© BELGA

Kevin De Bruyne neemt geen woord terug van kritiek op Martinez: “De coach moet orde op zaken stellen”

Kevin De Bruyne geniet van enkele zeldzame dagen vakantie. Tegen Saudi-Arabië kan hij al zijn vijftigste wedstrijd van het seizoen spelen. Maar KDB heeft nog grote plannen. “Het is nu het moment om te oogsten. Je kan alleen maar de hoofdprijs winnen als je naar de hoofdprijs streeft.”

Bart Lagae

“We teren nog altijd te veel op ­talent. Zolang er tactisch geen goed systeem staat, gaan we moeilijk­heden blijven hebben tegen landen als Mexico. Het is jammer dat we tot nu toe nog geen oplossing gevonden hebben.”

Met die uitspraak na de interland tegen Mexico in november zette ­Kevin De Bruyne bondscoach ­Roberto Martinez vol in de wind. Ook voorganger Marc Wilmots kreeg de kritiek dat hij tactisch te kort kwam, maar die kritiek kwam pas naar boven ná de uitschakeling op het EK. Martinez werd ermee geconfronteerd op een half jaar voor een tornooi. Geen wonder dat de Spanjaard de Manchester City-speler ontbood voor een persoonlijk gesprek.

© GMAX AGENCY

Was je verrast door de weerklank van je woorden?

“Nee, ik wist wat de gevolgen ­gingen zijn. Onmiddellijk na dat ­interview belde ik mijn makelaar ­Patrick De Koster. Ik zei hem: Hou je klaar, ik heb gezegd wat ik te zeggen had.”

Roberto Martinez zei dat je recht had op je mening, maar dat je ze beter niet hardop had gezegd.

“Ik heb geen spijt van wat ik gezegd heb. Ik heb mijn verantwoordelijkheid genomen en ik accepteer de ­gevolgen. Niemand in de groep heeft mijn woorden trouwens weerlegd. De andere spelers waren alleen maar verrast door de manier waarop ik mijn ongerustheid heb geuit. Maar ik heb het gedaan om de ploeg te ­helpen. Ik wil echt dat iedereen op zijn best is voor het WK. Door mijn status kan ik het me permitteren te spreken. Ik heb meer te zeggen dan de jongere spelers. En ik blijf volhouden dat om het WK te winnen ­alles perfect moet zijn. Ik wil iedereen wakker schudden dat we niet ­dezelfde fouten maken als op het EK in Frankrijk.”

Zou je willen dat de Rode Duivels meer zoals bij Manchester City spelen?

“Dat is bijna onmogelijk. Ten eerste : de trainer heeft zijn eigen ideeën. Ten tweede: de spelers moeten in staat zijn het systeem ook uit te voeren. Elke Rode Duivel speelt in zijn club in een ander systeem. En ten derde: bij City hebben we tijd om ons spelsysteem in te slijpen. Bij de Duviels hebben we één of twee weken om te trainen. Dat is te weinig.”

© Photo News

Wat moet er dan gebeuren?

“We moeten ons eigen systeem ­creëren. De richtlijnen moeten duidelijk zijn zodat alle neuzen in dezelfde richting staan. Zodat ik niet naar voren loop en een ander naar achteren (zoals tegen Mexico gebeurde, nvdr.). Het is aan de coach om ­orde op zaken te stellen. Ik heb er vertrouwen in dat hij dat kan.”

Wat vind je ervan dat jullie maar één oefenmatch spelen en bijna alle andere landen twee?

“Da’s een heel goeie zaak omdat we zo enkele dagen vrij krijgen. Iedereen moet af en toe kunnen uitblazen. Dat is voor topvoetballers niet ­anders.”

We hebben het even opgezocht: je speelde dit seizoen al 43 matchen voor City en 6 voor de nationale ploeg. Saudi-Arabië kan je 50ste wedstrijd van het seizoen zijn en we zijn nog maar maart.

