Luister naar

Portret: Rob Jetten over kerkelijke tradities, homo-zijn en de worsteling met religie binnen D66

Nieuws
De grootouders van Rob Jetten zijn al 67 jaar getrouwd, en volgen hem op de voet. De D66-fractievoorzitter voelt zich prettig bij de sfeer en tradities van het katholicisme, maar bidt zelf niet tot God. Onbewust wil hij bewijzen dat een homo niet anders dan anderen is.
Gerard Beverdam Gerard Beverdam
zaterdag 18 mei 2019 om 03:00
Portret: Rob Jetten over kerkelijke tradities, homo-zijn en de worsteling met religie binnen D66
Portret: Rob Jetten over kerkelijke tradities, homo-zijn en de worsteling met religie binnen D66 David van Dam

Z’n moeder maakte zich zorgen, toen Rob Jetten net fractievoorzitter van D66 was geworden. ‘Ze had in het begin de neiging om alles te lezen en te volgen, en vroeg zich af wat bepaalde reacties met mij zouden doen. Ik had toen echter al besloten minder vaak op Twitter te kijken. Niet alleen om mijzelf te beschermen, maar je krijgt er ook een vertekend beeld van. Een kleine groep die heel actief is op sociale media is negatief over alles wat met politiek te maken heeft. Het is een continue stroom van haat en agressie, waar ook veel collega’s last van hebben.’

De 32-jarige Jetten is nu zeven maanden fractievoorzitter van D66; sinds maart 2017 zit hij in de Tweede Kamer. Een bliksemcarrière dus. Maar het is ook gewoon spannend. Toen hij aantrad als opvolger van Alexander Pechtold, wilde Jetten – perfectionistisch als hij is – het meteen goed doen en geen fouten maken. Dat kwam hem op veel kritiek te staan; zijn antwoorden zouden ingestudeerd zijn. ‘Ik heb daar een modus in moeten vinden; volgens mij gaat het nu goed.’ Jetten oogt nu meer ontspannen, en laat meer van zichzelf zien. Al blijft het wikken en wegen hoever je daarin moet gaan. ‘Mijn grootouders van vaders kant leven nog, zijn dik in de negentig en waren onlangs 67 jaar getrouwd. Ook zij volgen het als ik op tv ben, en kopen de krant als ik daarin sta. Dát is gewoon heel leuk. Maar dat je privéomgeving tegelijk last heeft van de lelijke kanten, vind ik het moeilijkst. Wij hebben zelfs paparazzi-fotografen in de voortuin gehad, terwijl ik niet eens thuis was. Vervolgens stonden er foto’s van mijn partner in de roddelbladen. Dan voel ik mij wel bezwaard richting hem.’

Het gekke is, zegt Rob Jetten, dat je als Kamerlid van alles kunt zeggen zonder dat het veel aandacht krijgt, terwijl er op uitspraken van de fractievoorzitter een vergrootglas ligt. ‘Je staat veel meer in de spotlight. Ik moest wennen aan het continu “aan” staan. Eigenlijk is alles wat je zegt of doet in potentie nieuws.’

familiegevoel

Jetten groeide op in het Brabantse Uden. Zijn vader werkte altijd in het beroepsonderwijs, en gaat deze maand met pensioen. ‘In elke winkel in Uden stond wel een oud-leerling van m’n vader; boodschappen doen duurde altijd eindeloos. M’n moeder is iets jonger. Wij dachten: ze zal ook wel gaan stoppen nu pa met pensioen gaat. Maar zij meldde kortgeleden dat ze een nieuwe baan heeft, haha. Ze wordt toezichthouder in de kinderopvang, maar heeft altijd in de preventieve zorg gewerkt – bij de GGD dus.’

Jettens ouders komen uit Brabantse middenstandsfamilies. ‘De familie van m’n moeder is wat katholieker dan die van m’n vader. Beide zijn het hechte families: grote gezinnen, veel kinderen. Wij gingen ’s zomers altijd met vijf, zes gezinnen op vakantie: met de tent en vouwwagen naar Zuid-Frankrijk. Alle neefjes en nichtjes waren er dan bij, en dat heeft gezorgd voor een sterke familieband. We gaan nog geregeld samen stappen, en komen op elkaars verjaardagen en feestjes. Ik vind het geweldig dat ook onze generatie dit familiegevoel nog heeft.

