In de spotlight: luchtverkeersleider Schiphol Carlijn Geijsel

Carlijn Geijsel
Carlijn Geijsel
Foto: LVNL

Het werkgebied van luchtverkeersleider Carlijn Geijsel bevindt zich op de plek waar voor veel mensen hun vakantie begint: luchthaven Schiphol. Vanuit de afdeling Tower & Approach zorgen zij en haar collega’s ervoor dat de 1.600 vliegtuigen die per dag boven Schiphol vliegen drie miles van elkaar vandaan vliegen. “Ik heb maximaal negen vliegtuigen tegelijk aan de lijn.”

Vanuit de toren heeft Carlijn zicht op alle vliegtuigen die op Schiphol landen of stijgen. “Op een druk moment zitten we met tien mensen in de toren. Dan kijk je echt naar buiten. Je hebt dan ook een radarscherm wat je bijvoorbeeld bij mist gebruikt. Je let op of vliegtuigen doen wat je zegt en of ze op bepaalde afstand van elkaar blijven. Het is mijn taak om een vliegtuig veilig te laten landen en stijgen.”

Luchtverkeersleiders kunnen vanuit de toren niet alles zien, dus wordt de rest afgehandeld via de radar in het hoofdgebouw. “Mijn werkgebied kun je als volgt indelen: vanuit de toren heb je zicht op een straal van vijftien kilometer rondom de toren. Op Approach is je werkveld de randstad, dus vijftig kilometer rondom Schiphol. Vervolgens is er nog een radarafdeling, het Area control center. Hier ben je verantwoordelijk tot aan de landgrens en tot acht kilometer hoogte.”

Moeten wij nu ook een aquarium aanschaffen?

Een piloot is verantwoordelijk voor het veilig vliegen van het vliegtuig en als luchtverkeersleider zorg je ervoor dat de route veilig is. “Ik ben verantwoordelijk voor heel veel vliegtuigen. Ik ervaar dat niet als zwaar en sta daar niet teveel bij stil. Anders houd je deze baan niet vol. Ik hoorde tijdens mijn selectie dat een luchtverkeersleider in New York na elke dienst twee uur naar zijn aquarium moet kijken. Toen vroeg mijn vriend met een knipoog: moeten wij nu ook een aquarium aanschaffen? Als je er zo aan toe bent na je dienst, houd je dit werk niet vol. Ik ervaar het niet als een stressvolle baan, maar dat kan het op sommige momenten wel zijn.”

Een toren- of radardienst duurt maximaal zeven uur en na twee uur en twintig minuten moet je verplicht een half uur pauze nemen. “Meestal worden we al na twee uur afgelost. Luchtverkeersleider is een veiligheidsberoep. We helpen elkaar en je doet het echt samen. Elke dag is anders, waarbij het weer en het tijdstip bepalend zijn. Als we een dag enorme buien hebben, zitten we heel hard met elkaar te werken.”

“Bij een kaping wordt code 7500 gebruikt”

Carlijn geeft gemiddeld aan negen vliegtuigen tegelijk instructies. “Dit zijn geen sociale gesprekken. We gebruiken vaktaal. Ook werken we met codes als er problemen zijn. Bij een kaping is dat bijvoorbeeld code 7500. Ik zie die codes op mijn scherm. Ik had ooit een keer een vliegtuig die per ongeluk code 7500 had ingetypt, dan schrik je wel. Je moet daar heel voorzichtig mee omgaan.”

Veel mensen denken dat Carlijn elke dag spannende situaties meemaakt, maar dat is niet zo. “Vliegen is de meest veilige vorm van vervoer. Ik heb gelukkig nog nooit een heftig ongeval meegemaakt. Elke dag heb je wel een vliegtuig met een probleem. Dat kan bijvoorbeeld een zieke of dronken passagier zijn. Soms komen er ook kleine technische mankementen voor, zoals een metertje dat niet meer werkt. Daar wordt ook altijd melding van gemaakt. Extreem is het als een motor uitvalt, maar gelukkig kun je ook prima met één motor een rustige landing maken.”

Lees ook: