Direct naar artikelinhoud
Psychologie

Op retraite om 'fuck it' te leren zeggen: wij deden de test

Zelfhulp in ItalieBeeld Charlotte Dumortier

Ze vliegen de winkel uit: zelfhulpboeken die zeggen dat je er geen fuck om moet geven. Tijdens een retraite in Italië met de grondlegger van het genre leren cursisten lak te hebben aan wat hen dwarszit. Verslaggever Evelien van Veen deelde in de groepsknuffels, twijfels en een goed glas wijn.

"Mag ik bij je komen zitten?”, vraagt Ellen (62) voor ze tegenover me aan de ontbijttafel schuift. Binnen vijf minuten hebben we een echt gesprek, want daar gaat het deze week om, om echte gesprekken hebben. “Mijn zoon heeft zeven jaar geleden zelfmoord gepleegd. Hij was 23, mijn enige kind. Nu heb ik bijna niemand meer. Ja, mijn twee hondjes, die zijn alles voor me. Het is goed dat ik ze moet uitlaten, want verder leef ik nogal teruggetrokken. In mijn dorp zie je mensen schrikken: o ja, dat is zij, van die zoon.”

Om ons heen is de ontbijtruimte langzaam voller geraakt. Bij het buffet met yoghurtjes wordt langdurig geknuffeld door mensen die elkaar waarschijnlijk kennen van een eerdere fuck-it-week. Of niet – je kunt hier ook gerust knuffelen met volslagen vreemden.

Op fuck-it-retraite leren deelnemers ‘loslaten, ontspannen en gelukkig zijn’

Plaats van handeling is Urbino Resort, een verrukkelijk landgoed in Italië met hotelkamers, een zwembad en een restaurant. Hier volg ik met een groep voornamelijk Engelse deelnemers de eerste twee dagen van een fuck-it-retraite, om te leren ‘loslaten, ontspannen en gelukkig zijn’.

Dat is ook de ondertitel van Fuck it, het boek dat onze cursusleider John Parkin in 2007 in eigen beheer uitgaf en dat sindsdien een gestage everseller is. Het bevat korte, lollig geschreven hoofdstukken met titels als ‘Zeg fuck it tegen je problemen/ tegen ziekte en ongemak/ tegen je werk/ tegen diëten (‘Misschien ben je wat mollig, misschien ben je een absolute veelvraat, maar accepteer jezelf zoals je bent. Ik durf te wedden dat je uiteindelijk zult afvallen.’). Sinds een week ligt zijn derde Fuck it-titel in in de boekhandel. Ondertitel: Het is wat het is.

Verstikkend huwelijk

De fuck-it-boeken zijn inmiddels een genre geworden. De soort kent inmiddels veel auteurs en titels. Dominant in de boekhandel is, al vele maanden, De edele kunst van not giving a fuck uit 2016, met knal­oranje kaft. Het is een megaseller; er zijn wereldwijd 3 miljoen stuks van verkocht. Het werd geschreven door een Amerikaan, Mark Manson (34). Parkin (50), Brit en auteur van de oerversie van het genre, moet diens succes met lede ogen aanzien. Hij verkocht weliswaar goed met 400.000 boeken, maar zo’n miljoenenoplage heeft hij nooit gehaald.

Voor vertrek trof ik in een boekhandel op de luchthaven grote stapels oranje boeken aan. “O, dát boek”, zegt Parkin zo achteloos mogelijk als ik hem een foto daarvan laat zien. “Nee, dat heb ik niet gelezen. Ja, je hebt nu veel van dat soort boeken, maar ik was de eerste. We wijzen allemaal op hetzelfde: hecht niet te veel aan zaken als een goede baan, succes, een vaste relatie, een mooi huis. Als je denkt dat zulke dingen je gelukkig maken, kom je bedrogen uit.”

"Je hoeft hier niet om zes uur op om te mediteren en je kunt gewoon alcohol drinken"
Makelaar Peter ging toch voor de bijl en waagde zich op retraite

Ik onderbreek hem, laat meer foto’s zien die ik in boekhandels heb gemaakt: het ene na het andere F*ck-boek, van Dont' give a fuck tot The F*ck it-list book (‘heel veel dingen die je vooral niet gedaan moet hebben’). Zoveel na-apers, dat moet hem toch irriteren?

