© Luc Daelemans

Flamboyante Maaslander bij beste interieurdesigners ter wereld: “Toen Mick Jagger belde liet ik mijn eten staan”

Gert Voorjans (56) stamt uit een geslacht van meubelmakers uit het Limburgse Stokkem. Kenners rangschikken deze flamboyante Maaslander bij de beste interieurdesigners in de wereld. Dries Van Noten is al 20 jaar vaste klant en Mick Jagger gaf hem de vrije hand om zijn huis van 600 m² in Londen aan te kleden.

Ivo VANDEKERCKHOVE

“Ik heb het gevoel dat het voor mij nog allemaal moet beginnen”, zegt Gert Voorjans aan het eind van ons gesprek in zijn vier etages groot huis aan de Leopoldplaats in Antwerpen. Hier woont en werkt de internationaal gewaardeerde interieurdesigner. Hij ontvangt alleen op afspraak en is discreet over zijn cliënteel. Mick Jagger is de beroemdste, Dries Van Noten de trouwste. Waar ter wereld de beroemde Antwerpse couturier ook maar een flagshipstore opent, is hij de afgelopen 22 jaar steevast ingericht door Gert Voorjans. Wij worden hartelijk begroet door de heer des huizes. Hij draagt een donkerblauw kostuum met witte streepjes en brede pijpen, rose hemd en een strikje. In de ontvangstruimte knetteren enkele houtblokken in de open haard, buiten is het 22 graden. “Vuur zorgt voor gezelligheid en ik kan er urenlang naar kijken.”

De opvallend kleurrijke kamer is rijkelijk gevuld met allerhande meubels, tapijten, schilderijen en andere attributen. “Wie op zoek is naar een strakke inrichting met witte meubels, in een kamer met witte muren, wit plafond, witte gordijnen en een afgewassen vloer, moet niet bij mij zijn”, lacht onze gastheer. “Als je hier voor het eerst binnenkomt, zeg ik: ‘Het is hier geen showroom, het is hier geen winkel.’ Je bent hier zoals bij een kunstenaar, dit is mijn materiaal. Die tafel gaat niet samen met die stoelen, die stoelen gaan niet samen met die lamp. Maar die voorwerpen vinden straks wel allemaal hun weg in een project of een werk waarmee ik bezig ben. Het is hier een smeltkroes die me energie geeft. Als jij hier als potentiele klant binnenkomt, dan denk je: ‘Jesus Lord, wat is me dat hier allemaal!? Dat is te veel van het goede.’ Iemand die mij als designer vraagt moet daar doorheen kunnen kijken.”

Vorige maand is het nieuwe diamantmuseum opengegaan in Antwerpen waarvan Gert Voorjans de zogenaamde Wonderkamer heeft ingericht. En Jim Thompson, de wereldberoemde producent van zijden stoffen uit Thailand heeft zopas een nieuwe collectie interieurstoffen gelanceerd door Gert Voorjans ontworpen. Het gaat dus hard voor de Limburgse designer uit Antwerpen.

Op een tekentafel zien we ontwerpen liggen van kleine meubelstukken: dat wordt het volgende project onder de naam Gert Voorjans. Hij wil er nu nog niks over zeggen. Eerst afwachten hoe de stoffen die hij mocht ontwikkelen voor Jim Thompson zullen lopen. “In het najaar krijgen we daar een beetje zicht op. Nu worden mijn catalogussen verspreid over de meer dan 7.000 verkooppunten die de Thaise firma in de wereld heeft.”

Vanwaar de liefde voor meubels en interieur?

“Ik stam uit een familie van ambachtelijke meubelmakers. Het huis in het centrum van Stokkem, aan de Steenkuilstraat, dateerde van 1790 toen de eerste Voorjans er ging wonen. Het was dermate verouderd en is recent gesloopt voor een nieuw bouwproject. Na de Tweede Wereldoorlog is mijn vader overgeschakeld op meubelhandel. Bedoeling was dat een van de twee kinderen de zaak zou verderzetten. Maar dat is niet gebeurd. Ook mijn broer zag die handel niet zitten. Mijn vader – hij is in 2012 overleden – zal wellicht toch even hebben moeten slikken maar vond ook dat elke generatie zijn eigen weg moest gaan. Maar stel u voor, vandaag, een meubelwinkel in Stokkem? Zou dat nog een leefbaar verhaal zijn? Maar dat ik iets had met meubels en inrichten van kamers, dat wist ik van kleins af aan. Van toen ik meubels kon verplaatsen, heb ik me beziggehouden met ze te schuiven en te verschuiven.”

