© Patrick De Roo

BUURTREPORTAGE. Het leven zoals het is onder de torens van Land Invest: “Ook de meisjes van plezier wonen hier nu”

Gegoede vijftigers en de betere kantoren, die vind je van torens één tot vier op de Westkaai aan het Kattendijkdok. “Toren vijf en zes, dat is een ander verhaal”, zegt optieker Stef. “Die kijken uit op de bouwwerf van de Montevideopakhuizen, de straat loopt nog niet eens tot daar door. Wie daar gekocht heeft, wil er niet meteen wonen. Er wordt daar veel verhuurd, ook aan dames uit het prostitutiemilieu.”

Katrijn Serneels

Wie wat warmte zoekt op een koude winterdag, kan die op het Eilandje vinden. Een blonde dame die gehuld in niets anders dan een roze badjas en met een charmant Nederlands accent de deur voor je opent… Wel, die kwamen we tegen aan de rode toren nummer zes van Kattendijk-Westkaai.

Optieker Stef De Schutter van Eyeland, die in lichtgroene toren nummer twee de betere brillen verkoopt, kijkt er niet van op. “De verkoop van appartementen in de twee laatst bijgekomen torens ging blijkbaar niet zo vlot. Misschien was de markt al wat verzadigd, en qua bereikbaarheid liggen die er niet zo aantrekkelijk bij momenteel: de straat loopt niet eens door tot bij hen, er is ook geen aangelegd fiets- en voetpad, en je kijkt er uit op de bouwwerf van de Montevideopakhuizen, waar trouwens mooie plannen voor zijn. Dat wordt een site met een foodmarkt, kantoren en ­appartementen.”

Ook de aanleg van de straat naar torens 5 en 6 staat volgend jaar op de planning. “Met alles erop en eraan, fiets- en voetpaden. Dat zal daar op termijn even mooi worden als hier aan de eerste torens. Nu lijken de laatste torens aantrekkingskracht uit te oefenen op mensen uit het nachtleven, er zitten hier ook enkele uitgaansclubs in de wijk. We hadden graag kerstverlichting opgehangen in het eerste stuk van de straat bij de eerste torens, maar uit vrees voor vandalisme doen we dat voorlopig toch maar niet niet.”

Voor optieker Stef en contactlenzenspecialist Davy is het de eerste winter in hun toren aan de Westkaai. “We zitten hier pas vanaf maart, daarvoor had ik jarenlang een zaak in Hoevenen. En Davy komt van de Frankrijklei en heeft ook een online verkooppunt voor contactlenzen. We zijn samen naar het Eilandje getrokken omdat we echt geloven in deze buurt rond de torens. Hier wonen veel gegoede vijftigers met gevoel voor stijl, en dat is een goede match met ons brillenaanbod. Dat mikt ook op meerwaardezoekers, met speciale modellen van merken als Prada die je niet bij brillenketens op de Meir vindt en bijvoorbeeld bijzondere handgemaakte brillen uit Barcelona.”

Slow urbanizing

Naast zijn oude klanten uit Hoevenen, die Stef tot op het Eilandje volgen, heeft hij al heel wat nieuwe klanten gemaakt. “Het eerste waarover velen klagen, is de bereikbaarheid, nu met de knip en werken op vele plekken in en rond de stad. Maar de nieuwe Londenbrug is ontsloten, straks rijdt de tram tot hier, dat gaat ­alleen maar beter worden. Ik zou hier in de toekomst ook wel in een toren willen komen wonen, maar de prijzen – zo’n 250.000 euro voor een studio van 54 vierkante meter – zijn me wat te hoog.”

Hoogbouw, daar vindt Stef niets mis mee. “Voor een stad in volle groei als Antwerpen, is dat een logische keuze. Het zijn ook erg mooie appartementen die hier te koop en te huur zijn, met prach­tige vergezichten. De prijzen die gevraagd worden zijn, zeker voor de laatste torens, wat overdreven. Men dacht wellicht dat het Eilandje even vlug als het Zuid hip zou worden. Maar daar moesten geen nieuwe straten worden gelegd, daar waren weinig bouwwerven. Daardoor ontwikkelt de Westkaai van het Kattendijkdok zich trager: slow urbanizing heet dat dan.”

