Energie

Energiearmoede stijgt minder sterk dan verwacht

© ap

De energiearmoede in ons land is in 2022, toen de stroomprijzen nooit geziene hoogten bereikten, gestegen van 20,4 naar 21,8 procent. In Vlaanderen nam de energie-armoede veel meer toe dan in Brussel en Wallonië.

Pascal Sertyn

De energie-armoede is in Vlaanderen in 2022 met iets meer dan 13 procent gestegen, terwijl die in Brussel beperkt bleef tot een toename met goed 4 procent en in Wallonië zelfs maar 1,7 procent. Maar als je per regio bekijkt welk deel van de gezinnen wordt geconfronteerd met energiearmoede, dan blijft Wallonië met bijna 30 procent van de gezinnen het hoogst scoren. In Vlaanderen gaat het maar om 16,4 procent van de gezinnen. Dat blijkt een onderzoek van de Universiteit Antwerpen (UA) en de VUB in opdracht van de Koning Boudewijnstichting. De onderzoekers hadden een forsere stijging verwacht.

Een gezin in energiearmoede betekent dat ze grote moeilijkheden hebben de energie te betalen die ze nodig hebben voor elementaire noden, zegt onderzoekster Jill Coene (UA). Ze gaat ervan uit dat de steunmaatregelen van de overheid (samen met de vaste energiecontracten en het feit dat heel wat gezinnen zich verwarmen met stookolie en hout die minder in prijs stegen) ertoe geleid hebben dat de toename van de energie-armoede is getemperd.

Een van de opvallende bevindingen is dat de energie-armoede bij de gezinnen in de laagste inkomensgroep ondanks de hoge energieprijzen in 2022 sterk is gedaald. In 2021 ging het nog om 73 procent van alle gezinnen. In 2022 was dat nog maar 65,7 procent van de gezinnen. Volgens Coene komt dat vooral door de sociale maatregelen van de overheid om de impact van de hoge energieprijzen op de elektriciteits- en gasrekening van de gezinnen te milderen. Dat ging van de toekenning van het sociaal tarief aan een veel grotere groep van gezinnen tot de plafonnering van dit tarief en de verlaging van de btw op de energiefactuur van 21 naar 6 procent.

De energie-armoedebarometer geeft verder aan dat de risicogroepen dezelfde blijven. Bij de huishoudens zonder inkomen uit arbeid steeg het aandeel dat leeft in energie-armoede van 38,1 naar 40,2 procent. Bij de sociale huurders was er een toename van 41,5 naar 45,5 procent en bij de eenoudergezinnen steeg de energiearmoede zelfs van net geen 25 procent naar 37,4 procent. Ten slotte leefde in 2022 net geen 38 procent van de alleenstaanden in energiearmoede.

Het Platform tegen Energiearmoede, beheerd door de Koning Boudewijnstichting, grijpt de barometer aan om de overheid aan te porren om de steunmaatregelen veel beter te evalueren en meer af te stemmen op de kwetsbaarste gezinnen en werk te maken van de automatische toekenning van steun. De stichting vindt ook dat er grote nood is om alle overheidsinformatie die online te vinden is over steunmaatregelen te bundelen op een unieke portaalsite.