Mijn oma van moeders kant was heel actief binnen de kerk, in Veghel. Zij zat in het koor; en als we daar logeerden, gingen we altijd met haar mee. Dat zijn mooie herinneringen. Ik ben ook gedoopt, heb communie gedaan, en zat op een rooms-katholieke basisschool waar zelfs nonnen lesgaven. En m’n middelbare school in Uden was het College van het Heilige Kruis. Dus daar kwam het katholieke zuiden wel allemaal in samen.’

Speelde het geloof ook thuis een rol?

‘Vooral mijn oma vond het belangrijk. Ze vertelde er veel over, en met sinterklaas kreeg ik een kinderbijbel. Misschien vond ze het nog wel belangrijker om de traditie door te geven dan het geloof te belijden. Ze hechtte er bijvoorbeeld sterk aan dat we communie deden. Mijn ouders zijn niet kerkelijk, en hebben mijn zusje en mij daar erg vrij in gelaten. Bijvoorbeeld of we ook het vormsel wilden doen (een katholiek sacrament waarbij de gelovige – meestal in de tienerjaren – wordt gezegend met de Heilige Geest, red.). Dat heb ik niet meer gedaan.

Ik denk dat voor veel mensen in het zuiden geldt dat het katholicisme qua sfeer, mystiek en tradities, iets is waar ze zich prettig bij voelen. Dat geldt voor mij ook. Ik zie het ook bij mijn vrienden. Vaak zijn ze geen trouwe kerkgangers meer, maar ze willen wel in de kerk trouwen en hun kinderen laten dopen. En ook als iemand overleden is, doen we na zes weken en een jaar nog de speciale diensten. Dan is de kerk toch nog wel een plek om samen te komen. Ik merk bij mijzelf dat ik het op zo’n moment fijn vind om bij elkaar te zijn, en een traditie vast te houden, maar ik zit daar dan niet om zelf tot God te bidden.

Ik vind religie vooral interessant. In m’n studietijd heb ik een hele periode gebackpackt door Israël, om te zien hoe allerlei geloven daar samenleven – of soms ook níét samenleven. Wat drijft mensen? Dat is iets wat mij van kinds af aan al boeit.

In mijn vriendengroep zitten wel mensen die gelovig zijn; twee katholieken, een koptische vriendin, en iemand die bahai (een religie gericht op geestelijke eenheid van de mensheid, red.) is. Maar we hebben ook vrienden die nadrukkelijk afscheid hebben genomen van de islam, en oorspronkelijk uit traditionele gezinnen komen. Dus komt het geloof wel vaak ter sprake, maar het speelt geen rol in mijn eigen dagelijks handelen.’

Uw coming-out als homo, werd die ook bemoeilijkt door tradities of het geloof?

‘Niet door het geloof, maar wel door Brabant – om het simpel te zeggen. In middelgrote dorpen in Brabant, met sterke familiebanden, speelt de vraag “wat vindt het dorp ervan?” bij veel mensen in het achterhoofd mee. Ik heb wel opgezien tegen mijn coming-out, omdat ik wist dat er mensen zich zorgen maakten hoe er bij de voetbal- of carnavalsvereniging tegen “ons” als gezin of familie zou worden aangekeken. Maar op een gegeven moment heb ik besloten daar niet langer míjn probleem van te maken, want dan wordt het wel zwaar.’

Hebben sterke sociale structuren daarmee ook een schaduwzijde, in uw beleving?

‘Ja, maar het gekke is dat als je eenmaal door zo’n proces heen bent, dat die sterke structuren juist ook weer helpen. Als mensen eenmaal doorhebben dat er eigenlijk niks is veranderd door de mededeling dat je homo bent, gaan ze weer en bloc achter je staan.’

