Direct naar artikelinhoud
Lust & liefde

Mijn luxeprobleem: ik heb mijn grote liefde en zicht op een geweldige carrière

Corine Koole interviewt over de raadselen van passie en affectie
Beeld © Christine Schneider/Corbis

Na drie jaar studeren in het buitenland is de grote liefde van Clarice (25) terug. Maar wat als hij straks een job vindt in het ­buitenland? Ze wil hem niet kwijt, maar als ze haar eigen modebedrijf moet opgeven, gaat ze vanbinnen dood. 

"Sinds twee maanden is hij er weer en woont hij bij mij. Na bijna alle vijf jaar van onze verhouding van elkaar afgezonderd te zijn geweest door onze buitenlandse studies en stages, haalde ik hem op van Schiphol. Het voelde behalve heerlijk, vooral onwerkelijk. Beduusd liet ik me in zijn armen vallen. Eindelijk, eindelijk, samen, maar de dagen en weken erop moesten we opnieuw aan elkaar wennen. Dat duurt nog steeds voort, eigenlijk.

"Telkens denk ik: ha, ja, hij is er weer. Niet dat ik bang ben dat het tegenvalt, nu we iedere dag samen zijn, of dat ik liever in de melancholie van de langeafstandsrelatie was blijven hangen, nee, ik heb eerder de neiging me aan hem vast te klampen, zo verliefd ben ik. Maar wat wonderlijk is voor een tamelijk lange verhouding als de onze, is dat we na jaren dagelijks skypen, facetimen en mailen elkaar weliswaar op een dieper niveau hebben leren kennen, maar niet op een alledaags niveau. We kennen elkaars dromen, maar hoe zien onze gewoonten eruit? Nu pas begint ons leven samen echt, en iedere dag vraag ik me af: hoe zal dat eruit gaan zien? Gaan we het redden, we zijn allebei zo nietsontziend ambitieus.

'Ik heb op mijn zeventiende een eigen kledinglijn opgezet. Als ik dit opgeef, ben ik mezelf niet meer. Dan vervaag ik'

“Onze grote liefde betreft niet alleen elkaar, maar evenzeer ons werk. Als hij niet groot kan worden in industrieel ontwerpen en ik niet kan groeien in de mode, zullen we nooit worden wie we ten diepste willen zijn. En hoe groot is de kans dat de plek in de wereld waar hij straks een baan vindt ook de plek is waar ik mijn bedrijf kan opzetten? Ik zou naar Kopenhagen willen of in Nederland blijven, daar zijn ze gevoelig voor duurzaamheid in de mode. Maar wat als hij ineens een droombaan in Noorwegen vindt? Ik kan niet zomaar met hem meereizen en alles opgeven. Maar op twee verschillende plekken leven houd ik ook niet meer vol. Hij zegt dat het wel goedkomt. Al die mogelijkheden, samen grijpen we er wel een. Dan pakt hij me vast en dan hang ik in die grote armen, kijk in zijn heldere ogen, en denk: hij is de eerste man met wie ik alles kan delen. Intelligent, knap en geestig en toch is dat allemaal niet genoeg. Ik heb op mijn zeventiende een eigen kledinglijn opgezet, en ben vervolgens economie gaan studeren om me toe te ­kunnen leggen op duurzame productieprocessen. Als ik dit opgeef, ben ik mezelf niet meer. Dan vervaag ik.

'Ik had mijn studie en werkgevers achtergelaten en belandde in Zweden achter een bar, er moest geld komen'

“Ziedaar mijn luxeprobleem. Ik heb het felbegeerde allebei: grote liefde en zicht op een geweldige carrière. Nu nog zien hoe we beiden onder één dak kunnen combineren. Nadat ik in het begin van onze verhouding in Italië had gestudeerd, vertrok hij de afgelopen drie jaar voor zijn master naar een universiteit in Zweden, het Harvard voor ontwerpers. Het eerste semester ben ik met hem meegegaan om samen te kunnen zijn. Ik had mijn studie en werkgevers achtergelaten en belandde in Zweden achter een bar, er moest geld komen. Het was winter en sneeuwde de hele dag en het werd vroeg ­donker. Maar het ergste was nog, in de ogen van mijn vriend zag ik die schittering van iemand die zijn plek had gevonden en tussen gelijkgestemden een greep deed naar de toppen van zijn kunnen, een gevoel dat ik zo goed kende en zo intens miste. Hij was als een vis in het water, terwijl ik spartelend langs de kant lag. Ik begon hem te verwijten dat hij niet inzag wat ik nodig had, en hij verweet mij dat ik hem de begeerde opleiding ­misgunde waarvoor hij talloze toelatingsexamens had moeten doen. 

"Toen ik eens na een paar dagen Nederland terugkwam in Zweden, was hij er niet om me op te halen. Ineens voelde het of ik er niet meer toe deed. Mijn ambitie was gesmoord in de liefde. En ik had het ­allemaal zelf toegestaan. Gefrustreerd nam ik de bus naar huis, waar ik hem woedend mijn koffer naar zijn hoofd slingerde en hem de huid vol schold. En hij, die grote bedaarde man, liet me uitrazen en pas toen ik ­kalmer werd, zag ik de mooi gedekte eettafel achter hem. Niet langer bezaaid met vellen papier, stond die vol ­schalen met verschillende soorten vis en wijn. Er brandden kaarsen en het viel me op hoe fris gedoucht mijn vriend was en hoe mooi hij zich voor mij had aangekleed. Ik kon wel huilen. Hij had mijn onzekerheid en frustratie dus wel gezien, hoe kon ik daaraan twijfelen.

'Gefrustreerd nam ik de bus naar huis, waar ik hem woedend mijn koffer naar zijn hoofd slingerde en hem de huid vol schold'

“Eenmaal thuis, na die drie maanden, sloeg de balans weer de andere kant op en was er alleen mijn werk. We hadden weliswaar dagelijks contact via mail en Skype, maar zijn gezicht op mijn laptop, bracht behalve geluk ook pijn. Ik miste hem en hij had het evengoed moeilijk. Maar we zeiden niets, want intuïtief begrepen we allebei dat dit het soort gemis was dat ­verwoord alleen maar erger werd. En er viel toch niks tegen te doen. Dus draaide ik mijn hoofd weg als ik moest huilen tijdens het skypen of wendde een storing voor, en vroeg hem alleen het leuke te vertellen wat hij meemaakte. Andersom deed hij hetzelfde. Hij heeft nooit geweten dat mijn ­somberheid over het gemis de laatste tweeënhalf jaar zo groot werd dat die neigde naar depressie. Tot verbazing van mijn vriendinnen trok ik mezelf steeds meer terug. Zo ongelukkig was ik dat we er na al die jaren maar niet in slaagden om al onze liefdes op een harmonieuze manier te combineren.

“Tot nu dan. Tot hij twee maanden geleden voorgoed terugkwam. Het is spannend. De komende tijd komt het erop aan. Hij solliciteert in heel Europa en ik bouw aan mijn bedrijf en hoop maar dat zijn design-walhalla in een grote stad zal zijn, want die balans, het bij elkaar zijn en zelfontplooiing, is van levensbelang voor ons en onze toekomst.”