Direct naar artikelinhoud
Albumrecensie

Björk - ‘Utopia’: de extase van een vrouwelijke droomwereld

Björk - ‘Utopia’: de extase van een vrouwelijke droomwereld
Beeld Getty Images Portrait

Toen Björk twee jaar geleden haar hart verbrijzeld zag worden, en het onze aan scherven sloeg met het aardedonkere Vulnicura, leek het wel alsof ze haar eigen grafschrift had bedacht. Dat is gelukkig niet zo. Het liefdesverdriet is gedempt, een nieuwe vlam aangewakkerd. En een hele droomwereld ligt open op Utopia.

“Als optimisme ooit een noodgeval was, dan nu wel”, vertelt Björk vandaag. “In plaats van te zeuren en kwaad te worden, moeten we suggesties aandragen voor de wereld waarin we in de toekomst willen leven.”

Vulnicura (2015) was de kroniek van een wegkwijnende liefde, de bittere breuk en een traag herstel. Ofwel: Björk op haar meest visceraal. Die plaat was het negatief van een smachtend, sensueel Vespertine (2001). Die zestien jaar oude, soms vrij expliciet seksuele plaat kreeg vaste vorm, terwijl ze verliefd werd op filmmaker Matthew Barney. De kwelling van een scheiding met diezelfde Barney vond dan weer haar weg naar Vulnicura. Toch ontwaarde je toen al een lichtpuntje: in ‘Atom Dance’ zong ze - aan de zijde van Anohni - hoe ze open stond om een grotere liefde toe te laten in haar leven. Een universele liefde. Eén die verder moest gaan dan de simpele connectie tussen twee tortelduifjes.

Hoes ‘Utopia’.Beeld (c) Björk

Niet violently happy

Dat idee heeft ze kennelijk uitgewerkt op Utopia, waarop vogeltjes fluiten en fladderen, krekels in het struikgewas tjsirpen, een vlucht strijkers aanrukken en ambientwolkjes zich vormen in de lucht. De IJslandse songschrijfster geeft vrije teugel aan de liefde, en doet dat met een plaat die bewust feeëriek en dromerig klinkt. De vulkanische asse van Vulnicura is vruchtbare grond geworden. “Utopia, it isn’t elsewhere, it’s here”, smacht Björk in de titelsong. Een perfecte droomwereld is geen hiernamaals, maar hier en nu.

De vulkanische asse van ‘Vulnicura’ is vruchtbare grond geworden

De slome beats op de plaat dragen het signatuur van Arca, die op de vorige plaat nog het wrak Björk moest opkalefateren. Nu mag het duidelijk wat lichter. Nu ja, nog steeds klinken de beats kaduuk, en de stemmen gemanipuleerd. Maar beide songsmeden leven zich ook uit met field recordings van Venezolaanse, sjamanistische rituelen, opnames van een twaalfkoppig IJslands fluitensemble, en gezang van hetzelfde koor waarin Björk ooit zong als tiener. Modern klassiek en avant-garde versmelten als het ware met elkaar. De plaat klinkt extatisch, maar niet violently happy. Eerder als een zachte, prikkelende rêverie.

Vergiffenis en vitriool

I care for you!”, klinkt het in ‘The Gate’, maar die woorden lijken niet noodzakelijk bedoeld voor de boosdoener achter Vulnicura. In het vrij agressieve ‘Sue Me’ lijkt ze haar voormalige beau te pardonneren voor de pijn die hij bezorgde, maar de vergiffenis verpakt ze in subtiel vitriool. “He took it from his father who took it from his father who took it from his fathers”, analyseert en fileert Björk hem, alsof de schuld alleen bij hém en zijn genetische erfenis ligt. “Let’s break this curse, so it won’t fall on our daughter.

Ook in ‘Tabula Rasa’ zijn vaders de gebeten hond. “Tabula rasa for my children / Not repeating the fuck-ups of the fathers”, sneert ze naar het patriarchaat, maar net zo goed lijk je tussen de regels te kunnen lezen hoe ze natrapt naar één persoon in het bijzonder. U weet intussen wel wie. 

Nee, het paradijs hangt duidelijk niet af van het patriarchaat. Wél van deze prachtplaat dan? Dat is vast utopisch, maar het kan alleszins geen kwaad dat u ze een kans geeft.