In een interview zei u onlangs dat uw homoseksualiteit zorgt voor iets van onzekerheid, en een diepere drive om u te bewijzen.

‘Ik denk dat er inderdaad onbewust iets in mij schuilgaat wat wil bewijzen dat een homo net zo goed is in zijn werk als anderen, bijvoorbeeld. Misschien wel om daarmee te laten zien dat ik niet anders dan anderen ben.’

Dus die drive is eigenlijk dat u wilt bewijzen dat u niet anders bent?

‘Ja. Terwijl ik dát ook weer lastig vind. Want diversiteit mag ook een feestje zijn. Dat is mijn innerlijke strijd: willen bewijzen dat ik alles kan wat anderen ook kunnen, maar tegelijk accepteren dat verschil prima is. Ik denk dat onbewuste, stereotiepe gedachten in ieders hoofd zitten. Door die af en toe te benoemen, hoop ik mensen aan het denken te zetten.

Want dan ben ík nog een nette jongen. Maar wat als iemand veel uitgesprokener is? Hoe reageren we daar dan met z’n allen op? Ik denk dat daar nog een hele wereld te winnen is.’

Begin dit jaar verscheen de Nashvilleverklaring, waarin onder andere homorelaties worden afgewezen. U reageerde door een innige foto van u en uw vriend op sociale media te plaatsen, en erbij te schrijven dat niets uw liefde tegenhoudt.

‘Het raakte me meer dan ik zou hebben verwacht. Ik was nog maar kort fractievoorzitter, en moest er sowieso aan wennen dat er veel aandacht uitging naar mijn homoseksualiteit.

Kennelijk is het nog steeds heel interessant dat de fractievoorzitter van een grote partij homo is. Op een gegeven moment dacht ik: als er dan toch zo veel aandacht voor is, laat ik dan maar degene zijn die af en toe een persoonlijk verhaal vertelt, om anderen weer een stapje verder te helpen. Want de emancipatie is nooit af.

De Nashvilleverklaring was voor mij echt een stap terug in de tijd. Ook omdat ik weet dat in een aantal kerken juist actief wordt nagedacht hoe mensen die én gelovig én homo zijn, toch hun plek kunnen hebben in de kerk. Een goede vriend van mij is voorganger geweest in een kerk in Arnhem, en ik was altijd onder de indruk hoe hij mensen hielp méér zichzelf te zijn. Al die mooie initiatieven kwamen voor mijn gevoel onder druk te staan door de Nashvilleverklaring.’

U vertelt vrijuit over geloof en tradities in uw familie. Maar hoe zit dat breder in D66? De remonstrantse predikant Joost Röselaers, actief binnen uw partij, zei onlangs dat veel D66’ers zich met religie geen raad weten. Zij zien volgens hem niet hoe religie ook kan zorgen voor zingeving en troost.

‘Ik vind zijn opmerkingen wel een opdracht voor ons als partij. De belangrijkste waarden van D66 zijn kansengelijkheid en zichtbaar jezelf kunnen zijn. Het moet niet uitmaken of je homo of transgender bent, maar het moet ook niet uitmaken wat je gelooft.

Rond een aantal thema’s is de afgelopen jaren het beeld ontstaan dat D66 een antireligieuze partij is, of dat wij vooral strijden tegen kleinere christelijke partijen. Dat klopt niet met de werkelijkheid. Ja, bij D66 geloven we sterk in de scheiding van kerk en staat. Maar dat weerhoudt ook mensen die gelovig zijn er niet van zich bij ons aan te sluiten. In Nijmegen had ik in de gemeenteraad een fractiegenoot die wekelijks naar de kerk ging.

Maar het beeld dat Joost Röselaers schetst, herken ik wel. Daarover moeten we in gesprek.’

Is er ook sprake van een generatieconflict, als D66’ers uitstralen dat religie iets is wat mensen beknelt, en waarvan zij bevrijd moeten worden?

‘D66 is opgericht in een tijd waarin de verzuiling nog sterk was, en veel individuele vrijheden die we nu hebben, niet of maar beperkt bestonden. Een partij als D66 moest daarover strijden met mensen die pal stonden voor die verzuiling. Dat bepaalt wel het sentiment onder de oudere generatie D66’ers.

