Direct naar artikelinhoud
Strips

Ontdek de vijf opvallendste strips van de week

Beeld uit 'Pinokkio'.Beeld RV

Een Frans mode-icoon, een stokoud sprookje over een houten pop en een zweverige ridder die maar niet doodgaat. Dat, plus de Boliviaanse outback en high fantasy, vormen de basis van de opvallendste strips van de week.

Pinokkio (★★★★☆)

En ik die dacht alles te weten over Pinokkio?! Geschreven door de Italiaan Carlo Collodi, zijn papa is Geppetto en hij belandt bij een roversbende, in een circus en in de maag van een walvis. Klaar, neen? Neen, niet echt. In deze graphic novel brengen de Franse auteur David Chauvel en de Australiër Tim McBurnie het oorspronkelijke verhaal van schrijver Collodi. Dat besef je als lezer echter pas na een tiental pagina’s, wanneer Pinokkio wordt gered door een overleden blauwharige fee. Huh? Die dook op deze manier toch niet op in de Disneyfilm uit 1940? Inderdaad, en maar goed: net die meerwaarde, net die terugkeer naar het originele verhaal, doet je dit album lezen. Met plezier, overigens. Met dank aan de sfeervolle tekeningen, de inkleuring en de inspirerende personages van McBurnie.

Cover van 'Pinokkio'.Beeld RV

Hier is met liefde aan gewerkt. Ook de manier waarop Pinokkio tot leven wordt gebracht is amusant. Het houten joch gedraagt zich dan als een naïef kind, dan als een verwend nest of drama queen. Een medicijn dat zijn leven kan sparen wil hij niet drinken. "Het is bitter, ik wil het niet!" Zo’n soort drama. Pas als er een leger witte konijnen voor zijn sterfbed staat, erop hamerend dat ze hem naar gene zijde willen meenemen, verandert hij van mening. De angsthaas...

De terugkeer naar het originele verhaal van Pinokkio doet je dit album lezen. Met plezier, overigens

Moeilijk was het voor de makers wel. Ze baseerden zich op het oorspronkelijke verhaal uit 1883. Maar dat verhaal werd later enkele keren aangepast. Wellicht is dit een mix van alle verhaallijnen. Zo wordt Pinokkio in deze strip opgehangen, terwijl hem dat enkel in de originele versie overkwam. Andere verhaallijnen refereren dan weer aan latere edities.

Vrijmetselaar

Ja, het is een belerend en melig verhaal. U mag gerust zijn. Alles wat vriend Pinokkio meemaakt, van kritiek tot de straffen die hij ondergaat, staan in functie van het tot inkeer komen. Wat dat betreft is het moeilijk om een verhaal als dit aan volwassenen te verkopen. Maar stap even terug in de tijd: Collodi publiceerde deze klassieker in 1883. En ook: u moet tussen de regels lezen. Collodi schreef niet enkel een kinderboek. Als vrijmetselaar wilde hij er ook mee de wat stijve samenleving bekritiseren. Pedagogen oordeelden indertijd dat het zelfs niet geschikt was voor welopgevoede kinderen. De context is hier dus belangrijk.

Uit bij Silvester.

Openingsbeeld van 'Pinokkio'.Beeld RV

Tango 1: Een zee van rotsen (★★★☆☆)

Dan probeer je, met de miljoenen die je hebt buitgemaakt bij een drugkartel, van je oude dag te genieten in het Boliviaanse Andesgebergte en je gewelddadige verleden definitief achter je te laten, of er staan plots huurmoordenaars voor je deur. Damn.

Het is niet bepaald een 'geeuw-onderdrukkend' uitgangspunt. Integendeel. Het is inwisselbaar met vele andere strips. Maar hier zijn wel twee topauteurs aan het werk. Matz schreef eerder de bestseller-reeks De killer en Philippe Xavier is de tekenaar van Kruistocht en Conquistador. Dus gun je ze het voordeel van de twijfel.

Hedendaagse western

Xavier omschrijft Tango als "een nieuwe avonturenreeks in de lijn van de klassiekers uit de jaren tachtig". Hij refereert daarbij aan Hermann (Bernard Prince), Jean Giraud/Moebius (Blueberry) en Corto Maltese (van Hugo Pratt). Tekenaar Matz, die zich kon uitleven met deze Boliviaanse setting – de man woonde vijf jaar in Zuid-Amerika – noemt het door dat betoverende decor ‘evengoed een hedendaagse western’. Wat er ook van zij: nieuw is het concept niet. En daar hapert het.