Nu buigt hij zich samen met zijn vrouw Gaia wat langer over mijn iPhone. “The Fuck it-list book? Dat zou de uitgever moeten aanpakken. Maar tegen titels met ‘giving a fuck’ erin kunnen we niks doen, omdat dat net weer een andere term is.”

Dan, met hernieuwde kalmte: “Maar weet je, het is allemaal goed. Ik woon in Italië, ik geef hier cursussen met Gaia en ook al kopieert iedereen mijn boeken, ik speel gitaar met mijn zonen en ik heb het leuk. Kijk, dat is ‘fuck it’ in de praktijk.”

Ik geloof hem: John Parkin en zijn Italiaanse vrouw Gaia hebben twee gezonde puberzonen, hun florerende Fuck it-nering en drie huizen, twee in Italië en een in Engeland – ze kunnen hun zegeningen tellen.

Maar hoe zit dat met Ellen, die moet zien te leren leven met de zelfmoord van haar zoon? En met Daisy (48), die alles kwijt is, zo vertelt ze aan het diner de eerste avond: ze had een aantal bedrijven met haar man, maar hij is doorgedraaid en bedreigt haar nu.

Ook makelaar Peter (50) maakt een scheiding door, een proefscheiding, zijn vrouw en hij gaan apart wonen. Na dertig jaar samen weer alleen in een appartementje, hij kijkt ernaar uit, maar hij ziet er ook tegenop. En hoe zullen de kinderen van 19 en 15 reageren als ze binnenkort ingelicht worden? Hij wil niemand verdriet doen, maar hij stikt in zijn huwelijk. “Ik moet er even tussenuit”, heeft hij tegen zijn therapeute gezegd. Zij tipte hem deze fuck-it-week.

“Normaal doe ik nooit zulke dingen, ik ben niet zo van new age en spiritualiteit. Maar je hoeft hier niet om zes uur op om te mediteren en je kunt gewoon alcohol drinken. Dus toen heb ik toch geboekt.”

(lees verder onder de illustratie)

Een gorgeous middag aan het zwembad: vaste prik op retraite bij John en zijn vrouw Gaia.Beeld Charlotte Dumortier

Skypen met Moeder Aarde

Zestien deelnemers telt de groep, vijf mannen, elf vrouwen, voornamelijk Engelsen, maar ook een Nederlandse, een Deense en een vrouw die er speciaal voor uit Australië is gekomen – zij doet de fuck-it-week al voor de vierde keer. “John en Gaia zijn zo intens”, zegt ze terwijl ze haar ogen toeknijpt. “Ik zie ze altijd als een vuur waar ik naast mag zitten om me aan te warmen. Gaia noem ik Moeder Aarde. Wat zij doet, is zo helend. Ik skype ook af en toe met haar.”

Een skypesessie met Gaia kost 120 euro, zo valt te lezen op de website van het koppel. Een week hier in Urbino Resort, in het heuvellandschap van midden-Italië, kost 1.690 euro. Dat is exclusief reiskosten, maar verder is alles inbegrepen: een knappe hotelkamer, drie maaltijden per dag en elke ochtend van tien tot één les in loslaten van John en Gaia. Of, zoals zij het beschrijven in de reisbescheiden onder het kopje A typical day: ‘Na een gorgeous ontbijt volgt een gorgeous sessie, dan een gorgeous lunch, gevolgd door een gorgeous vrije middag (denk: massages, zwembad, spa, wandelen, kletsen, tripje naar Urbino, borrelen) en om het af te maken een gorgeous diner en een gorgeous bed. What a gorgeous life.’

John Parkin werkte voor hij naar Italië verhuisde in Engeland in de reclame. Hij bedacht campagnes voor banken en noedelsoep. Net als hij is zijn vrouw Gaia als therapeut autodidact. Ze verdiepten zich in yoga, boeddhisme, qi gong en allerlei spirituele theorieën voordat ze hun cursuscentrum opzetten. Ze geven hun workshops op aantrekkelijke plekken waar mensen graag vakantie houden. Zo is er ook een fuck-it-retreat te boeken op het ­vulkaaneiland Stromboli. De Nederlandse schrijfster Saskia Noort ontleende er de titel van haar laatste roman aan, waarin de hoofdpersoon een retraite boekt bij een zelfbenoemde goeroe.