Ik denk dat dit onder de nieuwe generatie veel minder speelt. Daarom hoop ik dat we ook het gesprek over geloof op een nieuwe manier kunnen voeren. Ik zie binnen onze partij heftige discussies over de vrijheid van onderwijs, ritueel slachten, en jongensbesnijdenis. Het is echt niet zo dat iedereen binnen D66 zegt: inperken die onderwijsvrijheid, of stoppen met ritueel slachten.

Toen ik net fractievoorzitter was, heb ik veel een-op-een met Gert-Jan (Segers, fractievoorzitter van de ChristenUnie, red.) gesproken. Uit eten, kopjes koffie. Om meer van elkaar te leren over welke wereld er achter bepaalde standpunten zit. Het gekke was dat ik veel overeenkomsten zag, alleen hangen we er soms andere woorden aan. Als we op die manier ook binnen D66 het gesprek aangaan, en daar méér van laten zien, denk ik dat we een genuanceerder beeld van de partij kunnen neerzetten als het om geloof gaat.’

Maar bij de laatste kabinetsformatie deed D66 nog heel moeilijk over deelname van de ChristenUnie aan de regering.

‘Onze voorkeur was met GroenLinks een kabinet te vormen, en er was veel aarzeling over het in één kabinet zitten met de ChristenUnie. Maar sinds het kabinet er is, werken D66 en ChristenUnie supergoed samen. Dat vind ik wel grappig: op een paar thema’s knettert het, maar verder zijn we het progressieve duo van deze coalitie. Als het gaat om hoe we – ik zeg het even in ChristenUnie-woorden – de schepping achterlaten, maar ook rond thema’s als onderwijs en asiel, vinden we elkaar gemakkelijk. Doordat we in de formatie zózeer elkaars nieren hebben geproefd, begrijpen we elkaar en is er wederzijds respect. En ook begrip dat we soms diametraal tegenover elkaar staan.

Dat heeft tijd en energie gekost, en die moet je erin willen steken. Ik denk dat andere partijen op links soms zo’n sterk geloof in hun eigen linkse kerk hebben dat ze niet die stap kunnen zetten om tot elkaar te komen.

Natuurlijk: het wringt soms als het gaat om onderwerpen als lichamelijke integriteit of wat je zelf mag bepalen over je éígen leven. Als straks het nieuwe onderzoek naar “voltooid leven” klaar is, sta ik wel pal voor liberale verworvenheden. Ik wil niks aan een ander opleggen. Maar ik verwacht van de ander wel de ruimte om mijn eigen afweging te mogen maken. Die spanning tussen de ChristenUnie en ons kan dus rond bepaalde thema’s terugkeren.’

En gaat u zich dan beheersen, of mag het knetteren?

‘Ik geloof persoonlijk niet dat het helpt als je bij grote medisch-ethische vraagstukken gaat forceren. Want je wilt een zo breed mogelijk draagvlak in de samenleving; het is niet ons doel om mensen eens flink op de tenen te trappen. Kunnen we aan zorgen die er leven, tegemoetkomen?

Dat hebben we al gedaan rond abortus. Toen we daarover met de ChristenUnie in gesprek gingen, bleek dat we allebei zorgen hebben over vrouwen die meer dan eens een abortus ondergaan. Ik sta echt niet te juichen als iemand drie keer een abortus heeft gepleegd. Dan vraag ook ik mij af: welke wereld zit daarachter? Is dat iemand in een kwetsbare positie? Kunnen we zo’n vrouw helpen, als dat nodig is?

Over zoiets als abortus gaan we het met een partij als de ChristenUnie principieel nooit eens worden. Maar door op deze manier naar problemen te kijken, kun je wel een balans vinden.’ ?

een keuze voor persoonlijke vrijheid

Rob Arnoldus Adrianus Jetten wordt op 25 maart 1987 geboren. Hij groeit op in Uden.

