Direct naar artikelinhoud
LGBTQ

De nieuwe Romeo en Julia zijn gay

Josh O’Connor (onder) en Alec Secăreanu in 'God’s Own Country'.Beeld Agatha A. Nitecka

Wordt u de laatste tijd ook opvallend vaak warm van homoromances? Na Oscar-sensaties Moonlight en Call Me By Your Name is het deze week alweer prijs, met God's Own Country. Hoe komt het dat films over homoliefde ons plots zo raken?

Wie vijf jaar geleden een lijstje had moeten samenstellen van de mooiste liefdesfilms ooit, zou wellicht uitgekomen zijn bij klassiekers als Titanic, Gone With The Wind, Brief Encounter of Before Sunrise: tijdloze, maar ook heel erg heteroseksuele romantiek. Anno 2018 zou zo’n lijstje er helemaal anders – en vooral veel diverser – uitzien. Want wie kon er alleen al het voorbije jaar om films als Moonlight en Call Me By Your Name heen?

Wie echte romantiek zoekt in de bioscoop, vindt de laatste jaren steeds vaker zijn gading bij queer cinema. Zo was er vorig jaar, naast de twee bovengenoemde films, ook nog de Chileense Oscar-winnaar Una mujer fantástica, over de liefde tussen een transgendervrouw en een oudere man. Of het Franse 120 Battements par minute, waarin de strijd tegen aids én de herenliefde met evenveel passie bedreven werden. In 2016 spatte het verboden verlangen van het scherm in Todd Haynes’ sensuele drama Carol, over twee verliefde vrouwen die in de jaren 50 moeten opboksen tegen de conservatieve moraal. En in 2011 was er al het Britse gay pareltje Weekend van Andrew Haigh.

Homoseksuele schaapherders

Deze week zet God’s Own Country die trend verder: de Britse debutant Francis Lee portretteert een stormachtige romance tussen twee schaapherders op het brute platteland van Yorkshire. En Lee zelf heeft het gevoel dat de mooiste liefdesfilms tegenwoordig over homopersonages gaan, bevestigt hij aan de telefoon. “Als mensen tegenwoordig vurige romantiek willen zien, gaan ze naar queer films kijken. Volgens mij komt dat simpelweg omdat heterocinema romantiek niet meer serieus neemt. Als het over relaties gaat, zit je al snel op het terrein van de romantische komedies. Mooie liefdesdrama’s als An Officer and a Gentleman of The Bridges of Madison County maken ze vandaag niet meer.”

Maar wat maakt dan dat uitgerekend queer cinema tegenwoordig wel nog zo kan ontroeren? Zou het kunnen dat homoromantiek nog frisser en echter aanvoelt, omdat ze vroeger enkel in de marge van de filmwereld bestond, en zich daardoor nooit heeft moeten plooien naar de wetten van de mainstream, met al zijn afgezaagde clichés? Lee twijfelt. “Misschien wel. Maar ik denk dat er nog iets anders speelt: in relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht zit er meestal toch wat meer strijd. Het is vaak moeilijker om verliefd te worden en een relatie uit te bouwen. Dat maakt het extra dramatisch en dus ontroerend.”

'In relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht zit er meestal toch wat meer strijd'
Francis Lee

Patrick Duynslaegher, artistiek directeur van Film Fest Gent, beaamt: “In gay liefdesverhalen zitten vaak meer obstakels: de personages moeten vechten tegen de samenleving, of tegen hun ouders, of ze worstelen zelf met hun geaardheid. Dat maakt de liefde grootser en romantischer. Waarom is Romeo en Julia het mooiste liefdesverhaal aller tijden? Omdat de obstakels zo groot zijn, en omdat ze het met hun leven moeten bekopen. Dat is de ultieme romantiek.”

Anderzijds: zijn de obstakels voor niet-hetero’s vandaag niet een stuk kleiner dan enkele decennia geleden, toen homoseksualiteit nog veel minder aanvaard werd? “Ja”, geeft Duynslaegher toe, “in principe zou het dertig jaar geleden nog veel interessanter geweest zijn om dat soort verhalen te brengen. Maar toen zat queer cinema nog veel meer in een soort ghetto. Dat is stilaan beginnen te veranderen met het enorme succes van Brokeback Mountain (uit 2005, over de verboden liefde tussen twee cowboys, LT). Die film heeft volgens mij de poort naar de mainstream opengezet.”