© Luc Daelemans

Hoe kwam u in contact met de grote designers?

“Op mijn 16de wilde ik al uit Limburg weg. Ik had al heel wat gehoord en gelezen over Axel en May Vervoordt, internationaal bekend om hun kunsthandel en interieurinrichting. Op een dag trok ik mijn stoute schoenen aan en klopte aan op hun kasteel in ‘s Gravenwezel. Zij waren verbaasd om die snotneus daar op de stoep te zien. Ze vonden het sympathiek, maar raadden me aan eerst nog wat te gaan studeren. Die raad heb ik opgevolgd. Eerst binnenhuisarchitectuur in Hasselt en daarna kunstgeschiedenis en Italiaans in Siena. Ik wilde absoluut bij de familie Vervoordt aan de slag en ben daarom ook nog een cursus ‘Styles & Art’ gaan volgen bij Sotheby’s in Londen.”

Londen is niet goedkoop. Uw ouders financierden dat zonder tegenspraak?

“Ik was nogal een doordrammer. Als ik iets in mijn hoofd had, moest en zou dat ook gebeuren. Maar inderdaad. Londen was niet goedkoop. Maar ik kon na afloop wel aan de slag bij Axel en May Vervoordt. Daar heb ik 8 fantastische jaren gehad. Ik durf rustig te zeggen dat ik zonder die ervaring niet zou staan waar ik vandaag sta. Aan de architectuurschool in Hasselt werd alles gepropageerd waar ik later niks mee wilde doen. Het moest strak en modern zijn. Alles wat nog maar gelinkt was aan het verleden, was uit den boze. Maar ik heb er wel de praktijk van architectuur geleerd en ook basisvakken zoals sociologie, filosofie en psychologie. En psychologie heb je in ons vak echt wel nodig. De opdrachtgevers zijn meestal een man en een vrouw met verschillende meningen, en je moet ze allebei tevredenstellen.”

Waarom bent u bij Axel Vervoordt weggegaan?

“Na 8 jaar vond ik het tijd om uit te kijken naar iets anders. Dankzij vrienden ben ik in contact gekomen met Dries Van Noten. Die had toen, in 1996, een groot project in Japan. Met 3 flagshipstores en 50 verkooppunten. Ik mocht die inrichten. Formidabel, want dat was iets helemaal anders dan wat ik deed bij de familie Vervoordt. Om de 3 maanden vlogen we naar huis. Dat was nodig, want bijna niemand sprak daar Engels. Na 2 jaar heb ik Dries Van Noten voorgesteld om op zelfstandige basis te mogen werken. Zo kon ik af en toe ook een privéklant bedienen. Mijn motto is nog altijd: hoe meer je doet, hoe meer je aankunt. Hoe meer je doet des te meer connecties je hebt met onderaannemers en met leveranciers. En dat brengt je weer op nieuwe ideeën. In die zin was mijn zelfstandigheid ook voor Dries Van Noten interessant. Ik doe vandaag, na 22 jaar nog steeds zijn winkels over de hele wereld.”

Wanneer situeerde zich voor u de grote doorbraak?

“De grote omslag is gekomen in 2007, samen met de realisatie van de twee belangrijkste Dries Van Noten-boetieks in Parijs. Dat jaar betekende voor mij de doorbraak naar nieuwe klanten in de wereld. Parijs en Londen zijn toch echte vitrines, showcases naar de wereld, met een heel ander publiek dan we hier in Antwerpen kunnen bereiken. Sindsdien zijn er klanten uit Azië gekomen. Tegelijk was het ook een uitdaging voor mij om enigszins los te komen van de schaduw van Dries Van Noten en Axel Vervoordt. Dat zijn op de duur zo’n grote namen geworden dat in elk interview het in de eerste plaats over hen gaat, en niet over mijn verhaal.”

Hoe omschrijft u uw eigen stijl?

