Schuldig en zwak
Geld uitgeven dat je niet hebt, kopen wat je niet kunt betalen: zo raakt een mens in de schulden. Ethisch en theoretisch is dat altijd eigen schuld. Je was er zelf bij, het waren persoonlijke keuzes. Maar de realiteit is dat veel schulden al in eerste aanleg ook oorzaken hebben buiten de schuldenaar. Mensen geven geld uit waarvan later blijkt dat ze het niet konden besteden. Salaris waarvan de belasting nog moest worden afgeroomd; toeslagen die hun toch niet toekwamen. De Belastingdienst heeft jarenlang geld uitgekeerd aan burgers die daar bij nader inzien geen recht op hadden. Huur-, zorg- en kinderopvangtoeslag, kindgebonden budget: als je zulke voorschotten na jaren ineens moet terugbetalen, ben je nog niet jarig.
Aan de andere kant doen mensen aankopen waarvan ze de totaalprijs niet doorzien. Wie tegenwoordig een hypotheek wil afsluiten, moet z’n aflospotentie driedubbel bewijzen. Maar er zijn financiële verplichtingen (contracten, abonnementen, afbetalingen) die je veel makkelijker kunt aangaan, en waar je nog moeilijker vanafkomt dan van een huis dat ‘onder water staat’.
Schulden worden al gauw een kostenpost op zich. Om te beginnen door de rente die erover berekend wordt, en nog veel meer door de boetes en inningskosten die daar bovenop komen. Ook hier geeft de overheid geregeld het slechte voorbeeld, door snel en zwaar boetes te stapelen op een relatief onschuldige tekortkoming. En de overheid heeft, in tegenstelling tot een eenvoudige ondernemer, altijd genoeg tijd en bureaucratische overmacht om op zo’n openstaande, uitdijende vordering te blijven hameren. Totdat de schuldenaar murwgebeukt besluit de krater van die openstaande boete dan maar met een ánder gat te dichten. Met een woekerlening bijvoorbeeld; want als je écht in nood zit, valt er altijd wel ergens snel geld te halen, waardoor je nog dieper de fuik in zwemt.
Een relatief nieuwe katalysator in de schuld-ellende is het doorverkopen van schulden aan bedrijven die daar wel brood in zien. Hun specialiteit, incasseren, is op zich een eerlijk beroep: een lastige klus die anderen liever uitbesteden dan dat ze zelf wanbetalers op de huid moeten zitten. Maar steeds meer incassobureaus kopen openstaande schulden op, en gaan daarna meedogenloos op jacht. In dat verdienmodel spelen klantvriendelijkheid, behulpzaamheid en voorlichting geen rol. Norse, intimiderende communicatie kan hen juist helpen hun doel te behalen. Klantbinding is geen economisch belang voor deze tak van financiële ‘dienstverlening’ die alleen zichzelf dient. Strakke overheidsregulering is nodig op deze markt waar de klant geen koning, maar zwak en schuldig is.
de mening van het Nederlands Dagblad