“Ze zat bij ons in de groep op Stromboli”, zegt Ellen, die daar al eerder een fuck-it-week volgde. “Saskia Noort is heel beroemd bij jullie, hè, dat begreep ik pas toen ik met medecursisten in Amsterdam was voor haar boek­presentatie. Heel jammer dat we Stromboli niet kunnen lezen, want het gaat ook over ons.”

Ellen heet in Noorts boek Diane (en in werkelijkheid nog weer anders), een grote, blonde vrouw met een uilenbril die vertelt ‘vergeving en rust’ te zoeken na de dood van haar zoon. Of ze die gevonden heeft, vraag ik haar aan de ontbijttafel de eerste ochtend. Of dat überhaupt kán, in zo’n week – de boeken van John Parkin gaan er voornamelijk over om het belang van een nieuwe auto, perfect opgevoede kinderen of een ‘droombaan’ te relativeren, maar de deelnemers hier lijken met heel andere levensvragen te kampen.

Ellen roert in haar cappuccino. “Dat is juist zo heilzaam, iedereen hier heeft zijn sores. Natuurlijk ben ik elke dag met mijn zoon bezig, maar nu, na zeven jaar, kan ik zeggen dat het best goed met me gaat. Op Stromboli hoorde ik zo veel verhalen over scheidingen, over burn-outs, ik dacht: ik ben blij dat ik dat allemaal niet heb.”

Gelukkig als postbode

De eerste sessie deze week begint met een rondje namen en de opdracht in drie woorden te zeggen hoe je je op dit moment voelt. Jacob, klinkt het, “calm-ish, open-ish en confused.” Zijn buurvrouw, Mia, zegt droog: “De weg kwijt. Over het algemeen, hoor, niet alleen nu.” Er klinkt gegrinnik. “Nieuwsgierig, rustig en alert”, hou ik mezelf op de vlakte als ik aan de beurt ben – ik heb al verteld dat ik een artikel voor een krant schrijf, iedereen is akkoord.

We zitten in een kring in een grote zaal. Er staat een flip-over in een hoek, een tafel met flessen water, in een andere hoek staan opgerolde matjes. Openslaande deuren komen uit op een terras dat uitzicht biedt op het magnifieke landschap. Parkin – baard, bril – zit aan het hoofd van de kring. Hij draagt een driekwartbroek, een hawaïhemd en sandalen. De meeste cursisten zijn in yogabroek.

"Waar ik naartoe wil in mijn leven? Verlossing. Hoe? Ik heb geen idee”
Ellen, cursiste

Na het voorstelrondje volgt een tweede opdracht: stel je voor dat je deze week een levensreis maakt en schrijf op waar je naartoe wilt. “Innerlijke rust”, zegt de een, “vrede met mezelf”, zegt de ander, een derde: “Dat ik niet altijd zo’n gevecht hoef te leveren om te kunnen ontspannen.” Niemand heeft het over een nieuwe auto of een groter huis. Dat daar je geluk niet van afhangt, is hier al bekend.

Over werk gaat het wel: Joshua (40) had een goede baan in de ICT, maar nadat hij Fuck it had gelezen, heeft hij die opgezegd om voor zichzelf te beginnen als personal trainer. Nu is het lastig rond te komen. Suzy (31) zegt ook te twijfelen tussen vrijheid – met paarden werken in Spanje – of financiële zekerheid. Old school thinking, vindt de groep. Daisy zegt: “Juist in vrijheid kun je overvloed ervaren.”

Parkin vertelt over een mail die hij kreeg van een man die een goede baan had, inclusief torenhoog salaris en torenhoog stressniveau. “Hij las mijn boek, nam ontslag en is nu postbode. Hij verdient een kwart van wat hij eerst had, hij staat om vier uur aan de school van zijn kinderen en hij is eindelijk gelukkig. Maar ik zeg erbij: denk er thuis eerst een weekje over na voordat je je baan opzegt.”

Zij deed het, zegt Ellen, al lang voordat ze van Fuck it had gehoord. “Ik had twintig jaar een hectische baan naast het alleenstaande moederschap. Toen ik wat gespaard had, besloot ik eruit te stappen en kocht ik een huisje aan zee. Ik leefde mijn droom. Drie maanden later maakte mijn zoon er een einde aan. Dus ja, wat heb ik opgeschreven bij de vraag: waar wil je naartoe in je leven? Verlossing. Hoe? Ik heb geen idee.”