“Als we de 1/8ste finales van het WK halen heb ik gespeeld van juli 2017 tot juli 2018. Zonder ophouden. Gelukkig is Guardiola een trainer die rekening houdt met de werklast van zijn spelers. Soms geeft hij ons ­enkele dagen vrij of een lichter ­trainingsprogramma. Sinds het ­begin van het seizoen hebben we vooral recuperatietrainingen van 30 of 45 minuten gehad. Het aller­belangrijkste is om mentaal fris aan de start van het WK te staan. Ik hoop dat het zo is, maar ik kan niks ­beloven.”

Heb je soms schrik een zware blessure op te lopen? We houden soms ons hart vast als we weer eens een vliegende tackle zien.

“Ik voel me niet echt geviseerd door de tegenstanders. Tackles maken deel uit van het voetbal. Ik ween niet als ik geraakt ben. Ik bijt op mijn tanden en ik doe voort. Met of ­zonder pijn. Voetbal is nu eenmaal een contactsport.”

Bij City deel je de kleedkamer met drie Engelse internationals: John Stones, Kyle Walker en ­Raheem Sterling. Delen jij en Vincent Kompany soms plaagstoten uit?

“Nee, niet te veel. Eigenlijk moeten zowel de Belgen als de Engelsen zien dat ze hun ­eerste twee wedstrijden ­tegen Panama en Tunesië winnen. Dat zou de zaken veel gemakkelijker ­maken voor die ­wedstrijd tegen Engeland.” (lacht)

Zie je het WK als een manier om je te meten met sterren als Messi of Ronaldo?

“Het is onmogelijk me met hen te ver­gelijken. Onze ­posities zijn totaal verschillend. Ze staan veel hoger op het veld en scoren tien keer meer dan ik. Als ik er tien op een seizoen maak, scoren zij er honderd. Maar ik heb dan weer andere ­taken op het veld.”

Radja is er opnieuw bij. Blij?

“Ik heb gelezen dat er polemieken zijn, maar ik hou me niet bezig met wat iemand anders in zijn privéleven doet. Ik vind het alleen jammer dat er altijd commentaar is. Radja is ­iemand die heel eerlijk is. Soms misschien te eerlijk, waardoor hij zichzelf in moeilijkheden brengt. Maar ik neem Radja altijd mee naar het WK.”

Je denkt écht dat België wereldkampioen kan worden hè?

“Je kan alleen maar de hoofdprijs winnen als je naar de hoofdprijs streeft. Verschillende spelers zijn al ouder dan 30. Voor hen is het nu het moment om te oogsten. Als je kijkt naar kwaliteit is dit de beste ­Belgische ploeg uit de geschiedenis.”

Maar waarom geraakten we dan nog niet verder dan de kwart­finales?

“We moeten de rangen sluiten. En dan bedoel ik niet alleen de spelers. Ik bedoel de staf, de supporters, de pers, iedereen die ons volgt. We willen toch allemaal dat België wint?”

De ticketverkoop bij de supporters valt voorlopig tegen.

“Dat heb ik gehoord. Maar dat is niet erg. In Brazilië waren ze ook niet met heel veel. Tegen Argentinië zat het stadion vol Argentijnen. En tegen Amerika vol Amerikanen. Maar we hebben de Amerikanen toch verslagen. Rusland is geen land waar veel mensen graag naartoe ­reizen. Maar voor ons als spelers is het even leuk te weten dat er zoveel Belgen ons aanmoedigen vanuit ­België en daar feestjes vieren.”

© GMAX AGENCY

Reist je gezin mee naar Rusland? Martinez is daar heel wat soepeler in dan Wilmots.

“Ik denk het niet. Mijn zoon is twee jaar. Wat kan die gaan doen in ­Rusland? Misschien komt mijn vrouw een keer op en af voor een wedstrijd.”

Wordt Mason een voetballer?

“Hij begint al een beetje te voet­ballen. Maar hij amuseert zich met heel veel dingen. Ik weet niet of ik wil dat hij voetballer wordt. Ergens zou het wel mooi zijn. Maar ik zou ook ­compassie met hem hebben. Met die familienaam zou hij onder veel druk staan.”