Een gesprek op school dat je niet snel vergeet
Het was een sombere najaarsochtend waarop ik de winterdip die me dreigde te overmeesteren, wat probeerde weg te drukken met kaarslicht en een slingertje kerstverlichting in mijn kantoor. Het was er koud, ons moderne schoolgebouw met dito verwarmingssysteem kreeg het al weken niet voor elkaar om mijn lichaamstemperatuur op peil te houden. Dus was ik die dag met een extra vest en mini-kacheltje naar school getogen.
Het vervelende gevoel waarmee ik de vorige werkdag had afgesloten, resoneerde nog wat in mijn hoofd. Een spervuur van kritische vragen en verwijten waarmee mijn collega en ik de dag ervoor door enkele ouders getorpedeerd waren, was allerminst prettig geweest. Het kostte me nog steeds moeite om door het harnas van die harde en veeleisende woorden heen te breken en te speuren naar het onderliggende warme en bezorgde hart dat klopt voor hun geliefde kind. Het was de toon die de muziek zo akelig liet klinken, dat het de dag erna mijn stemming nog steeds beroerde.
dankbaarheid en respect
Ik snap het ook wel, dat het leven van ouders niet altijd overloopt van dankbaarheid en respect voor wat allang gewoon is geworden. Zo gaan die dingen. Wij gaan iets zomaar als een recht beschouwen wat niets meer is dan een voorrecht. Een houding waar de dienstverlenende sector in ons welvarende kikkerlandje mee te kampen heeft, en die zich helaas ook op christelijke scholen manifesteert.
Zelf loop ik al veertig jaar op deze scholen rond, als leerling, leerkracht en ouder. Ik moet tot mijn schaamte bekennen dat ook mijn dankbaarheid voor deze genadegaven aan slijtage onderhevig is. Er is sinds het volk Israël uit het Oude Testament eigenlijk niet zo gek veel veranderd in de hardnekkigheid van dat fenomeen. Hoewel ik nu ook weer niet echt uitkijk naar een onheilsprofetie over hongersnoden en ballingschappen, denk ik weleens dat het niet zo gek zou zijn als de boel hier eens goed opgeschud werd. Zodat weer duidelijk wordt wat je verliest als je het kwijt bent.
Voordat u mij gaat verwijten dat ik de desastreuze narigheid van een natuurramp of exodus over onze christelijke scholen heb afgeroepen, heb ik nog wel een wat mildere tussenoplossing voorhanden. Het staat in twee boeiende publicaties van Roel Kuiper en Wolter Huttinga die afgelopen vrijdag zijn verschenen. Ze verwoorden de roep om een herbezinning op het allereerste doel van christelijk onderwijs: mensen vormen voor het leven. Het is een pleidooi voor het opnieuw laden van de christelijke identiteit van onze scholen als groei- en oefenplaats van Gods nieuwe wereld. Een kansrijk verhaal.
delegatie uit het oosten
Die ochtend komt het trouwens toch nog goed met mijn humeur. Ik heb een afspraak met een echtpaar dat hun kinderen bij ons op school heeft aangemeld. Die gesprekken zijn geen uitzondering op onze groeischool in een groeiwijk. Maar dit gesprek zal ik niet snel vergeten. Ze komen met zes tegelijk: vader, moeder, twee kinderen, een tolk en een hulpvaardige vriend. Met behulp van de tolk kunnen we een gesprek voeren waarin al snel duidelijk wordt dat deze mensen door een hel zijn gegaan. Vader gevlucht, moeder met de kinderen achtergebleven. Sinds enkele weken hebben ze elkaar na twee lange gescheiden jaren weer in de armen kunnen sluiten op Nederlandse bodem. De kinderen hebben al een jaar geen onderwijs gehad. En nu zitten ze hier.
Als we na het gesprek afscheid nemen, kijk ik de moeder aan. Er staan tranen in haar ogen terwijl ze niet kan stoppen met benadrukken hoe dankbaar ze is dat haar kinderen hier welkom zijn. Ze heeft zo verlangd naar een veilige plek waar je als christen vrijuit mag geloven. Vader knijpt mijn hand bijna fijn als ook hij me bedankt voor het gesprek en ons uitnodigt voor een maaltijd bij hen thuis. De dag lijkt opeens een stuk lichter als ik even later weer achter mijn bureau kruip en zachtjes voor me uit prevel: ‘Dank U Heer, dat U opnieuw een delegatie uit het oosten hebt gestuurd om een van uw cadeaus op waarde te schatten.’