De ene ligt te woelen omdat het veel te warm is in de slaapkamer, terwijl de bedpartner zich nog eens extra toedekt met een donsdeken. Het is een herkenbaar tafereel dat zich deze zomerdagen in veel slaapkamers afspeelt. Volgens slaappsycholoog Bart De Saeger heeft veel te maken met de persoonlijke gevoeligheid aan koude en warmte. “Iedereen moet voor zichzelf uitmaken wat voor hem of haar de ideale slaapomstandigheden zijn. Want wanneer je over iets moeten nadenken in bed, dan schakel je de hersenen opnieuw aan. Dan lig je wakker.”

Veilig nestje

Dat sommigen tijdens de ­zomer toch onder een dons­deken kruipen en dat als ideale omstandigheden zien, heeft volgens slaapexpert Annelies Smolders vooral te maken met vaste slaaprituelen waar we zo aan verknocht zijn. “Vergelijk het met mensen die oordoppen nodig hebben om te kunnen slapen of anderen die iedere avond nog even een boek lezen voor ze hun ogen sluiten.”

Vaste rituelen of niet, de auteur van het boek Start to Sleep pleit ervoor om altijd iets op je te leggen om te slapen. Een dons­deken, of toch minstens een gewoon laken. Want dat vormt een buffer die je afsluit van prikkels van buitenaf. “Je trekt je mentaal terug als je in dat veilig nestje kruipt.”

“Bovendien zal wie open slaapt op een bepaald moment te veel afkoelen. En dan schiet je wakker.” De gelukzakken grijpen dan in een reflex naar de dons en dromen gewoon voort. “Maar ben je een gevoelige slaper, dan blijft je misschien nog een hele tijd naar het plafond staren.”