Na 500 jaar is het mysterie ontrafeld: wetenschappers ontdekken hoe de Azteken aan hun einde zijn gekomen

Met 15 miljoen waren ze, de Azteken die tussen 1545 en 1550 stierven. Ze klaagden over hoofdpijn en bloedingen uit neus, mond en ogen om amper een paar dagen later het leven te laten. Maar hoe maar liefst 80% van een volledige populatie zo plots kon verdwijnen, is al eeuwen een raadsel. Nu beweren wetenschappers het eindelijk te weten dankzij nieuw DNA-onderzoek.

evdg

De lokale bevolking noemde de plaag die hen zo hard trof de ‘cocoliztli’. Wat in het Nahuatl - een taal van de Azteken - zoveel betekende als de pest of de plaag. De epidemie die de Mexicaanse beschaving (en een deel van de Guatemalanen) trof, was een van de dodelijkste ooit. Het kent enkel zijn gelijke in de Zwarte Dood, de pest die in de 14e eeuw naar schatting zo’n 25 miljoen mensen het leven kostte in Europa.

Wetenschappers raakten het nooit eens over de oorzaken van ‘cocoliztli’, tot nu. Na nieuw onderzoek vonden wetenschappers DNA-bewijs op de tanden van de slachtoffers. De pokken, mazelen, bof en griep werden daarbij eens van tafel geveegd als mogelijke oorzaak. Ze identificeerden de symptomen namelijk als een tyfusachtige koorts. Buiktyfus of salmonella dus.

Meest verwoestende epidemie

“De cocoliztli was van 1545 tot 1550 een van de vele epidemieën die Mexico na de komst van Europeanen heeft getroffen, maar deze was de meest verwoestende en leidde tot het grootste aantal menselijke verliezen,” zegt Ashild Vagene van de Universiteit van Tuebingen in Duitsland. Ze is coauteur van de studie die nieuw licht op het mysterie werpt.

De 1545 cocoliztli-pest kwam slechts twee decennia nadat een pokkenepidemie zo’n 5 tot 8 miljoen mensen doodde onmiddellijk na de Spaanse aankomst. Een tweede uitbraak van 1576 tot 1578 doodde de helft van de resterende bevolking. “In de steden en grote steden werden grote greppels gegraven en van ’s morgens tot zonsondergang deden de priesters niets anders dan de lijken te dragen en ze in de greppels te gooien”, aldus historicus Fray Juan de Torquemada.

© Teposcolula-Yucundaa Archaeological Project

“De oorzaak van deze epidemie is al meer dan een eeuw veelbesproken door historici,” klinkt het. “Maar pas nu zijn we in staat om direct bewijs te leveren door het gebruik van oud DNA. Zo dragen we bij aan een al lang bestaande historische kwestie.”

Dat nieuw DNA-onderzoek werd door de onderzoekers van de universiteit uitgevoerd. Het DNA in de tanden van 29 skeletten werd onderzocht en de resultaten waren verrassend. Er werden sporen van paratyphie C gevonden, een salmonella enterica-bacterie. Dat zou kunnen wijzen op een darminfectie zoals buiktyfus.

Schuld van kolonisten

De salmonella enterica-bacterie was geen onbekende gast in de middeleeuwen in Europa. Door de wijde wereld in te trekken zouden Europese kolonisten de ziekte kunnen verspreid hebben. Vooral besmet voedsel en water waren de boosdoeners. De Azteken, die nog nooit met zulke ziektekiemen te maken hadden gekregen, stierven aan de gevolgen van die infectie.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen