© epa-efe

Vervolgen nu het nog kan: Duitsland sleept stokoude nazi’s voor rechter

Maar een bijzonder klein deel van de nazi-oorlogsmisdadigers heeft ooit moeten boeten voor hun gruweldaden in de Tweede Wereldoorlog. Van de geschatte 200.000 nazi’s zijn er tot nu slechts 6.656 veroordeeld. De straffeloosheid is veel groter dan doorgaans wordt aangenomen, concludeert de Britse historica Mary Fulbrook in nieuw onderzoek. Pas de jongste jaren probeert Duitsland de laatste, intussen stokoude nazi’s alsnog voor de rechter te brengen, zoals nu gewezen kampbewaker Johann Rehbogen.

Annelies Roose

Hij is 95, Johann Rehbogen. En hoewel de wreedheden die hij beging al zeven decennia achter ons liggen, heeft dat Duitse rechters niet tegengehouden om de man alsnog ter verantwoording te roepen. De feiten waar hij momenteel samen met vier andere beklaagden voor terechtstaat, zijn niet min. Rehbogen wordt beschuldigd van medeplichtigheid aan de dood van een groot deel van de naar schatting 60.000 gevangenen van het concentratiekamp Stutthof in Noord-Polen, waar hij van juni 1942 tot 1944 als bewaker werkte. Onder zijn slachtoffers waren Poolse gevangenen, maar vooral Joden.

De hoge leeftijd van Rehbogen is een struikelblok voor het proces. Afgelopen vrijdag moest het voor onbepaalde tijd worden stopgezet, omdat de beklaagde acute hart- en nierproblemen had gekregen. Sinds de start van de hoorzittingen, afgelopen dinsdag, was Rehbogen al elke dag in een rolstoel voor de rechter verschenen. Vrijdag moest hij in allerijl naar het ziekenhuis worden overgebracht. Een woordvoerder liet daar zelfs uitschijnen dat “de ­patiënt er naar verwachting niet meer bovenop zal komen”.

Geen Adolf Hitler

In vergelijking met beruchte ­nazi-oorlogsmisdadigers als Adolf Hitler, Heinrich Himmler en Joseph Goebbels was Rehbogen een kleine garnaal. Hij was geen brein achter de uitroeiingskampen, hij voerde uit wat anderen hem opdroegen. Tot een aantal jaar geleden werden bewakers met een profiel als dat van hem slechts zelden voor de rechter gesleept. Dat dit nu toch gebeurt, is vrij nieuw.

Dankzij berekeningen door ­Mary Fulbrook, professor Duitse geschiedenis aan het gerenommeerde University College in Londen, zijn er nu concrete cijfers op de uitzonderlijkheid geplakt. In haar nieuwste boek Reckonings: Legacies of Nazi Persecution and the Quest for Justice, De Optelsom: Erfenissen van de Nazivervolging en de Zoektocht naar Gerechtigheid in het Nederlands, toont Fulbrook aan dat tussen 1946 en 2005 slechts 140.000 onderzoeken zijn gevoerd naar de geschatte 200.000 nazi-daders. En die hebben tot slechts 6.656 veroordelingen geleid. Anders gezegd: slechts iets meer dan 3% van alle nazi-misdrijven zijn door een rechter beoordeeld.

Een groot deel van de verklaring voor dit lage cijfer ligt volgens Christophe Busch, genocide-expert en directeur van de Kazerne Dossin in Mechelen, bij de invulling van het begrip ‘dader’. “Vandaag wordt een ‘dader’ helemaal anders gedefinieerd dan vroeger”, zegt hij. “Vroeger werden enkel hoge officieren van de SS, de directe verantwoordelijken, als ‘dader’ gecatalogeerd. Er was geen sprake van dat bijvoorbeeld een bedrijfsleider die gevangenen tewerkstelde, ook schuld kon dragen. Het proces tegen John ­Demjanjuk in 2011 (zie kaderstuk) heeft veel veranderd. Sindsdien is het aantal potentiële beklaagden, en dus ook het aantal processen, fors opgevoerd.”