Josh O’Connor in 'God's Own Country'.Beeld Agatha A. Nitecka

Dat het maatschappelijke taboe op homoseksualiteit vandaag veel minder zwaar weegt, kan bovendien voor een stuk verklaren waarom same sex liefdesverhalen nu een breder publiek bereiken: we staan er gewoon meer voor open. “Dat Call Me By Your Name het tot op de Oscars geschopt heeft, geeft aan dat er bakens verlegd zijn”, vindt Duynslaegher. “Twintig jaar geleden zou dat niet mogelijk geweest zijn, denk ik.” Ook Bavo Defurne, die in 2011 ontluikende homoliefde op de Vlaamse bioscoopschermen bracht met Noordzee, Texas, merkt vooruitgang: “Ik vroeg onlangs aan mijn studenten op het KASK wie er allemaal naar Call Me By Your Name was gaan kijken: alle handen gingen omhoog! En bovendien vond iedereen hem ook goed. Dat vond ik bijzonder opvallend.”

Onze kijk op homoseksualiteit is dus geëvolueerd, maar zou het kunnen dat de films die het thema aanraken zelf ook veranderd zijn – lees: “gewoner” zijn geworden? Zo is de extravagantie van de jonge Pedro Almodóvar bijvoorbeeld heel veraf in films als Moonlight, Call Me By Your Name of God’s Own Country. “Die films brengen homoseksualiteit op een heel natuurlijke, evidente manier in beeld”, zegt Patrick Duynslaegher. “Call Me By Your Name had zelfs evengoed een heteroverhaal kunnen zijn.” Met andere woorden: het clichébeeld van de homo-met-pluimen-in-zijn-gat is op zijn retour. Homopersonages worden wat minder uitgesproken homo, waardoor ook een heteropubliek zich makkelijker met hen kan identificeren.

'Vroeger kwamen homo’s alleen in beeld als ze zelfmoord pleegden of psychotisch waren'
Patrick Duynslaegher, artistiek directeur van Film Fest Gent

“Ik ben er niet helemaal uit of we daar nu blij mee moeten zijn”, aarzelt Bavo Defurne. “Maar wat me wel verheugt, is dat een film als God’s Own Country net als Noordzee, Texas een wat hoopvollere kijk op homoseksualiteit biedt. Want meestal loopt het heel dramatisch af. Terwijl: ik beschouw mezelf als getrouwde homoman helemaal niet als een drama.” Ook Duynslaegher bespeurt een positievere tendens: “Vroeger kwamen homo’s alleen in beeld als ze zelfmoord pleegden of psychotisch waren. Of heel verwijfd, zoals in La Cage aux Folles. Dat waren erg beperkende, en zelfs ronduit beledigende stereotypes, die nu gelukkig aan het verdwijnen zijn.”

En toch zijn we er nog lang niet, vindt Wendy Vercauteren, programmator van LGBT-filmfestival Pinx. “We proberen al jaren om tijdens ons festival ook schoolverstellingen te organiseren en zo het holebithema op tafel te leggen. Maar dat loopt niet van een leien dakje. Vorige week hadden we zowaar een schoolvoorstelling van Call Me By Your Name. Maar ik kan je zeggen dat dat niet vaak gebeurt.”

Maar waar scholen achterophinken, neemt Hollywood zelf de vlucht vooruit – uiteraard in de hoop om de kassa te doen rinkelen, maar toch. Vorige week ging in Amerika Love, Simon in première. Een luchtige, positieve en vooral commerciële tienerfilm van megastudio 20th Century Fox, over een 17-jarige jongen die aarzelt om uit de kast te komen. De film haalde op een weekend tijd een slordige 11,5 miljoen dollar op, en zal dus zeker nog heel wat tienerharten – homo, hetero, bi of wat dan ook – sneller doen slaan.

God's Own Country speelt vanaf  21/03 in de bioscoop.