En de ontwikkeling is nog niet afgelopen. “Als we een foodmarkt krijgen in de Montevideo­pakhuizen en daarachter in de droogdokken een nieuw maritiem museum, dan zullen mensen in de toekomst van de Grote Markt tot het Havenhuis kunnen wandelen, langs onze torens heen, en de ene trekpleister na de andere ontdekken. Daar kijk ik al naar uit.”

Sterrenpistolets

Bakker Toon De Klerck (32), die zijn sporen verdiende in driesterrenrestaurant het Hof van Cleve, was een van de eersten die in de buurt geloofde. “Ik opende zo’n zes jaar geleden de deuren van mijn bakkerij hier, de eerste toren stond er nog maar net”, herinnert hij zich. “Ik dacht wel dat dit stuk van het Eilandje vlugger zou gaan leven, ik heb in de beginjaren echt zwarte sneeuw gezien. Ik heb zelfs aan een faillissement ­gedacht.”

Maar de volhouder wint. “Ik geloof in kwaliteit, smaak en ambacht. Daar kan je een verschil mee maken. Nu heb ik een trouw cliënteel opgebouwd, dat vanuit de buurt, maar ook vanuit de rest van de stad, zelfs vanuit Schilde of Brasschaat naar hier komt. Zeker in het weekend, voor de pistolets, het brood, de patisserie… Knip of geen knip, dat houdt hen niet tegen.”

Bakker Toon heeft ook jaren boven zijn zaak gewoond, vlak tegenover de torens. “Dat was leuk, maar het was van het goede teveel. Ik word wakker om middernacht om in de bakkerij te beginnen, en ga slapen in de late namiddag. Maar leveranciers hingen dan ’s avonds nog aan mijn bel, omdat ze hier pas later waren geraakt door de file en wisten dat ik hier toch woonde. Nee, ik ben nu naar Sint-Niklaas verhuisd, dat is ook dichter bij mijn familie. En file? Daar heb ik om middernacht of om twee, drie uur in de namiddag nooit last van.”

Een wandeling over het Eilandje, daar geniet Toon na zes jaar nog altijd van. “Als ik voorbij alle terrasjes aan de kaaien over de ­Nassaubrug loop, de boten zie liggen wiegen op het water… Dat is echt schoon. Weet je, op de moeilijke momenten dat ik denk dat ik het gehad heb, dan is de schoonheid hier wat mij dan overtuigt om hier te blijven.”

Over de zes torens langs de Westkaai, en hoe mooi of lelijk die zijn, lopen meningen vaak uiteen. “Maar ik vind deze hoogbouw echt knap”, vindt Nederlander Diederik Van De Voorde (49). “Ik woon hier in de tweede toren. Een stad met een wereldhaven zoals Antwerpen, dat is geen echte stad zonder torens. Hoogbouw geeft net een mondiaal karakter aan deze prachtige buurt. Een beetje een New Yorkgevoel. Vroeger vertrokken de boten van hier naar New York, dat leerde ik in het Red Star Museum om de hoek. Dus het plaatje klopt hier.”

Diederik huurt zijn appartement, met prachtig zicht op het water. “Ik ben hier terechtgekomen door mijn werk, mijn grootste klanten zitten hier in de haven. Daarvoor woonde ik in Duitsland. Maar ik wil graag nog enkele jaren langer hier in Antwerpen blijven, ik voel me hier helemaal thuis. Zeker als ik ga shoppen in de Albert Heijn hier vlakbij.”

Zelfs als de zon niet schijnt, vinden Nederlandse toeristen de weg naar pizzeria Da Giovanni in de eerste toren. Je weet wel, dié Da Giovanni, in Antwerpen wereldbekend om de typische rood-witgeblokte tafelkleedjes langs de kathedraal en de obers die ‘Ciao bella!’ roepen. “We zijn een dagje uit in Antwerpen en zijn speciaal naar hier gekomen voor de pizza van Da Giovanni, ik had het adres opgezocht op Google Maps”, vertelt de Nederlandse studente ­Lena (20). “We zijn echt fan van Da Giovanni. En dat komt niet alleen omdat de pizza zo lekker is, de obers zijn hier ook zo charmant, echt op z’n Italiaans. Dat vind je bij ons in Nederland niet, hoor.”

