© AFP

VN zien geen uitweg meer voor conflict: vijf miljoen kinderen riskeren hongerdood

De toestand door de burgeroorlog in Jemen is zo erg geworden dat zelfs de Verenigde Naties geen uitweg meer zien. “We zijn de strijd tegen de hongersnood aan het verliezen. Een humanitaire ramp met Bijbelse proporties dreigt in het land. Misschien wel de grootste crisis sinds de oprichting van de VN in 1945.”

FRANK POOSEN

Meer dan twee derde van de bevolking in Jemen is nu al afhankelijk van hulp. Dat zijn 22 miljoen mensen. Achttien miljoen van hen weten niet wanneer ze eten zullen hebben en acht miljoen Jemenieten hebben zelfs dat vooruitzicht niet meer. “De situatie is hopeloos”, zei Mark Lowcock tijdens een spoedberaad van de VN-Veiligheidsraad. Hij is adjunct-secretaris-generaal voor Humanitaire Zaken van de VN.

“We verliezen onze strijd tegen de hongersnood, en de situatie is in de laatste weken op een alarmerende manier verergerd. We dreigen een ‘point of no return’ te bereiken, waarna het onmogelijk wordt om overlijdens te vermijden door een algemene hongersnood”, zei Lowcock.

“Ergste wat ik ooit heb gezien”

Helle Thorning-Schmidt, directeur van de NGO Save the Children, waarschuwde vorige woensdag nog voor een ­catastrofe in het land. “Vijf miljoen kinderen dreigen te sterven van de honger. Dat is een hele generatie.” Ze deed die uitspraak nadat ze in het noorden van het land een ziekenhuis had bezocht. “Het ergste wat ik ooit heb gezien”, zei ze. “De baby’s waren te zwak om te huilen. Hun lichamen waren uitgeput van de honger.”

Marc Lowcock roept nu de VN-Veiligheidsraad op om de politieke onderhandelingen tussen de strijdende partijen in Jemen mee op gang te trekken. De VN moeten ook ­onmiddellijk maatregelen nemen om de economie te stabiliseren, zegt hij. “Het is de hoogste tijd dat de verschillende partijen onder druk worden gezet om de meeste kwetsbare groepen toegang te geven tot humanitaire hulp.” Een van de tactieken van de verschillende legers die mekaar bekampen in Jemen, is om hulpgoederen tegen te houden en de tegenstander uit te putten.

Het straatarme Jemen is al jaren verwikkeld in een dodelijk conflict tussen sjiitische Houthi- rebellen en troepen die loyaal zijn aan president Abd Rabbuh Mansur Al-Hadi. Een door Saudi-Arabië geleide alliantie kwam in 2015 tussenbeide om de president te ondersteunen tegen de door Iran gesteunde Houthi’s.

De Saudi’s en hun bondgenoten beschuldigen de Houthi-rebellen van het smokkelen van wapens uit Iran via de havenstad Hodeida, en hebben een gedeeltelijke blokkade opgelegd aan de haven. Maar die is een van de belangrijke toegangswegen tot het land voor internationale hulpkonvooien. Het offensief brengt dan ook de toegang tot humanitaire hulp in gevaar.

De coalitie, die de Houthi-gebieden voortdurend bestookt met zware bombardementen met logistieke steun vanuit de Verenigde Staten, vecht met hernieuwde kracht na het mislukken van een vredesconferentie in Genève een paar weken geleden. Daar kwamen de Houthi-vertegenwoordigers uiteindelijk niet opdagen, omdat ze naar eigen zeggen onvoldoende garanties hadden gekregen dat ze naar hun gebieden in Jemen konden terugkeren.

Mensenrechtenraad

Intussen is elders in Genève de Mensenrechtenraad van de VN bijeen. Daar wordt deze maand besloten over de verlenging van het mandaat voor een groep experts die onderzoek doet naar oorlogsmisdaden in Jemen. In augustus kwam de groep met haar eerste rapport. Ze hekelde de coalitie voor de onzorgvuldige manier waarop ze bombardementen uitvoerde. Daardoor werden veel burgers onnodig gedood.

Het geweld maakte volgens de VN al tienduizenden doden en meer dan 56.000 gewonden. Het land wordt bovendien getroffen door een cholera-epidemie en difterie.