan zal dat wel. Interesseert me niet.’

Zes jaar later stoort vooral de stilte rond Akeem Adams hem. ‘Toen Nouri een hartaanval kreeg, schreeuwde iedereen moord en brand. Zijn behandeling is tot op de bodem uitgezocht. Bij de viering van de landstitel van Ajax waren er prachtige eerbetonen voor hem. En terecht! Ik moet dan aan Akeem denken. Over hem heeft niemand het meer.’

Hij onderhoudt nog steeds contact met de moeder van Adams. ‘Als ik haar spreek, breek ik. Terwijl zij altijd sterk is gebleven. ‘Voetbal was zijn droom, als dit de consequentie is dan is dat zo’, zei ze. Wat zou ik dan nog klagen?’

Brood op de plank

Moniz gunde zichzelf weinig tijd om de gebeurtenissen een plek te geven. Sindsdien voerde zijn loopbaan hem langs tal van weggezakte clubs: Legia Gdansk, 1860 München, Notts County, FC Eindhoven, Randers FC, AS Trencin. Sinds half april probeerde hij tevergeefs het zwalkende Excelsior aan de praat te krijgen.

Moniz geeft toe dat hij vaker ‘nee’ had moeten zeggen als er weer een club belde voor een schokeffect. Maar er moest brood op de plank komen en hij kan voetbal simpelweg niet lang missen. Op zijn slaapkamer ligt een bal tussen stapels dvd’s en videobanden van Cruijff, Maradona, Wiel Coerver, als hij werkloos is traint hij tweemaal daags voor zichzelf met een bal.

‘Ik heb zelf die flow doorbroken door klussen op een lager niveau te accepteren. Dan werk je soms met spelers die verwend zijn, die liever kaarten dan trainen. Je krijgt te maken met wanbeleid. Maar ik ga er ­altijd positief-naïef in, geef telkens weer mijn hele ziel en zaligheid om het om te draaien.’

Moniz is ondanks alles trots op zijn cv. Het horrorjaar 2013 heeft hem ‘sterker en veelzijdiger’ gemaakt, vindt hij. ‘Ik heb het zwartste scenario meegemaakt. Daardoor durf ik ­lastige klussen aan. Ik baal echt ongelooflijk van de degradatie, maar het leven is tegenslagen overwinnen. Daar groei je van als mens. Je moet door dalen heen, maar altijd blijven staan. Dat heb ik geleerd van Akeem.’