Cover van 'Tango 1'.Beeld RV

Knap tekenwerk, zonder meer. Beide auteurs struinden drie weken door de Andes, en dat zie en voel je. Wat een fauna en flora, wat een panorama’s en natuurgrillen. Tango lijdt wat aan clichés en ongeloofwaardigheden, maar is langs de andere kant spannend en sfeervol. Bovendien is Matz Matz, waardoor het hoofdpersonage net wat meer diepgang krijgt dan diezelfde papieren genre-acteurs uit de jaren tachtig waar hij naar verwijst. Maar voor de rest is alles net te herkenbaar, alsof je dit verhaal al zo vaak mocht lezen. Enkel de setting is anders. Zelfs origineel. Wat niet wegneemt dat Tango voorlopig een (te) bescheiden start kent. Onderhoudend, als strip tussendoor. Maar geweldig? Neen, niet echt.

Uit bij Le Lombard.

Openingsbeeld van 'Tango 1'.Beeld RV

Elric 3: De witte wolf (★★★☆☆)

Wat een carrière. De Britse schrijver Michael Moorcock mag dan vooral bekend zijn om zijn sciencefiction- en (high) fantasy-romans, hij schreef evenzeer literaire romans en songteksten, en was zelfs uitgever van een striptijdschrift. De nu 78-jarige zal daarom hoogstwaarschijnlijk in zijn nopjes zijn geweest toen Glénat in 2013 aankondigde een van zijn bekendste romanreeksen te verstrippen: Elric.

Die titel speelt zich, net als zovele andere van zijn hand, af in wat gemakkelijkheidshalve het Moorcock Multiversum wordt genoemd. Dat 'multiversum' beslaat parallelle werelden, universums, dimensies en alternatieve werelden waarin gebeurtenissen weliswaar overeenkomstig, maar niet identiek plaatsvinden. Nog een typisch kenmerk van Moorcocks 'multiversum': op al zijn werelden woedt de strijd voor suprematie en duikt steeds opnieuw dezelfde ‘eeuwige held’ op. Elric, het titelpersonage van deze reeks, is een van de bekendste van die helden. Zijn taak: de kosmische balans in evenwicht houden.

Cover van 'Elric'.Beeld RV

Klinkt zweverig? Ingewikkeld, misschien? Wel, verdiep u dan zeker niet in deze reeks. Naast sciencefiction en fantasie is het ook horror, getuige de wrede moraal van de Melnibonéanen, die er een ethiek op nahouden die zelfs de meest perverse aardbewoner doet wegrennen. Als zelfs de keizer van dat volk zich al laaft aan bloed van wie dan ook, weet je waar je aan toe bent.

Grotesk

Elric is al talloze malen verstript, zeker in de VS, door heel wat beroemde stripauteurs als Mike Magnolia (Hellboy) of Frank Miller. Ook de Franse stripmaker Philippe Druillet waagde zich er aan. Maar deze stripreeks, zo zegt Moorcock in zijn voorwoord bij deel 1, benadert het dichtst zijn originele werk. Sterker: hij zegt dat de Franse scenarist Julien Blondel zelfs elementen toevoegde die het verhaal beter maakte. De decadentie in zijn romans, komt hier ook ten voel tot uiting, luidt het nog.

Elric, de strip, is nogal over the top, duister, grotesk, gewelddadig en bloederig ook. Soms heb je het gevoel in een vikingstrip te zijn beland, op andere momenten verschijnen demonen en barst het van de magie. Maar liefhebbers van high fantasy of epische fantasie likken net hier hun vingers bij af. Helaas voor hen verschenen er op amper vijf jaar tijd slechts drie delen, ondanks het drie koppen tellende (Franse) tekenaarsteam waarover Blondel beschikt. Een sinecure was het niet, maar alle drie slaagden ze erin deze decadente, brutale werelden magnifiek tot leven te scheppen.

Uit bij Glénat.

Openingsbeeld van 'Elric'.Beeld RV

De eenhoornridder (★★☆☆☆)

Hospitaalridders zijn Europese ridders die zich in Het Heilige Land richten op de verzorging van pelgrims of, meer algemeen, medisch geschoolde ridders die de verzorging van zieken op zich nemen. Juan Fernández de Heredia, de hoofdrolspeler van dit one-shot, was grootmeester van de hospitaalridders van 1377 tot aan zijn overlijden in 1396.