Verlammende schaamte

“De grote moeilijkheid is echter dat veel van de beklaagden intussen stokoud zijn geworden”, zegt Mary Fulbrook. “Met als gevolg dat er nu dus een race tegen de klok aan de gang is om de langst levende nazi’s nog te kunnen berechten voor ze sterven. Waarom die race niet vroeger is begonnen? Achteraf is het altijd gemakkelijk om te zeggen dat iets het best anders was aangepakt. De Duitsers waren er gewoon niet klaar voor. Jarenlang zijn ze overmand geweest door een verlammende schaamte, die hen ervan weerhouden heeft om onmiddellijk politiek en juridisch in actie te schieten. Ze raakten niet verder dan hun schoolkinderen elk jaar een voormalig kamp te laten bezoeken, om hen te doen begrijpen “dat dit nooit meer mag gebeuren”. Vergeet ook niet dat er tijdens de eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog nog veel politiemensen, magistraten en legerofficieren werkzaam waren die een rol in het Derde Rijk hadden gespeeld. Zij hielden veel tegen.”

Als Rehbogen schuldig wordt bevonden, kijkt hij aan tegen een gevangenisstraf van vijftien jaar. Maar door zijn gezondheidsproblemen is de kans klein dat hij uiteindelijk ook maar een dag in de cel zal doorbrengen. Als een dokter een negatief advies geeft, kan het zelfs gebeuren dat het proces voortijdig afgesloten wordt, en hij zelfs niet wordt veroordeeld.

ZIJ WERDEN WEL VEROORDEELD

Neurenberg: 24 kopstukken

In november 1945, al heel snel na het einde van de Tweede Wereldoorlog, zijn in de Duitse stad Neurenberg de bekende gelijknamige processen van start gegaan. Ze worden algemeen beschouwd als belangrijk beginpunt van het internationaal strafrecht. Het eerste en bekendste Neurenberg-proces werd gevoerd tegen 24 kopstukken van het naziregime, onder wie Hermann Göring, de leider van de Luftwaffe, en Rudolf Hess, de propagandaminster van het Derde Rijk. Van de 24 beklaagden kregen elf de doodstraf. Drie werden tot een levenslange gevangenisstraf veroordeeld, vier kregen gevangenisstraffen tot twintig jaar, drie werden vrijgesproken, en de overigen wisten te ontsnappen of maakten tijdens het proces een einde aan hun leven. Na het eerste proces zijn nog verschillende vervolgprocessen gehouden tegen in totaal 177 beklaagden, onder wie onder meer artsen, juristen, leden van de politie, industriëlen en bankiers.

2011: John Demjanjuk, ondanks bewijzen

In 2011 is de toen 91-jarige John Demjanjuk, oud-bewaker van vernietigingskamp Sobibor in Polen, na een proces van bijna drie jaar veroordeeld tot vijf jaar cel, voor zijn betrokkenheid bij de moord op meer dan 28.000 Joden. Opmerkelijk aan het proces was dat Demjanjuk werd veroordeeld zonder expliciet bewijs van specifieke misdrijven. De rechtbank oordeelde dat elk personeelslid van het kamp bij de oorlogsmisdaden betrokken was geweest.

2015: Oskar Groening, de ‘boekhouder’

Het historisch belang van het proces tegen John Demjanjuk kan niet worden onderschat, omdat het een kantelpunt betekende. Zijn veroordeling gaf aanleiding tot het heropenen van zo’n vijftig oude dossiers van andere voormalige bewakers. In april 2015 startte het eerste proces dat daaruit voortvloeide, tegen de toen 94-jarige Oskar Groening. Hij stond beter bekend als de ‘boekhouder van Auschwitz’, een bijnaam die verwees naar zijn taak om de gestolen goederen van de slachtoffers in het kamp te sorteren en te registreren. Groening werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar. Hij bekende morele schuld en vroeg vergiffenis.