Direct naar artikelinhoud
Gezondheid

Lelijke breuk of kindermishandeling? Spoeddiensten pikken signalen niet altijd op

Lelijke breuk of kindermishandeling? Spoeddiensten pikken signalen niet altijd op
Beeld thinkstock

Kindermishandeling blijft nog te vaak onder de radar op spoedgevallendiensten. Om daar verandering in te brengen, gebruiken ze steeds vaker screeningstools. "Soms zijn we te veel bezig met het letsel."

Een pasgeborene met een hersenschudding. Een peuter met brandwonden op zijn billen. Een kleuter met een bovenbeenbreuk. Dit soort van patiëntjes wordt geregeld op de spoedgevallendiensten aangemeld. Zijn het kinderen die pech hebben gehad? Of is er misschien meer aan de hand? Bij die vraag zouden meer hulpverleners moeten stilstaan, vindt Koen Minschart van het AZ Vesalius in Tongeren.

Betere detectie

De spoedverpleegkundige ontwikkelde een tool die zijn collega's moet helpen om vermoedens van kindermishandeling vast te stellen. De tool bestaat uit vragen en vervolgstappen. "Sinds november is het een vast onderdeel van onze taken, zoals het omdoen van een identificatiebandje." Volgens hem zal dit de detectie verbeteren. Want die zit niet altijd goed.

"Dat heeft voor een deel te maken met onze focus: op spoed zijn we vooral bezig met het letsel en het verzorgen daarvan. Hoe het komt dat een kind voor een derde keer zijn arm breekt of dat zoiets kan komen door van een verzorgingstafel te vallen, komt pas op de tweede plaats." Spoedverpleegkundigen wisten ook niet altijd bij wie ze melding moesten doen, zegt hij nog.

'Sinds november is het screenen een vast onderdeel van onze taken, zoals het omdoen van een identificatiebandje'
Koen Minschart van het AZ Vesalius in Tongeren

Het AZ Vesalius is niet het enige ziekenhuis dat een tool om kindermishandeling op te sporen gebruikt. Sinds mei doet ook het UZ Antwerpen dat systematisch, zegt hoofdverpleegkundige Dirk Van Roy. "Tenzij er overduidelijk sprake is van mishandeling, stonden ook wij hier niet altijd bij stil. Je denkt ook niet automatisch aan het ergste." Ook zegt hij: we krijgen 120 patiënten op een dag. "Je handelt snel, efficiënt." En: "Je moet ook durven je nek uit te steken."

In Antwerpen en Tongeren onderzoeken ze onder meer of het verhaal van ouders bij het letsel past. Een kind zal bijvoorbeeld niet eigenhandig zijn voetjes in te heet water stoppen. En ook blauwe plekken bij een kind dat amper kan lopen kunnen verdacht zijn, stelt Minschart. "Ook een vreemde interactie kan alarmbellen doen afgaan. Een ouder die niet dichtbij zijn gewonde kind wil zijn of er weinig aandacht voor heeft bijvoorbeeld."

Professor Johan Marchand (UZ Brussel), expert kindermishandeling, herkent de verhalen. Hij merkt wel op dat hulpverleners soms bang zijn om een foute inschatting te maken. "Ze willen geen verkeerd moreel oordeel vellen. Is hun inschatting wel juist, dan zijn ze vaak bezorgd over de reactie die kan volgen."

'Ook een vreemde interactie kan alarmbellen doen afgaan. Een ouder die niet dichtbij zijn gewonde kind wil zijn of er weinig aandacht voor heeft bijvoorbeeld'
Koen Minschart van het AZ Vesalius in Tongeren

Marchand vindt het goed nieuws dat steeds meer spoeddiensten dit soort van tools gebruiken, al vanaf het eerste contact met de patiënt. "Alleen op je buikgevoel afgaan is niet voldoende. Er moet een systematiek in zitten. Anders zie je zaken over het hoofd."

Of de tools meer gevallen van kindermishandeling aan het licht doen komen, is onduidelijk. In Tongeren zijn ze nog maar pas begonnen en in Antwerpen zeggen ze dat het moeilijk is om te weten hoeveel gevallen voordien over het hoofd werden gezien.

Dat spoedgevallendiensten een belangrijke rol te spelen hebben bij de detectie , werd vorig jaar nog benadrukt door het Federaal Kenniscentrum (KCE). Uit cijfers van de Vertrouwenscentra Kindermishandeling bleek dat in 2014 slechts 487 van de 7.311 meldingen of 6,6 procent uit de ziekenhuissector komen. "In veel Belgische ziekenhuizen ontbreekt op de spoedafdeling een protocol voor de signalering", schreef het KCE. 

'In veel Belgische ziekenhuizen ontbreekt op de spoedafdeling een protocol voor de signalering'
Federaal Kenniscentrum

In Tongeren pleiten ze ervoor om eenzelfde screeningstool landelijk uit te rollen. "Nu kunnen daders wisselen tussen spoeddiensten. Bijvoorbeeld de ene keer naar Hasselt, de andere keer naar Tongeren, om zich niet verdacht te maken. Het zou goed zijn moesten we deze informatie kunnen delen", zegt Minschart.

Minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) kondigde al aan dat hij de opmerkzaamheid rond kindermishandeling wil verhogen. Hij ontwikkelt daarvoor een Vlaamse Kind-check. Fysieke en emotionele mishandeling wordt daarbij bekeken, maar ook de gezondheid en opvoeding. "Deze zal eerst ingezet worden binnen de geestelijke gezondheidszorg. Nadien worden andere sectoren bekeken." 

Zo verloopt een screening

In het AZ Vesalius in Tongeren overloopt elke spoedverpleegkundige sinds november drie vragen bij een minderjarige patiënt. Is zijn of haar bezoek uitgesteld? Past het letsel bij het verhaal? Hebben ouder en kind een juiste interactie met elkaar? Bij één positief antwoord wordt de urgentiearts ingelicht, en eventueel ook een kinderarts. Als beiden bezorgd zijn, wordt het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling op de hoogte gebracht.