Direct naar artikelinhoud

Militairen treinkaping De Punt getuigen voor het eerst: 'Absolute onzin' dat kapers het niet mochten overleven

Voor het eerst getuigen Nederlandse mariniers over het beëindigen van de treinkaping bij De Punt in 1977. De eerste noemt het 'een farce' dat hij zich na 40 jaar moet verdedigen in een rechtszaak die is aangespannen door nabestaanden van de kapers. 'Wij deden gewoon ons werk.'

Op 11 juni 1977 (bijna drie weken na het begin van de kaping) openden mariniers het vuur op de trein, bijgestaan door zes Starfighters die over de trein vlogen. Bij deze grote militaire operatie kwamen twee gegijzelden en zes kapers om het leven.Beeld anp

'Een collega werd door zijn pols geschoten. Daar ben ik 25 meter naartoe gekropen. Ik wilde een drukverband aanleggen, maar hij bloedde zo heftig dat ik een aansteker moest gebruiken om het te stelpen.'

'G5' spreekt maandagochtend in de Haagse rechtbank als eerste van een reeks anonieme mariniers die deze 2 weken worden ondervraagd over de beëindigingsactie van de treinkaping bij De Punt, in 1977.

'Daarna heb ik een jong meisje, dat tijdens de beschieting de trein uit was gerold, in een pantservoertuig geholpen.'

Klappertjespistool

Getuige G5 werd tijdens die 'beëindigingsactie' zelf vanuit de gekaapte trein beschoten, vertelt hij op vragen van de rechtbank. Hij behoorde tot de eerste aanvalsploeg. Hij was de pelotonsverpleger voor 30 man, hij moest gewonden helpen.

Zodra ze de gekaapte trein naderden schoot een van de kapers, Max Papilaja, op zijn aanvalsploeg met een uzi. 'Max - ik stond op 5, 6 meter afstand en herkende hem duidelijk - schoot met zijn pistoolmitrailleur een tiental patronen op ons af, vanuit het kapotte treinraam', vertelt G5 met vervormde stem en onzichtbaar, vanuit een getuigencabine. 'Ik schoot terug, maar als verpleger heb je alleen maar ter verdediging een klappertjespistool. Dat schieten van mij had geen enkele zin.'

Advocaten Liesbeth Zegveld (M) en Brechtje Vossenberg (L).Beeld anp

Volgens deze marinier klopt niet wat in het onderzoeksrapport van het ministerie van Justitie staat, dat de kaper niet zou hebben geschoten omdat in de coupé geen patroonhulzen zijn gevonden. 'Hij richtte uit het raam. Hij hield zijn wapen zo vast dat de patronen terechtkwamen tussen de rails en in het talud. Niet in de trein, waar er kennelijk naar is gezocht.'

Centraal in dit proces staat de vraag of 6 van de 9 kapers zijn omgekomen in een kogelregen, zoals de staat stelt, of dat ten minste 2 kapers van dichtbij, gewond en ongewapend, door mariniers zijn geëxecuteerd, zoals advocaat Liesbeth Zegveld betoogt. Als zij gelijk krijgt, heeft de regering gehandeld in strijd met de mensenrechten en daarover tegen het parlement gelogen. Uit verscheidene bewijsstukken zou blijken dat kapingsleider Max Papilaja (destijds 25) en de enige vrouwelijke kaper, Hansina Uktolseja (21), van dichtbij werden doodgeschoten hoewel zij al gewond, ongewapend en weerloos op de grond lagen.

De cabine in de rechtbank waarin mariniers en commandanten plaatsnemen tijdens het verhoor over de bestorming van de gekaapte trein bij De Punt in 1977.Beeld anp

Conventie van Genève

'Volgens documenten zou op een briefing instructie zijn gegeven dat geen enkele kaper het mocht overleven', zegt een van de 3 rechters.

'Absolute onzin', antwoordt G5.