De groep is even stil. Iemand slaat een arm om Ellens schouder. Het is bijna pauze, maar eerst krijgen we de opdracht groepjes van twee te vormen. De een moet een arm horizontaal houden en tegelijkertijd een negatief gevoel oproepen: ik ben bang, onzeker of gestrest. Voelen we dat, informeert John. En ook dat je nu niet bepaald in je kracht staat? Probeer maar eens – tegen de ander uit het groepje – om die omhoog gehouden arm naar beneden te duwen. Kijk naar al die slappe armpjes, je hoeft er maar een vinger op te drukken en ze vallen langszij. Nu andersom: roep een positief gevoel op – merk je hoeveel meer kracht die arm nu heeft? Bijna iedereen knikt geestdriftig, natuurlijk, lichaam en geest zijn één.

“Toen ik de eerste keer mijn arm omhoog hield, voelde ik woede”, zegt Daisy. “Zo ondermijnend. Woede slaat op je lever – die van mij heeft eruitgezien als van een alcoholist, terwijl ik niet veel dronk. Bij de tweede oefening voelde ik me geliefd. Ik stond meteen veel sterker.”

Parkin vult haar aan met een anekdote over een non die met straatkinderen werkte en blind werd nadat ze terug het klooster in werd geroepen. “Zo protesteerde haar lichaam. Ze kon letterlijk niets meer zien binnen de muren van het klooster. Pas toen ze haar geliefde werk op straat weer mocht doen, kreeg ze haar zicht terug.”

Niet jouw schuld

Het is pauze. De groep drentelt het terras op, verspreidt zich over de tuin. Een gedrongen, grijze man, Jacob, trekt zijn T-shirt uit, huppelt naar de hortensia’s en begint ze te aaien. Suzy zit in kleermakerszit, gezicht naar de zon, ogen dicht. Daisy staat op één been met haar armen te zwaaien – dit zijn ervaren workshopgangers, dunkt mij, zelf zit ik nog wat te veel in mijn hoofd.

Ik raak aan de praat met Alice (50), die vertelt ook zo’n prachtige tuin te hebben gehad toen ze nog getrouwd was. “Ik had het allemaal: een prachtig huis, een succesvolle man, hij was bankier, drie kinderen op dure scholen. Op een dag vond ik een briefje op tafel: mijn man kwam nooit meer terug. Nu woon ik driehoog achter tussen Poolse buren en heb ik een rotbaantje om de huur te betalen. Dat ik gestopt ben met werken tijdens mijn huwelijk om voor de kinderen te zorgen, verwijt ik mezelf eeuwig. Het voelt alsof ik alles verpest heb. Een van mijn dochters is bij mijn ex gaan wonen, wat niet gek is, want ik liep altijd maar te huilen. Mijn contact met haar is moeizaam. Ze wil dat ik haar met ‘they’ aanduidt, want ze is ­genderneutraal geworden, maar ik vergis me steeds en dan zeg ik toch weer ‘she’.”

"Ik had een prachtig huis, een succesvolle man, hij was bankier, drie kinderen op dure scholen. Op een dag vond ik een briefje op tafel: mijn man kwam nooit meer terug"
Alice, cursiste

De laatste oefening vandaag behelst al buik­ademhalend ‘op zoek gaan naar een happy place in jezelf’. Doel: de innerlijke rust, vrede met jezelf of het kalme geluk ervaren dat we eerder vanochtend opschreven als bestemming van de reis. Het lukt, straalt de groep, er wordt nu dankbaarheid, liefde en rust gevoeld.

Mia lacht nerveus: “Als het zo makkelijk is, waarom voel ik me thuis dan niet zo?” Het is niet altijd zo makkelijk, zegt Parkin. “Life throws shit at you. Maar we hebben nog een hele week.”

Ik heb alleen nog de volgende ochtend, waarin Gaia een verhaal houdt over hoe we allemaal beschadigd zijn in onze vroegste jeugd en hoe we dat trauma kunnen helen. “Het is niet jouw schuld”, zegt ze op bezwerende toon. “Weet dat: het is niet jouw schuld.” Ellen begint te huilen. “Onvoorwaardelijke liefde krijg ik alleen van mijn honden, die zeggen nooit: je hebt het fout gedaan.”

Gaia, afrondend: “Zo is het, dieren oordelen niet. Pak allemaal een matje en vorm tweetallen voor de volgende oefening.”