Colour, character en craftsmanship. Kleur, karakter en ambacht. Als jij niet graag geel, groen of blauw ziet, dan zijn er honderd andere kleuren mogelijk. Maar ik vind wel dat je iets moet durven. Soms vertrek ik van een stoel of een ander meubel dat de mensen in huis hebben, om daar iets rond te bouwen. Ik geloof heel hard in eigenheid. Ik wil voorkomen dat je in een huis woont waar het lijkt alsof er net een vrachtwagen van de meubelwinkel is doorheen gereden. Dat heeft zo weinig bezieling. Ik vind ook dat ‘waardeloze’ dingen heel goed kunnen langs heel waardevolle zaken. Ik zie ook plaatsen waar de kinderen niet in de zogenaamde ‘goei kamer’ mogen komen. Een huis dient om in te leven. Daarom ben ik ook voorstander van materialen die mooi verouderen: marmer, een houten vloer. Laat die hun patine maar krijgen.”

Wie was uw bekendste klant?

“Ongetwijfeld Mick Jagger. Ik kreeg op een zekere middag telefoon terwijl ik op restaurant zat. Het vlees werd net opgediend toen Mick Jagger belde. Hij was op hotel in Brussel en moest me meteen zien voor de inrichting van zijn huis in Londen, 600 m² groot aan de Theems. Ik heb mijn eten laten staan en ben naar Brussel gereden. In zijn hotelsuite stonden een hele hofhouding én bodyguards rond de rockster. Op een bepaald moment stuurde hij iedereen buiten en zei tegen mij: ‘Ik ben Mick, en jij bent Gert. Geen plichtplegingen meer.’ Je moet dan een knop omdraaien en abstractie maken van de wereldster die voor u zit. Ik kan dat, ik heb nog voor grote namen gewerkt. Dat gesprek is goed verlopen, ik heb mijn parlé kunnen doen. En als ik dan terugreed van Brussel naar Antwerpen kreeg ik in Mechelen al telefoon van mijn bureau dat het kantoor van Jagger in Londen al bevestigd had: “the project is his”, dat ik het werk mocht doen. Vooraleer we eraan begonnen heeft hij mij uitgenodigd in zijn huis in Parijs en aan de Loire. Dat was fantastisch om op die manier te begrijpen hoe hij leeft en functioneert. Redelijk klassiek. Als het op inrichting van huizen aankomt ben ik meer rock-’n-roll dan Mick Jagger.”

Hij is ook een stuk ouder dan u.

“Hij was toen inderdaad al 70. De inrichting van zijn huis in Londen is dan ook klassiek geworden. Maar het is een once in a lifetime experience die voor veel adrenaline zorgt. Hij heeft nog huizen in de wereld en als je op verschillende plekken woont heeft het ook geen zin om overal hetzelfde te doen. De vrienden die hij hier heeft, zoals prins Charles en anderen, willen graag in een klassieke omgeving ontvangen worden.”

Was Mick Jagger tevreden over uw werk?

“Ja, absoluut. Zeer tevreden. Het was dan ook een heel aangename opdracht. Ik werk voor verschillende types van klanten, en dat vind ik net zo leuk. Zij zijn meestal al tussen de 45 en de 55 jaar. Er hangt dan ook een prijskaartje aan vast.”

Kunt u iets over de prijs vertellen?

“Dat is heel moeilijk en zo verschillend. Neem nu een groot herenhuis in de stad, dat heb je niet onder een miljoen euro. Als je dat wil inrichten, moet je er toch nog een gelijkaardig bedrag bijtellen.”

© Luc Daelemans

Vanwaar komen uw klanten?

“Ik ben veel in Azië, Hongkong, Thailand. Ik heb een bureau in Hongkong, in de kantoren van mijn aannemer. Dat is handig voor vertalingen voor onderaannemers, maar ook om potentiële klanten over de streep te halen. Ze kennen Antwerpen wel, maar dat blijft toch een afstand voor velen. En dan vinden ze het fijn als ze dichterbij in contact kunnen komen. En verder had ik opdrachten in Frankrijk, Duitsland, Nederland, Amerika. Ik heb ook altijd een werk lopen in Londen. Terwijl we daar aan een project bezig zijn, dient er zich meestal een nieuwe opdracht aan. Vaak is dat mond-tot-mondreclame. We doen gemiddeld 10 tot 12 projecten per jaar, waaronder 3 tot 4 grote. We doen dat al 20 jaar. Tussen die meer dan 200 projecten zaten ook al eens moeilijkere opdrachtgevers uiteraard. Het is fijn om jarenlang voor iemand als Dries Van Noten te mogen werken. Op den duur moet je elkaar niet zoveel meer vertellen. Hij geeft me ook ruimte en vertrouwen. En dat komt de creativiteit en de motivatie ten goede.”