'Er zou zijn gezegd: schiet op de benen van de kapers', vervolgt de rechter. 'Een commandant zou eraan hebben toegevoegd: denk eraan dat benen doorlopen tot aan de nek.'

G5 kan zich dat niet herinneren. Wel weet hij nog dat vooraf duidelijk is gecommuniceerd dat er niet mocht worden geschoten bij 'duidelijk waarneembare overgave'.

Wanneer geeft iemand zich duidelijk waarneembaar over, vraagt de rechtbank op verschillende manieren.

G5 schampert. Nee, daar is vooraf niet expliciet over gesproken. Dat hoef je een marinier niet te vertellen. Daar is hij voor opgeleid. En nee, overgave is niet alleen wanneer iemand zijn handen in de lucht steekt. Dat kan ook zijn wanneer iemand zijn wapen weggooit of bijvoorbeeld op zijn knieën valt. 'Wij vielen onder Defensie, de Conventie van Genève is voor ons een vanzelfsprekendheid, mevrouw.'

Hij vindt het 'een farce', dat hij hier nu na 40 jaar zichzelf in de rechtbank voor de bevrijdingsactie van destijds zit te verdedigen. 'Wij deden gewoon ons werk', galmt G5's vervormde stem door de zittingszaal. 'Wij zijn opgeleid om mensen veilig uit die trein te halen.'

Nu zit ik hier na veertig jaar.... Zo word je als veteraan dus behandeld. Dat is me geen stuiver waard
G5

Psychologenvoer

Na de schietactie moest de marinier-verpleger de trein in. Het was er donker en vuil, vertelt hij. In de kop van de trein trof hij vermoedelijk 3, maar in elk geval toch minstens 2 dode kapers aan. Eén van hen zat half rechtop. Herkende hij ze? 'Het was een en al bloed', antwoordt G5. 'Sorry voor de hier aanwezige nabestaanden, maar die mensen zagen er niet meer uit zoals je ze op een foto ziet.'

Advocaat Zegveld heeft een 'vervelende vraag': G5 kampt met het posttraumatisch stresssyndroom PTSS. In hoeverre is dat aan deze gebeurtenissen te koppelen?

Landsadvocaat Houtzagers grijpt in - is dat relevant?

G5, geïrriteerd: 'Dat is niet alleen hierdoor, ik heb ook bij de recherche gezeten. Als je 30 jaar later last krijgt, weet je nooit precies waar dat nou aan ligt. Dat is psychologenvoer. Einde verhaal.'

Was het toegestaan om onderling over de operatie te spreken, vraagt Zegveld.

Ja, 1 of 2 keer zijn we bij mekaar gekomen, herinnert G5 zich. 'Maar eigenlijk werd er heel weinig over gesproken. We hebben heel weinig nazorg gekregen.'

De rechter: 'Emotioneert het u?'

Zeker, antwoordt de getuige. Op boze toon: 'Wij kregen voor die actie 375 gulden. De politie kreeg 10 keer zoveel. We kregen een paar dagen vrij en moesten toen weer terug naar de kazerne - business as usual. Zo van: zoek het maar uit. Dat was toen heel normaal, dat je als militair zo werd behandeld. Nu zit ik hier na 40 jaar.... Zo word je als veteraan dus behandeld. Dat is me geen stuiver waard.'

Hier vindt u interessante artikelen over de treinkaping bij De Punt

Sommige voormalige gegijzelden in de trein hebben er moeite mee dat nabestaanden van twee kapers vragen om schadevergoeding. 'Opening van zaken zou genoeg moeten zijn.'

Het woord 'genadeschot' viel, en twee kapers werden 'kapotgeschoten'. Dat blijkt uit onderlinge gesprekken van de mariniers die in 1977 de door Molukkers gekaapte trein bij De Punt bevrijdden. De uitlatingen staan op originele geluidsopnamen uit en rond de trein, die de Nederlandse staat altijd geheim hield, maar nu op last van de rechtbank toch zijn vrijgegeven.