Direct naar artikelinhoud
Column

Er zijn ook geesten van wie je niet bang hoeft te zijn

Ann De Craemer.Beeld Bob Van Mol

Elke dinsdag en donderdag schrijft Ann De Craemer over de kleine en grote dingen des levens die haar beroeren.

De meest bekeken Netflix-serie van dit moment is The Hauting of Hill House, een horrorreeks waar sommige kijkers gruwelijke nachtmerries aan overhouden. Dat is mij niet overkomen, maar ik heb dan ook nog naar maar één aflevering gezien.

Geloof ik in huizen bevolkt door boze geesten? Nee. Geloof ik dat de menselijke fantasie zo sterk is om geesten, bijvoorbeeld die van overleden geliefden, weer naast zich op het bed te zien? Ja.

Zelf zie ik in een droom de geest van mijn grootmoeder telkens wanneer, zoals nu, een boek van mij is verschenen. De telefoon gaat. ‘Hallo, Anneke, ’t is hier Germaine.’ Germaine was de buurvrouw van mijn grootmoeder – mémé – én haar hartsvriendin. Ze begint meteen te huilen. ‘Wat is er?’ vraag ik bezorgd – nochtans goed wetend dat ik met iemand praat die al een hele tijd dood is. ‘Anneke, mémé vraagt elke dag naar jou. Dat is nu al meer dan twintig jaar dat je niet meer op bezoek komt.’ In shock laat ik de telefoon vallen. Ik ren zoals ik nooit eerder gerend heb en gooi de deur van mémés appartement open. ‘Eindelijk’, zucht ze, ‘daar ben je.’ ‘O, mémé, ik wist helemaal niet dat je nog leefde’ – en ik val in haar armen. ‘Kom, ga zitten, en vertel me wat je allemaal gedaan hebt.’

De droom heeft steeds hetzelfde patroon en leerde me dat er ook ‘geesten’ zijn van wie je niet bang hoeft te zijn, en dat de dood, zelfs als je ongelovig bent, nooit helemaal het einde is. Overleden geliefden zijn er zelfs toe in staat je na elk afgewerkt boek de kracht te geven om weer verder te gaan. 

‘O, mémé, ik wist helemaal niet dat je nog leefde’ – en ik val in haar armen