U heeft intussen twee boeken uitgegeven?

“Ik krijg dikwijls te horen: wat doet die Voorjans nu eigenlijk? Het eerste boek is vooral bedoeld voor professionals. Het schetst mijn leefwereld en de kleuren die ik gebruik. Ik heb er de zaken in opgenoemd die volgens mij van een huis een huis maken: vloeren marmer, tegels, ijzerwerk, muurbekleding, plafonds. In het tweede boek heb ik tien projecten gekozen die we de voorbije 20 jaar hebben gerealiseerd en die samen een staalkaart vormen voor wat ik doe en gedaan heb.”

Waar situeert u zichzelf op dit ogenblik?

“Ik heb het gevoel dat het voor mij nog allemaal moet beginnen. Alles verandert en evolueert, als je jezelf niet om de drie jaar herpositioneert en durft herdenken, dan ga je al achteruit. De grote villa’s met grote tuinen van 20 jaar geleden worden vandaag niet meer gebouwd. Alles moet kleiner en compacter. Antiek? Ze gooien er u mee dood. Een oosters tapijt? Niemand wil het nog stofzuigen. Alles verandert snel en het interieurgebeuren ook. Met het uitbrengen van een eigen collectie van interieurstoffen bij Jim Thompson is er nu ook iets dat kan lopen zonder dat ik er permanent moet langs staan. Het formidabele is dat Thompson in mijn catalogus niet alleen zijde aanbiedt, maar ook wol, linnen en katoen. Ik hoop met een eigen meubellijn eenzelfde weg op te gaan. Dat geeft een beetje zuurstof, want als interieurarchitect is elk project een wit blad waar je telkens van nul aan begint.”

Is er met zo’n druk leven tijd voor een vaste relatie?

“Neen. Ik ben niet getrouwd, ik leef alleen. Als ik wil ruziën is het alleen met mezelf.” (lacht) “Ik ben dus heel wendbaar. Ik ben zo vrij als iets. Ik kan vandaag naar Azië vliegen en morgen naar New York.”

Heeft u hobby’s?

“Neen. Maar ik kook wel graag en ben zot van de natuur. Ik woon hier midden in de stad en moet af en toe de natuur kunnen intrekken. Ik heb vrienden in Kitzbühel in Oostenrijk waar ik graag ga wandelen in de bergen. Dat geeft me zuurstof.”

Heeft u ook projecten in Limburg uitgevoerd?

“Ik heb er al enkele projecten gerealiseerd waaronder een kasteel voor een Limburgse familie. Misschien dat ik na dit interview nieuwe klanten krijg.” (lacht) “Het hoeven niet allemaal buitenlandse opdrachten te zijn. Ik wil heel graag nog eens mijn verhaal komen doen in de gouw waar ik vandaan kom.”

Wie is Gert Voorjans?

  • Geboren in Stokkem, 1962
  • Vader: Walter Voorjans († 2012)
  • Moeder: Tille Op ’t Eynde
  • Broer: Guy Voorjans, woont in As, gehuwd en twee kinderen en werkt in zetelfabriek Mecam in Lanklaar
  • Studies:
  • 1985: binnenhuisarchitectuur Hasselt
  • 1986: postgraduaat Kunstgeschiedenis; Siena Italië
  • 1987: postgraduaat ‘Styles & Art’, Sotheby’s Londen
  • Carrière:
  • 1988-1996: lid van het team van Axel en May Vervoordt in ’s Gravenwezel
  • 1996: inrichting eerste flagshipstore van Dries Van Noten in Aoyama Japan.
  • 1997: opening van Gert VoorJans interieur en design studio in Antwerpen
  • 2005-2007: inrichting van flagshipstores van de Joyce Boutique Holdings in Hongkong en Shanghai.
  • 2007: inrichting van Dries Van Noten flagshipstore in Parijs.
  • 2012: publicatie van eerste boek Interior Life bij Lannoo.
  • 2013: opening eigen kantoor voor Aziatische markt in Hongkong
  • 2016: inrichting van Manila House, privé club van 5400 m² in Manila
  • 2016: publicatie van tweede boek Daily Life bij Lannoo.
  • 2017: inrichting van Wonderkamer van nieuw Diamantmuseum in Antwerpen
  • 2018: gastdesigner van de Jim Thompson’s Spring 2018 stoffencollectie
  • Hobby’s: koken en natuur
Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Lees meer