Bekostiging middelbaar onderwijs wordt simpeler
Den Haag
Dat heeft hij de Tweede Kamer donderdag laten weten. ‘Door een simpeler model te kiezen, weten schoolbesturen voortaan beter waar ze financieel aan toe zijn.
Ze kunnen bij wijze van spreken zelf uitrekenen hoeveel geld ze van het Rijk moeten krijgen’, aldus de bewindsman in een nadere toelichting op zijn plannen.
Over de nieuwe bekostiging van de scholen in het voortgezet onderwijs is jaren onderhandeld met de sector, de VO-raad. De bewindsman spreekt van een ‘doorbraak’ nu er overeenstemming is over de plannen.
Het is nu nog zo dat leerlingen die hetzelfde onderwijs volgen niet gelijk worden bekostigd. Ook wordt in het huidige systeem de samenwerking tussen scholen bemoeilijkt.
In het nieuwe stelsel komen vier hoofdregels voor de bekostiging van scholen. Zo komt er een vast bedrag per leerling voor zowel de havo als het vwo. Ook komt er een vast bedrag voor leerlingen in de bovenbouw van het vmbo en in het praktijkonderwijs. Verder wordt aan de hoofdvestiging van een school een vast bedrag toegekend. Om tegemoet te komen aan de de positie van ‘kwetsbare, kleine besturen’ wordt er ook gekeken naar de ‘permanente nevenvestigingen’ van een school.
positief financieel effect
Uit de doorrekeningen die het ministerie heeft gemaakt, blijkt dat het nieuwe stelsel voor 90 procent van de scholen een positief financieel effect heeft of minder dan 3 procent verlies aan inkomsten oplevert. Voor de overige 10 procent van de scholen die meer dan 3 procent moeten inleveren, komt er een ‘specifieke overgangsregeling’, meldt de minister. Die scholen krijgen vijf jaar de tijd om naar het nieuwe bekostigingsstelsel toe te groeien. Voor alle andere scholen geldt een overgangstermijn van drie jaar.
De plannen van minister Slob liggen nu ter inzage, zodat erop gereageerd kan worden. De bedoeling is dat met ingang van 2021 de nieuwe wetbekostiging middelbare scholen ingaat. <