In de periode voor 2018 gebruikte De Lijn het aantal verkochte abonnementen om het aantal reizigers in te schatten, samen met manuele tellingen aan bushaltes. Na 2018 kwam daar de Mobib-kaart bij: die scans gaven een extra beeld. Omdat bijvoorbeeld sms-tickets of mobiele Lijnkaarten daar nog niet bijzitten en niet alle abonnees hun abonnement elke keer scannen, berekende De Lijn onder meer op basis van bevragingen hoeveel mensen er de bus nemen. 

Om een nog nauwkeuriger overzicht te krijgen, is De Lijn in november 2022 gestart met een proefproject met telcamera’s. Vijftien voertuigen in Gent kregen zo’n camera boven de deuren: elke passagier die in- of uitstapte, werd geteld. De camera’s bleken effectief: ze tellen het aantal op- en afstappers tot 95 procent nauwkeurig. 

“De camera’s tellen de echte waarheid”, zegt Joachim Knops, projectcoördinator bij De Lijn. “Het uiteindelijke doel is om zo accuraat mogelijke informatie te verzamelen over waar en wanneer veel of net minder mensen op- en afstappen. Zo kunnen we de capaciteit van de bussen daar zo goed mogelijk op afstemmen.” 

LEES OOK. Europese AI-wet kan in werking treden: “Belangrijke mijlpaal in geschiedenis van EU”

De informatie van de camera’s wordt samengelegd met de gegevens van Mobib-registraties en andere tickets. Het algoritme, dat draait met artificiële intelligentie, houdt bovendien rekening met het type voertuig, het type rit, de weersomstandigheden enzovoort. Zo krijgt De Lijn een duidelijk en volledig overzicht van de reizigersaantallen. 

Intussen heeft De Lijn 350 voertuigen uitgerust met de camera’s. Tegen het einde van dit jaar moeten dat er 1.600 zijn, waarvan 1.400 bussen en 200 trams.