Hij is om verschillende redenen de geschiedenisboeken ingeslopen, maar het verhaal dat hem in De eenhoornridder wordt toegewezen, is niet terug te vinden. Daarin geeft hij op 36-jarige leeftijd als – dan nog – kruisridder zijn paard aan de koning van Frankrijk tijdens de slag van Crécy (1346). De koning kan zo vluchten, maar de kruisridder beseft dat daarmee zijn lot is bezegeld.

Cover van 'De eenhoornridder'.Beeld RV

Hoewel dodelijk gewobd, overleeft hij als bij wonder. In een visioen ziet hij een eenhoorn die hem aanmaant te blijven leven. Wat volgt, zijn twee jaar waarin hij op zoek gaat naar die eenhoorn. Builenpest en melaatsheid, de pausen van Avignon, jodenvervolging... Het passeert allemaal de revue.

Religieus gezwets

De Spaanse tekenaar Guillermo Escalada blaast je van zijn sokken met zijn zachte lijnvoering en warm ingekleurd tekenwerk. Ook zijn cover doet je tussen je tanden fluiten. Hiermee redt hij de meubels. Scenarist Stéphane Piatzszek – een Fransman – levert namelijk een verhaal af waarin hij zijn lezers handig door twee jaar Franse middeleeuwen voert, maar zo opgaat in Heredia's zoektocht naar zijn bestaansreden, zijn zielenroerselen, zijn queeste, dat je bijna kunt spreken van religieus gezwets. Goddelijke machten, gesymboliseerd door een eenhoorn. Zo’n dingen. Nergens creëert hij ruimte om een band, hoe klein ook, op te bouwen tussen zijn hoofdpersonage en zijn lezers. Dat is om problemen vragen.

Uit bij Dark Dragon Books.

Openingsbeeldvan 'De eenhoornridder'.Beeld RV

Meisje in Dior (★★☆☆☆)

Grande dame Annie Goetzinger, eind vorig jaar op 66-jarige leeftijd overleden, bracht tijdens haar leven strips rond sterke vrouwen. Minder bekend is dat ze ook modetekenaar en kostuumontwerpster was. Zo ontwierp ze kostuums voor het theater, leverde ze illustraties voor Le Monde en mocht ze in 2016 nog de New York Fashion Week verslaan voor New York Magazine. Als er een iemand via een strip het imperium van couturier Dior uit de doeken kon doen, was zij het wel.

Om een en ander aan elkaar te breien, creëerde ze het fictieve hoofdpersonage Clara Nohant. Zij is eerst journaliste voor Jardin des Modes, later wordt ze Dior-model. Via haar wordt tien jaar uit het leven van Christian Dior verbeeld, vanaf het moment dat hij zijn modehuis op de Parijse Avenue Montagne opent in 1947 tot aan zijn plotse dood in 1957. Dat decennium was genoeg om uit te groeien tot een icoon in de wereld van haute couture.

Cover van 'Meisje in Dior'.Beeld RV

Meisje in Dior is in de eerste plaats een sfeerstrip geworden. Goetzinger tracht er, in één tot maximum drie platen per pagina, de modetrends en -politiek uit die tijd te etaleren. Je voelt echter snel dat haar hoofdpersonage geen ernstige rol toebedeeld kreeg, maar dat ze enkel fungeert als bindmiddel tussen de verschillende periodes. Wie Dior als mens was, of hoe het hem verging als couturier, krijg je amper te lezen. Goetzinger wilde mogelijk een laatste keer haar dada onderbrengen in een strip, maar faalt om dat in een degelijk scenario te gieten. Het is een rechttoe-rechtaan stripbio geworden. Oninteressant. Als je dit boek koopt, is het voor haar magistrale tekenstijl, want met de lichte en flets ingekleurde tekeningen geeft ze het beste van zichzelf.

Plissérokken

De laatste 22 pagina’s zijn er te veel aan. Daarin enkel illustraties van mantelpakjes, avond- en namiddagjurken of plissérokken ontworpen tussen 1947 en 1957. Een trip down memory lane voor echte modefans, en getekend alsof het recht uit de ‘modeboekskes’ van die tijd kwam. Maar het voegt niets toe aan dit verhaal. Niet het boek waarmee je je carrière wilt eindigen.

Uit bij Blloan.

Openingsbeeld van 'Meisje in Dior'.Beeld RV