Direct naar artikelinhoud
Wetenschap

Weer sneuvelt psychologische studie: marshmellows kunnen toch niet de toekomst voorspellen

Weer sneuvelt psychologische studie: marshmellows kunnen toch niet de toekomst voorspellen
Beeld Pixabay

Opnieuw sneuvelt een onderzoek uit de psychologie. De marshmallowtest waarbij kinderen zelfbeheersing moeten tonen, zegt helemaal niet veel over hun latere leven.

Het is een klassiek experiment uit de psychologie. Geef een kleuter een marshmallow, maar zeg erbij dat je even weg moet en dat hij moet wachten met snoepen. Ligt de marshmallow er bij je terugkomst nog, dan krijgt hij een tweede. Het is voor vierjarigen een hele opgave om zoveel zelfbeheersing te tonen en een kwartier te wachten.

Maar degenen die dat opbrengen, schoppen het ver in hun leven, bleek uit een beroemde studie. In 1990 schreef Walter Mischel van de Stanford universiteit, na een lange reeks van experimenten, dat kinderen die slaagden voor zijn marshmallowtest, beter presteerden op school en als volwassenen beter in hun vel zaten. De studie maakte in de Verenigde Staten zoveel indruk dat veel schoolkinderen getraind worden op wilskracht.

Er is maar een heel gering verband tussen jeugdige zelfbeheersing en later succes

Vertekend beeld

Maar is dat verband er ook? De psychologie ligt de jongste jaren onder vuur, veel onderzoeksresultaten verdwijnen bij een nieuwe test als sneeuw voor de zon. Psychologen van de universiteit van New York besloten daarom om dit kroonjuweel uit hun vakgebied onder de loep te nemen. Daarbij concentreerden ze zich op zwakke plekken in het onderzoek van Mischel. Zijn onderzoeksgroep was al niet erg groot, in het vervolgtraject waren er nogal wat kinderen afgevallen, en meest opvallend: hij had zijn kinderen geworven op de crèches van zijn universiteit.

Misschien werd zijn uitkomst vertekend door het feit dat de ouders rijk en hoogopgeleid waren, redeneerden de New Yorkers. Ze haalden hun data daarom uit de archieven van de Amerikaanse jeugdzorg. Dat leverde hen een kleine duizend kinderen op die als kleuter de marshmallowtest hadden gedaan en wier schoolprestaties waren gevolgd – Mischel had er uiteindelijk niet meer dan vijftig. Bovendien konden ze een belangrijk onderscheid maken: de helft van de kinderen had een moeder zonder schooldiploma.

Na een analyse van de data bleef er van het oorspronkelijke effect weinig over. Er is maar een heel gering verband tussen die jeugdige zelfbeheersing en het latere succes, schrijven ze in het vakblad Psychological Science. En een groot deel van dat effect verdwijnt nog eens als ze corrigeren voor omgevingsfactoren zoals de opleiding van de ouders.

'Meisjes doen het tegenwoordig beter op school. Je zou zomaar een verband kunnen zien met de haarlengte'
Jelte Wicherts, hoogleraar

Zo werkt wetenschap

Die uitkomst verbaast Jelte Wicherts, hoogleraar methodologie van de sociale wetenschappen in Tilburg, nauwelijks. "Dit hebben we de jongste jaren vaker gezien. Zo’n eerste studie heeft een dramatisch resultaat, maar dat komt er bij een herhaling zelden uit." 

Het is vaak een kwestie van toevallige uitschieters, zegt hij, die bij een herhaling, met een grotere onderzoeksgroep, verdwijnen. "En je hebt met zo’n eerste studie nog keuzevrijheid om je data te analyseren. Hoe bepaal je dat latere succes, welke schoolcijfers neem je mee? Die vrijheid is er bij een tweede keer niet meer en dat dempt de uitkomsten. Zo werkt wetenschap nu eenmaal."

Bovendien moet je bij dit soort onderzoek niet te snel een oorzakelijk verband leggen, zegt hij. Het is goed denkbaar dat de marshmallowtest feitelijk de intelligentie van de kinderen meet en dat wilskracht helemaal niet de oorzakelijke factor is. "Meisjes doen het tegenwoordig beter op school. Je zou zomaar een verband kunnen zien met de haarlengte. Maar dat betekent nog niet dat jongens beter presteren als ze hun haar laten groeien."

Dat onderstreept ook hoofdonderzoeker Tyler Watts in een bijgaand persbericht: "Onze uitkomsten betekenen niet dat de zelfbeheersing geen factor van belang is", zegt hij daarin. "Maar wel dat het vermoedelijk geen zin heeft voor de schoolprestaties om die zelfbeheersing te trainen."