Dieren houden van wie ze te eten geeft, zegt makelaar Peter ’s avonds in het restaurant. Hij knikt richting de serre, waar zes, zeven medecursisten in een minutenlange groepsknuffel met Gaia verstrengeld staan. “Ik word niet goed van the non-stop hugging. Zeg, wist je dat hier heel mooie wijnen op de kaart staan voor spotprijzen? Zal ik eens een Bardolino bestellen?”

Het gesprek aan tafel gaat vervolgens over een medecursiste, die met nierstenen in het ziekenhuis is beland. “Allemaal angst”, zegt Daisy. “Ze maakt een moeilijke tijd door, heeft ze me verteld. Angst slaat op de nieren, dat komt er nu natuurlijk uit.”

Ik denk aan vanmiddag, toen ik een glas dronk met John en Gaia en hen vroeg of ze zich toegerust voelden voor hun taak. Er komen hier mensen die je echt niet hoeft te leren dat het geluk niet zit in een carrière of een perfect lichaam, maar die met grote problemen kampen – help je die met ademhalingsoefeningen in een fuck-it-week?

Niet jouw schuld
Beeld Charlotte Dumortier

“Iedereen maakt zijn eigen reis”, zei Gaia. “Het is voor iedereen helend om jezelf te accepteren zoals je bent.” John, aanvullend: “Kijk, jij hebt het nu over de extreme gevallen. Doorgaans grijpt iemand die ernstig lijdt niet naar een boek dat Fuck it heet, toch? Het zou je verbazen hoeveel mensen wél denken dat ze pas gelukkig zijn als ze die topbaan hebben of tien kilo afgevallen zijn. Wij geven ze toestemming om minder te geven om dingen: fuck it, ook al heb je een bierbuik en ook al ben je niet altijd aardig, je bent goed zoals je bent. Dat is een heel welkome boodschap, merken wij. Een die grote groepen mensen aanspreekt, ook mannen, ook mensen die doorgaans niet veel hebben met de spirituele hoek.”

Aandacht kopen

Laten we eerlijk zijn: dat is een prima verdienmodel, zegt de auteur Saskia Noort die ik opbel als ik thuis ben om haar te vragen naar haar ervaringen bij Parkin. In haar boek komt de cursusleider er niet best af. “De goeroe die ik in mijn boek beschrijf is dwingend en gevaarlijk, hij is totaal anders dan John Parkin. Tegen John en Gaia heb ik niets persoonlijks, ik vond ze heel aardig en ik heb een geweldige week bij ze gehad. Maar ze maken natuurlijk wel deel uit van een industrie die geld verdient aan kwetsbare mensen. Als cursist koop je aandacht, daar komt het op neer.”

Ik vraag het Peter, Alice en nog een paar cursisten twee weken na thuiskomst: wat hebben zij aan de week gehad? Drie van de vier zijn enthousiast. “Het is voor mij de beste therapie”, zegt Mia. “Ik heb gepraat en gepraat nadat ik een burn-out kreeg, maar dat veranderde voor mij niet veel. In Italië heb ik gevoeld hoe heerlijk het is om ‘fuck it, nu ík’ te kunnen zeggen. Ik heb me jarenlang als het braafste meisje van de klas uit de naad gewerkt voor een computerbedrijf, maar kreeg stank voor dank: ik werd ontslagen en de mannen die golf speelden met de bazen kwamen hogerop. Nu wil ik kinderboeken gaan schrijven. De fuck-it-week is net het goede steuntje in de rug.”

Ook bij Alice zijn er “dingen binnengekomen”, zegt ze achteraf. “Het is zo helend om van vreemden te horen dat je een mooi mens bent en dat je er mag zijn. Daarbij heb ik ook gewoon een heerlijke vakantie gehad. Als ik het geld had, zou ik zo weer gaan.”

Peter is de enige die er radicaal anders over denkt. “Nooit weer, maar je spreekt dan ook met een oude cynicus. De laatste dag hadden we een oefening waarbij sommigen urenlang hebben zitten knuffelen en huilen: ik spring nog liever van het dak. Kijk, ik heb lekker gegeten met leuke mensen die ook zo hun problemen hebben, dat is aardig aan zo’n week. Maar ik ben gisteren uit het huis getrokken waar ik bijna dertig jaar met mijn vrouw heb gewoond en zit vandaag voor het eerst in mijn nieuwe flatje. Dat is echt niet minder pijnlijk door die fuck-it-week.”