Direct naar artikelinhoud
InterviewOlivier Honnay

‘Natuurbeschermingsmaatregel voor planteneters heeft effect op hele voedselnet, er moet goed over nagedacht worden’

Olivier Honnay: 'De studie toont ook aan dat in een vijfde van de gevallen de beoogde soort net achteruitgaat door de maatregel. Zo werden er beschermde zeegebieden voor Australische zeepaardjes gecreëerd, maar daarmee werd ook de habitat van de predatoren uitgebreid en uiteindelijk blijven er minder zeepaardjes over.'Beeld Fairfax Media via Getty Images

Een grootschalige studie in vakblad Science bewijst dat natuurbeschermingsmaatregelen wereldwijd hun vruchten afwerpen en de biodiversiteit verbeteren. Het is positief nieuws aangezien de impact van ingrepen vaak niet meteen duidelijk is, zegt conservatiebioloog Olivier Honnay (KU Leuven).

Wat maakt de publicatie in Science zo bijzonder?

“De onderzoekers maakten een meta-analyse van honderden studies naar biodiversiteit en probeerden zo een relatieve inschatting te maken van welke maatregelen het succesvolst zijn. Het is de meest alomvattende analyse tot nu toe en het is ook belangrijk dat de resultaten ook op lange termijn werden bekeken. Vaak denken we wel dat iets werkt, maar zijn we niet volledig zeker of dat vermoeden op buikgevoel berust of ook statistisch hard gemaakt kan worden. Deze studie toont aan dat er in 45,4 procent van de gevallen een vooruitgang van de biodiversiteit te zien is en dat er bij 20,6 procent een relatief positieve impact is. Dat betekent dat de biodiversiteit trager afneemt.”

Welke maatregelen werken het best?

“Volgens de studie staat de bestrijding van invasieve soorten op de eerste plek, maar dat komt omdat veel onderzoeken in Australië en Nieuw-Zeeland uitgevoerd werden. Katten en ratten werden daar geïntroduceerd en de lokale fauna en flora is er absoluut niet op voorzien, die dieren uitroeien werkt dus effectief. Op de tweede plek staat natuurherstel, waarbij gedegradeerde habitats gerestaureerd worden. Helemaal onderaan de lijst staat het afbakenen van natuurreservaten, maar dat komt omdat er studies uit Sub-Sahara-Afrika zijn opgenomen waarbij geen rekening gehouden werd met de noden van de lokale bevolking. Als je een gebied afbakent en niet overlegt met de lokale bevolking die er afhankelijk van is, heeft dat negatieve effecten.

“De geografische bias verklaart dan ook waarom natuurreservaten slechter uit deze studie komen, want hier wordt zoiets bijvoorbeeld juridisch afgedwongen. Het nadeel van zo’n globale analyse is dan ook dat maatregelen eigenlijk afhankelijk zijn van de lokale situatie. En sowieso gebeurt er in Sub-Sahara-Afrika en het globale Zuiden nog te weinig onderzoek, wat impact heeft op een publicatie als deze.”

Hoe moeilijk is het om in te schatten of een plan werkt?

“Ecosystemen zijn enorm complex. Er is een interactie tussen verschillende soorten. Wanneer je bijvoorbeeld een natuurbeschermingsmaatregel neemt die gericht is op de planteneters, gaat dat meerdere effecten op het hele voedselnet hebben. De studie toont ook aan dat in een vijfde van de gevallen de beoogde soort net achteruitgaat door de maatregel. Zo werden er beschermde zeegebieden voor Australische zeepaardjes gecreëerd, maar daarmee werd ook de habitat van de predatoren uitgebreid en uiteindelijk blijven er minder zeepaardjes over. Het bewijst dat je goed moet nadenken voor je iets doet.

“Als je in ons land bijvoorbeeld de Japanse duizendknoop bestrijdt met herbiciden, kan dat ook negatieve gevolgen hebben. Grote studies als deze helpen om te zien wat succesvol is en wat niet. Want na een interventie duurt het vaak tien tot vijftien jaar voor je gevolgen ziet. En zelfs dan zijn er niet altijd middelen om die repercussies te monitoren. Je mag dus niet achteloos te werk gaan.”

Wat kunnen Belgische beleidsmakers meenemen uit het onderzoek?

“De Europese natuurherstelwet is controversieel en werd al afgezwakt. Toch toont deze publicatie dat herstel van gedegradeerd natuurgebied een goede manier is om biodiversiteit te bevorderen. Ook als het over de impact van de bestrijding van invasieve soorten gaat, kunnen we lessen uit het rapport trekken. De Chinese wolhandkrab eet hier zowat alles op wat ze tegenkomt, maar nu is statistisch bewezen dat een weloverwogen bestrijding de biodiversiteit doet toenemen. Ook op kleine schaal kan je daardoor al positieve gevolgen zien.”