Bus na schooltijd gemist? Straf schrijven!

© pixabay

De leefregels in jeugd­hulpvoorzieningen tasten de rechten van jongeren te zeer aan. De Zorginspectie erkent dat ze meer inspraak moeten krijgen.

Veerle Beel

Het lastigste was dat ik geen minuut te laat mocht thuiskomen na schooltijd. De begeleider keek de uren van de bus na op de website van De Lijn. De bus vertrok twee minuten na de laatste schoolbel. Als ik te laat was, moest ik straf schrijven. Ik heb véél bladzijden straf geschreven. Dat moest ook als ik iets niet wilde eten, of als ik eens onbeleefd was geweest.’

Shana is 19 en verbleef van kleinsaf aan in voorzieningen. Nu woont ze terug bij haar moeder. Ze is blij dat ze aan de jeugdhulp ‘ontsnapt’ is. ‘Die strikte leefregels hebben een grote impact op mij gehad. Ik kon nooit zomaar eens afspreken met vriendinnen. Dat moest altijd minstens een week op voorhand worden aangevraagd, en ze moesten alles over je vrienden weten. Die vinden dat natuurlijk ook niet leuk.’

Niets mispeuterd

Vrijheidsbeperkende maat­regelen in de jeugdhulp zijn er in vele vormen. Volgens een pas gepubliceerd rapport van de Zorginspectie gaat het niet alleen om afzonderingsregels bij (dreigende) agressie: derge­lijke maatregelen worden maar door een minderheid van de voorzieningen toegepast. Zeven op de dertig onderzochte afdelingen in Onthaal-, oriëntatie en observatiecentra en ‘proeftuin’-voorzieningen sturen jongeren soms naar een aparte ruimte. Dat gebeurt uitzonderlijk ook met kinderen onder de 12 jaar. Veel van die jongeren zijn geplaatst door de jeugdrechter, maar ze hebben daarom niet zelf iets mispeuterd.

Veel vaker worden jongeren op andere manieren van hun vrijheid beroofd. Ze moeten hun gsm afgeven als ze nieuw zijn in de voorziening, ze moeten hun vrije tijd ‘verdienen’ en ze verliezen vrije tijd of contactmogelijkheden met hun familie en vrienden als ze een regel schenden. Soms moet een hele groep boeten voor de fout van één. ‘Als iemand een mes op tafel laat liggen, verliest de hele groep vrije tijd’, getuigt iemand. Of nog: in sommige voorzieningen mogen de jongeren pas vanaf een bepaald uur naar hun kamer. Als je om iets boos of gefrustreerd bent, wil je je misschien graag eerder al terugtrekken. Dat kan dan niet.

Ook Ilyas (20) is blij dat hij op eigen benen staat, al is hij na zijn vertrek een tijdlang dakloos geweest. ‘Ik kon het niet meer aan: ik was al 18 en moest toch nog dezelfde regels volgen als kinderen van 12 jaar. We mochten ons hart luchten, maar ze hielden nooit rekening met wat we zeiden.’

‘Gewone jongeren in een ongewone situatie’

De Vlaamse Jeugdraad, het officiële adviesorgaan van de Vlaamse ­regering voor alle zaken die kinderen en jongeren aanbelangen, en de vereniging Cachet, die jongeren uit de jeugdhulp verenigt, vragen dat de ‘echte experts’ in dit debat beter gehoord worden: ‘Het gaat om gewone jongeren in een ongewone situatie. Zij moeten meer inspraak krijgen.’

De Zorginspectie is het daarmee eens. Ze concludeert dat er grote verschillen bestaan in het hanteren van vrijheidsbeperkende leefregels. Dat roept vragen op, gezien de doelgroep zowat overal gelijk is. Zorginspectie vindt het belangrijk dat jongeren bij de evaluatie hiervan worden betrokken. De inspectie beklemtoont ook dat dagelijks contact met de buitenwereld belangrijk is voor het welzijn van jongeren en dat een verbod daarop geen standaardmaatregel mag zijn.