Guiseppe, alias Joseph François (51), is een Italiaan afkomstig van de kanten van Luik. “Vandaar mijn Franse naam, maar mijn mama wilde mij eigenlijk Giuseppe noemen”, lacht hij.

Kritische kant

Als de winter valt over het Eilandje, is dat op zakelijk vlak niet om mee te lachen. “Mochten we onze zaken aan de kathedraal niet hebben, en mocht dit onze enige en eerste zaak zijn…. dan hadden we het hier niet lang kunnen volhouden. In het zomer­seizoen draait het hier door de bewoners, passanten en toeristen, maar in de winter is het hier stiller. Nu kerst eraan komt, komen ze wel vaker de Italiaanse warmte opzoeken. Van het Ballet van Vlaanderen tot kantoren en bewoners uit de buurt, onze vaste klanten kennen we hier bij naam.”

Toch gelooft Joseph rotsvast in het potentieel van de Westkaai met z’n zes torens. “Deze buurt is vandaag de kritische kant van het Eilandje. Mensen lopen vaak niet verder dan het MAS. Vandaar dat het vandaag nog wat stiller is aan deze kant en het wat moeizamer gaat sommige maanden. Maar ik ben ervan overtuigd dat dat zal kantelen de komende jaren. Anders zouden we hier ook onze deuren niet geopend hebben.”

Het verschil tussen het Eilandje rond het MAS en rond het Kattendijkdok, daar weet apothekeres Dominique Donders (39) alles van. “Ik werk al jaren op het Eilandje. Ik heb nog geweten dat het MAS er niet eens was. Toen had je nog meer oude schippers die langskwamen. Nu zijn die een uitzondering geworden. Onze apotheek is van de kant van het MAS naar de eerste toren aan de Westkaai verhuisd, omdat we op zoek waren naar een groter pand. Dat was nodig, omdat er steeds meer bewoners bijkwamen. Dan is een groter assortiment kunnen aanbieden noodzakelijk.”

Cruiseseizoen

Vanuit haar apotheek onder de toren, ziet Dominique de cruiseboten aanmeren in het Kattendijkdok. “De zomers zijn goed, dan hebben we ook veel toeristen die binnenwandelen. Iets wat ik altijd in huis heb als het cruiseseizoen begint: Tena Ladies… naast paracetamol erg in vraag bij oudere dames die cruisen. Vandaag zijn het vooral bewoners, passanten en mensen die hier in de buurt werken, die binnenlopen. En wat het meest over mijn toonbank gaat: Dafalgan, hoestsiroop en keelpastilles.”

Dominique rijdt elke dag uit ­Herentals naar haar apotheek in de toren. “Ik woonde eerst in de stad, maar de liefde van mijn leven wou naar Herentals, dus ben ik hem gevolgd. Wat grappig is, is dat ik geregeld Herentalse accenten hoor in de apotheek. Van mensen uit de Kempen of de Antwerpse rand die hun villa verkocht hebben om een appartement op het Eilandje te kopen. Eens de kinderen de deur uit zijn, zoeken ze liever het bruisende stadsleven op.”

Oude schipper Frans Croes (62) loopt een beetje verloren tussen de torens aan de Westkaai. “Ik ben op zoek naar de Kredietbank, die is verhuisd, weet u die zijn?”, vraagt Frans, die zijn oude buurt niet meer herkent de laatste jaren. “Ik heb hier vele malen de dokken binnengevaren: toen lagen hier allemaal binnen­schippers, nu liggen er jachten. En die kaaien, allemaal verkocht voor groot geld aan promotoren die graag torens bouwen. Er is hier in de buurt geen één bruin café meer over, waar schippers samenkomen zoals vroeger. Ik moet naar het bruin café op de Paardenmarkt als ik mijn oude scheepsmaten wil zien. En wat ik ook mis? De meiskes…”

Wat dat betreft, is er goed nieuws: die zijn terug. De schippers­cafés van vroeger, die komen waarschijnlijk nooit meer terug.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Keuze van de Redactie

MEER OVER