De Duits-Panamese advocaat Jürgen Mossack (76) en de Panamese zakenman en advocaat Ramon Fonseca (71) en 24 andere beklaagden worden beschuldigd van het witwassen van geld door het oprichten van 215.000 postbusbedrijven in belastingparadijzen. Politici, zakenmannen, sportlui en andere prominente figuren verborgen zo hun vermogen.

Aanklager Isis Soto vroeg voor de hoofdverdachten de maximumstraf. Ze eiste ook de veroordeling van de 24 andere beklaagden, voornamelijk voormalige werknemers van het bedrijf. Zij worden sinds 9 april berecht in de zaak rond de Panama Papers.

Belastingen recupereren

In het voorjaar van 2016 legden de Duitse krant Süddeutsche Zeitung en andere media uit het netwerk van internationale onderzoeksjournalisten ICIJ de activiteiten bloot van de in Panama opgerichte postbusbedrijven. Via een groot datalek kreeg de krant 11,5 miljoen documenten in handen. Bijna 400 journalisten uit meer dan 80 landen, ook België (De Tijd, Knack, MO*, Le Soir), doorploegden de bestanden.

LEES OOK. Minstens zes van de rijkste Belgische families duiken op in Panama Papers

Daarbij doken onder andere de namen op van 140 politici en vertrouwelingen. In IJsland leidde de publicatie tot het aftreden van minister-president Sigmundur Gunnlaugsson. In Pakistan moest premier Nawaz Sharif opstappen. Het ICIJ kreeg voor de Panama Papers in 2017 een Pulitzer-prijs, de hoogste prijs van de Amerikaanse journalistiek. Na de onthullingen startten veel landen belastingonderzoeken op, zodat ze miljoenen belastinginkomsten konden recupereren.

LEES OOK. Belgische fiscus vordert ‘maar’ 16 miljoen euro extra dankzij Panama Papers