© GEERT TRESIGNIE

Mathieu van der Poel: “Ik dacht even dat het allemaal voorbij was”

“We zijn aan een ramp ontsnapt.” Zelden zo’n immense opluchting gezien als bij de ploeg van Van der Poel gisteravond. Een uur lang zag het ernaar uit dat Mathieu van der Poel het voorjaar, waar hij zoveel van verwacht had, na amper één wedstrijd mocht vergeten. Zo vreselijk zag de val eruit, zo pijnlijk was de grimas toen hij naar het ziekenhuis werd afgevoerd. Tot dan toch het onwaarschijnlijke bericht volgde: “Alleen schaafwonden en kneuzingen. Hij zet zijn seizoen voort zoals gepland.” Relaas van enkele heel bange uren.

Wim Vos

Gisteravond om 19.00u in een vakantiehuis vlak bij de Paddestraat. Nog tot zondag is dit de uitvalsbasis van de ploeg van Corendon-Circus in de Vlaamse Ardennen. Buiten hebben we net voordien een zichtbaar opgeluchte Christoph Roodhooft getroffen. Nokere Koerse is dan ruim anderhalf uur afgelopen en op tv heeft iedereen Mathieu van der Poel een vreselijke smak zien maken. “We hebben echt ongelooflijk veel geluk gehad”, zegt Roodhooft, de sportieve baas van Van der Poel. “Onwaarschijnlijk.” Even later zien we ook de renner zelf. Hij is net terug van het ziekenhuis in Oudenaarde en vanop het terras aan de achterkant zien we hem rustig aan de keukentafel zitten. Praten wil hij zelf nog niet. Daarvoor is de valpartij dan toch iets te hard aangekomen. Maar beduusd zwaait hij even in onze richting. Roodhooft komt erbij staan: “Wie had anderhalf uur geleden gedacht dat hij hier nu zou zitten? Niemand toch?”

“Een ramp”

Het zal nog wel even hét beeld blijven van Nokere Koerse 2019. Niet de winst van de Nederlander Cees Bol, niet de massa rond de bus van Remco Evenepoel. Wél de val van Mathieu van der Poel. Als topfavoriet was hij aan de wedstrijd begonnen, in wat nochtans pas zijn eerste wedstrijd in zijn allereerste Vlaamse voorjaar was. Maar dit leek een wedstrijd die hem op het lijf geschreven was. Niet in het minst door die aankomst: een spurt bergop op de kasseien. Maar net op die plek loopt het gisteren faliekant mis. Het peloton komt net de kasseitjes van de laatste 350 meter op, als de Duitser Walscheid zich van de kop laat terugzakken en in botsing komt met een renner. In zijn val sleurt hij Mathieu van der Poel neer. Die valt, rolt verder – aldus Roodhooft: “Jean-Marie Dedecker zou het niet beter gedaan hebben” – maar wordt opnieuw aangereden door een renner van CCC en blijft dan liggen. Roodhooft volgt het op dat moment in de auto. “Mathieu gevallen, hoorden wij onmiddellijk. Waarna we twintig seconden later ook de beelden zagen op tv. Dat was echt geen gewone val. Bovendien zagen we hoe hij zijn hand op zijn lichaam hield. Wat je dan denkt? Ik dacht dat zijn hand of sleutelbeen gebroken was.” En dus? “Dat zijn voorjaar er opzat, natuurlijk.”

© GEERT TRESIGNIE

Minstens tien minuten lang zal Van der Poel op de kasseien blijven liggen. Kermend van de pijn. Zijn hele ploeg stopt bij hem. En zelf zijn we er intussen ook bij: dit ziet er écht niet goed uit. De eerste geluiden lijken dat ook te bevestigen: hand, heup, knieën, elleboog. Het lijkt allemaal geraakt. Met de grootst mogelijke omzichtigheid wordt hij op een draagberrie de ziekenwagen ingedragen en naar het hospitaal van Oudenaarde afgevoerd. Ook bij Corendon-Circus houden ze dan nog steeds hun hart vast. Roodhooft: “Op dat moment had ik van onze verzorger wel al begrepen dat zijn sleutelbeen niet gebroken was. Maar evengoed vreesde ik nog altijd dat we het voorjaar met een ploeg zonder Mathieu zouden moeten afwerken. En dat op een moment dat het eigenlijk nog moest beginnen. Eerlijk: dat was een ramp.”

“Zelfs geen foto’s”

“Gelukkig geen breuken, enkel kneuzingen en schaafwonden. Zonder onvoorziene wendingen kan Mathieu van der Poel zijn wegprogramma afwerken zoals gepland.” We zijn zelf al onderweg naar het ziekenhuis van Oudenaarde voor een stand van zaken, als een uurtje na de wedstrijd in Nokere het verrassende bericht van de woordvoerder van Corendon-Circus op onze telefoon verschijnt. Het nieuws is even goed als onverwacht. We begrijpen dat Van der Poel zelfs alweer weg is uit het ziekenhuis. Roodhooft: “Al vanuit de ziekenwagen kregen we het bericht dat Mathieu zijn hand goed kon bewegen. Dat bleek ook toen ik hem zelf voor het eerst zag, aan het ziekenhuis. Valt wel mee, was het eerste wat hij zei. (lacht) Weliswaar gevolgd door een paar dingen die iets minder katholiek waren. Maar daar zag ik wel direct dat Mathieu er al veel beter uitzag. Het is een half mirakel. De dokter heeft hem dan meteen onderzocht en je zag wel dat er een groot stuk van zijn knieën en heup was en dat zijn handen vol bloed zaten, maar er was kennelijk geen breuk. Als het mijn zoon was, zei de dokter, zou ik er zelfs geen foto’s van nemen. Dat hebben we dan ook niet gedaan.” Mathieu zelf heeft intussen zelf ook al de beelden gezien. Wat hij ervan dacht? Roodhooft: “Hij begreep wel dat hij aan iets veel ergers ontsnapt was, maar zat ook met een rotgevoel. Eigenlijk overheerste bij hem dan al de sportieve ontgoocheling.”

“Ongelooflijk veel geluk”

En zo zet Mathieu van der Poel als bij wonder zijn voorjaar ‘rustig’ verder. Gisteravond zat hij alweer in Zottegem om de ministage met zijn ploeg voort te zetten. En ook de rest van zijn programma blijft voorlopig ongewijzigd. Als alles goed gaat, verkent hij vandaag het parcours van de Ronde van Vlaanderen én rijdt hij zondag de GP Dénain. Al houdt zijn ploeg toch een kleine slag om de arm. “Voor we straks gaan verkennen, moet hij eerst maar een klein toerke maken”, aldus Roodhooft. “Even dubbelchecken of hij er toch niets aan overgehouden heeft. Maar we kennen Mathieu. Herinner je zijn val in de veldrit in Lokeren afgelopen herfst. Zo’n ei stond er op zijn enkel. Maar een dag later won hij wel in Diegem. Hij heeft een heel groot recuperatievermogen.” En Roodhooft besluit, voor de derde keer: “Ongelooflijk hoeveel geluk wij hier gehad hebben.”