Jolan Cox werd fit bevonden voor de Maaseikse medische staf en startte dus in de basis. Maar vanaf de eerste bal was duidelijk dat de kapitein enkel in blok voluit kon gaan. Roeselare startte het best. Rotty (8 op 10 en 2 killblocks), die elke wedstrijd beter lijkt te worden, speelde een geweldige set. Dankzij een foutloze receptie beukte Knack erop los in side-out. Bij 11-17 leek de set beslist, maar Iribarne lanceerde een remonte met een opslagreeks. Aan ace van Bartos was goed voor de 20-20. Coolman en de voorhamer van Rotty zetten Roeselare uiteindelijk toch op een terechte 0-1-voorsprong.

De tweede beurt werd voor Maaseik een pijnlijke afstraffing. Deroey bracht alle ballen perfect tot bij D’Hulst, Rotty bleef aan een geweldig percentage afwerken. Een apathische Fulvio Bertini oogstte flink wat onbegrip door veel te laat in te grijpen. Zo mocht Lindqvist pas bij 12-21 Cox komen aflossen. Die wissel luidde warempel nog een opflakkering in (16-21), maar het gat dichtrijden zat er niet meer in.

In set drie kwam Maaseik, met Hanzic én Lindqvist op het veld, eindelijk onder stoom. Over Bartos en Fornès werd het 9-6. Roeselare bleef rustig. Met wederom een volledig Belgische basisploeg werkte Knack de achterstand in een mum van tijd weg. Plaskie, Verhanneman en Rotty zorgden voor de puntjes. Met een ace deelde Coolman een eerste belangrijke tik uit: 17-19. Hanzic bracht weer hoop met een rake opslag (21-21), maar in moneytime bezweek de thuisploeg onder de druk. Met een killblock sloot Coolman de debatten.

Sets: 22-25, 19-25, 24-26.

Maaseik: Polak, Bartos, Iribarne, Cox, Vanker, Fornès. Libero: Currie. Kwamen in: Wijkstra, Depovere.

Roeselare: D’Hulst, Coolman, Plaskie, Verhanneman, Van Elsen, Rotty. Libero: Deroey. Kwamen in: Hanzic, Lindqvist, Berkhout.