Na zijn middelbareschooltijd in Uden studeert hij bestuurskunde aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.

Rond zijn achttiende sluit hij zich aan bij D66. ‘Voor mij stond die partij heel erg voor persoonlijke vrijheid’, zegt Jetten over die keuze.

In 2008 en 2009 is hij voorzitter van de Jonge Democraten, de jongerenafdeling van D66.

In 2010 komt hij in de gemeenteraad van Nijmegen, meteen als fractievoorzitter. Hij blijft dat tot aan zijn Kamerlidmaatschap.

In 2013 gaat hij werken bij ProRail; vanaf 2014 als regiomanager bouwmanagement in Zwolle.

Vanaf 23 maart 2017 is Jetten lid van de Tweede Kamer; sinds 9 oktober 2018 is hij voorzitter van de D66-fractie.

Rob Jetten woont met zijn vriend Sjoerd van Gils in Ubbergen (bij Nijmegen).

Mail de redactie
Mail de redactie
Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt.
PVV-leider Geert Wilders dinsdag na afloop van de gesprekken van de vier formerende partijen met de informateurs Dijkgraaf en Van Zwol.

Noodgreep rond asiel ligt op formatietafel, maar haalt die ook iets uit? 'Dit kan niet zomaar'

De formerende partijen praten over het uitroepen van een 'asielcrisis'. Maar de zittende staatssecretaris Eric van der Burg waarschuwt alvast dat dit niet zomaar kan.

NSC-Kamerlid Nicolien Van Vroonhoven benadrukt geen tegenstander te zijn van de Transgenderwet zoals die nu bestaat, maar alleen van de verruiming.

Meerderheid Kamer wil ruimere Transgenderwet in prullenbak, minister weigert voorstel in te trekken

Het wordt niet gemakkelijker om de geslachtsaanduiding te wijzigen bij de burgerlijke stand. Een meerderheid van de Tweede Kamer vroeg dinsdag aan het demissionaire kabinet om een wetsvoorstel hierover in te trekken.

Partijleider Frans Timmermans op het congres van GroenLinks en PvdA: ‘We laten niemand los, dat is ons verhaal.’

Timmermans wil links blok grootste maken: 'Voorkomen dat Wilders aan de knoppen van de macht komt'

‘Wij hebben elkaar nodig’, zegt Frans Timmermans zaterdag met luide stem voor een bomvol ledencongres van GroenLinks-PvdA. Honderden leden zijn bijeen om te stemmen over nauwere samenwerking.

Frans Timmermans zal al zijn stuurmanskunst nodig hebben om er tijdens het congres vandaag voor te zorgen dat het conflict tussen Israël en Gaza geen splijtzwam wordt.

Voordat Timmermans het formatiestokje kan overnemen, moet hij een dreigende binnenbrand blussen

GroenLinks-PvdA-leider Frans Timmermans hoopt dat het linkse blok alsnog een rol van betekenis krijgt. Maar in zijn eigen achterban broeit het al maanden. Vandaag ontmoeten de flanken elkaar op het gezamenlijke partijcongres.

Conny Helder (Volksgezondheid): ‘Goede zorg tegen een lagere prijs, ik ben daar niet op voorhand voor om dat in te dammen.’

Kamer wil private partijen uit zorg weren, maar de minister ziet nog altijd meer voor- dan nadelen

Ondanks aanhoudende oproepen van de Kamer om private investeerders in de zorg aan banden te leggen, wil demissionair minister Conny Helder niets van een verbod weten. Volgens haar heeft de zorg juist baat bij privaat geld.

Hoogleraar Beatrice de Graaf licht in 2021 het rapport-Joustra over adoptie toe in de Tweede Kamer.

Adoptie van kinderen verbindt SGP en D66 op wonderlijke wijze. Toch beweegt de politiek richting afbouw

Adoptie van kinderen uit andere landen is een gevoelig thema, omdat het aan diepe wensen raakt. Tussen SGP en D66 bestaat er op dit thema zelfs een wonderlijke verbondenheid. Toch wil een Kamermeerderheid ermee stoppen.