Direct naar artikelinhoud
Column

Weet oud-spits Van Persie bij Heerenveen de uitzondering op de regel te worden?

Bert Wagendorp

Dus Arne Slot gaat naar Liverpool FC, maar Robin van Persie wordt trainer van Heerenveen. Dat is ook opzienbarend. Voor mij tenminste. Heerenveen is namelijk al ruim een halve eeuw mijn club, al vanaf de tijd dat ze nog in de tweede divisie speelden en daaruit juist op tijd, voor die klasse werd geëlimineerd, promoveerden. Heerenveen speelde nog op Sportpark Noord, een bouwval die later het Abe Lenstra Stadion ging heten. Alleen die legendarische naam (542 doelpunten in 517 wedstrijden) volstond voor een levenslange hechte band – ook als je Hem nooit in het echt had zien spelen.

Later zat ik namens de Leeuwarder Courant wekelijks te koukleumen op de krappe perstribune: Heerenveen speelde in wat nu de Keukenkampioen Divisie heet en weinig wees erop dat dat ooit zou veranderen. Dat gebeurde wel, maar toen deed ik al andere dingen. In 2000 eindigde Heerenveen als tweede in de eredivisie achter kampioen PSV: een resultaat dat voor degenen die al die jaren met de club door de woestijn waren getrokken een soort fata morgana was: kon dit wel bestaan?

Trainer Foppe de Haan verklaarde dat het hartstikkene kon, dus het kon.

En nu hebben ze Robin van Persie aangetrokken om eindelijk weer eens uit de zuigende middenmoot bij de bovenste vijf te komen.

Bij Heerenveen houden ze wel van voormalige topspelers als trainer. In 2012 werd Marco van Basten aangetrokken. Een groot succes werd het niet, al eindigde Van Basten in zijn tweede jaar niet onverdienstelijk als vijfde.

Als trainer mislukte sterspelers

In Trouw wees John Graat er maandag op dat een grote spelerscarrière geen voorbode is voor een grote trainersloopbaan. De voorbeelden van als trainer mislukte sterspelers zijn legio. De gangbaarste verklaring daarvoor is dat sterspelers niet kunnen omgaan met gewone voetbalstervelingen. Er zijn uitzonderingen: Johan Cruijff, Franz Beckenbauer, Zinedine Zidane.

Voormalige topspitsen als Van Basten en Gullit hebben al helemaal weinig slagingskans als coach. Het recentste bewijs voor die stelling is Ruud van Nistelrooij bij PSV, Cruijff is andermaal de uitzondering (en misschien Joseph Oosting van FC Twente, voormalig spits, maar wel bij Emmen en Veendam).

Een verstandige club zoekt als trainer iemand die een bescheiden carrière als speler achter de rug heeft, liefst als middenvelder. Een type Peter Bosz (PSV), Arne Slot (Liverpool), Maarten Martens (AZ) of Rogier Meijer (NEC), Jürgen Klopp (Liverpool), Erik ten Hag (Manchester United) of Mikel Arteta (Arsenal).

Risicovolle keuze

Zo beschouwd is de aanstelling van Van Persie als trainer een risicovolle keuze. Hij moet zich bij de uitzonderingen onder de uitzonderingen scharen, wil hij slagen.

Lang geleden, hij was net ontslagen bij Ajax, deden ze bij Heerenveen een poging Johan Cruijff te strikken als coach. Het was 1988 en in de superkleine kantine van Heerenveen fluisterde voorzitter Van der Velde een paar journalisten de naam van de trainer die hij op het oog had in het oor. Wij moesten daar erg om lachen. Later bleek het serieuzer dan gedacht: alleen een contract met Barcelona had Cruijff van een verhuizing naar Heerenveen weerhouden.

Wie zal zeggen hoe het met Cruijff was afgelopen in Friesland?

Als fan zie ik het zomaar gebeuren dat Robin van Persie ons met stomheid zal slaan en na twee jaar triomfantelijk de overstap naar Arsenal zal maken.

Over de auteur
Bert Wagendorp is voormalig sportverslaggever van de Volkskrant, oprichter van wielertijdschrift De Muur en auteur van wielerroman Ventoux. Hij schrijft wekelijks een sportcolumn. Columnisten hebben de vrijheid hun mening te geven en hoeven zich niet te houden aan de journalistieke regels voor objectiviteit. Lees hier onze richtlijnen.

.