COLUMN. Onderschat nooit de kracht van het kleine

En dan stopt alles. Op dat confronterende moment dat je met je neus hard op de broosheid van het leven wordt gedrukt. Via een vader die als een wrak uit een zware operatie komt, en dag en nacht aandacht nodig heeft. Even moet dat zinzoeken op de pauzeknop. Om snel daarna te beseffen dat het de dingen juist nog scherper stelt.

tib

Aan de ene kant leef je weken lang in een kleine bubbel. In een parallel universum. Alsof er daar buiten - eerst dat ziekenhuis en vervolgens dat ouderlijk huis met die kamer waarin die vader ligt en waarnaast ik nu slaap - helemaal niks anders bestaat. Omdat je leven dag en nacht alleen maar rond die zieke draait. Zinzoeken? Nu even niet. Als de zin hier, ijlend en steeds magerder wordend, voor je ligt. Als je jezelf plots dingen ziet doen die je voordien enkel in boeken of films tegenkwam. En je beseft dat je, als je vader hulp nodig heeft, niet twijfelt, maar handelt.

Aan de andere kant sijpelt de zin natuurlijk toch door. Het verhevigt bijvoorbeeld de dingen die je al wist. Rijdend naar dat ziekenhuis via reclameborden overal geconfronteerd worden met die foute motor die we allemaal zo ons leven laten aandrijven. Koop! Consumeer! Spendeer! Want dit nieuwe parfum had je toch nog niet? Daarnaast: het ergerlijke, onophoudelijke opbod van meningen, overal en altijd, terwijl er terzelfdertijd vooral niks opgelost lijkt te worden. Op tv: een stylist - nee, niet Jani - die doet uitschijnen alsof het vinden van de juiste luipaardprint en stiletto’s voor zijn levende paspop met - ocharme toch - slechte smaak een zaak van wereldbelang is. Oftewel: het grote wegkijken. Onze bijzondere gave om ons blind te staren op de dingen die er niet toe doen.

In al die moeilijke uren blijkt de zin niet te zitten in grote maar juist in heel kleine dingen. Die vaak onverwacht komen aanwaaien. Dat meisje aan de kassa van de Bioplanet dat me via een onnozel grapje uit mijn gedachten trekt, die eigenaar van de dorpskrantenwinkel waar mijn ouders hun kranten gaan halen, die elke dag weer een nieuwe lieve, korte boodschap op de krant schrijft. Die onvermoeibare verpleegkundigen in het ziekenhuis - mogen ze allemaal opslag, mevrouw de minister, en wel nu? - en die altijd optimistische thuisverpleegkundigen, die elke dag opnieuw - ook de vele slechte - met hun altijd luisterend oor, hun frisse vrolijkheid en slimme doortastendheid, niet alleen de zieke, maar tegelijk heel de sfeer in het huis een boost geven.

“De mens is een sociaal wezen”, zal die immer filosofische huisdokter op een keer zeggen, de man die voor elk nieuw probleem weer een oplossing probeert te bedenken. Inderdaad, al die mensen. Je hoeft het echt niet altijd te gaan zoeken in het grote. Soms zit het ‘m in de onmetelijke kracht van het kleine.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer