Direct naar artikelinhoud
Jongeren en seks

Sensoa juicht verlaging seksuele meerderjarigheid toe: "Geen promostunt voor meer seks"

Expertisecentrum pleit ervoor om ook 'sexting' aan te passen aan nieuwe regeling
Beeld Hollandse Hoogte / Corné Sparidaens

De verlaging van de seksuele meerderjarigheid van 16 naar 14 beantwoordt volgens expertisecentrum Sensoa niet enkel aan een sociale evolutie, maar zal er ook voor zorgen dat jongeren, leerkrachten en overheidsdiensten vrijer over seksualiteit kunnen praten zonder dat er een celstraf boven hun hoofd hangt.

Een nieuwe aanpassing in het strafwetboek zal ervoor zorgen dat jongeren vanaf 14 jaar seksuele betrekkingen kunnen hebben. Belangrijke beschermingsvoorwaarden zijn dat er tussen de partners een maximaal leeftijdsverschil kan zijn van vijf jaar en dat er geen sprake mag zijn van een machtsrelatie. Momenteel ligt de leeftijdsgrens op 16 jaar.

Beleidsmedewerker Julia Day van Sensoa, het Vlaams expertisecentrum voor seksuele gezondheid, juicht de aanpassing toe en zegt dat de nieuwe regeling in de eerste plaats een einde maakt aan een onduidelijke situatie. “Als de leeftijdsgrens op 16 jaar ligt, is het niet altijd evident om met min-16-jarigen in alle vrijheid over seksualiteit te praten."

"Het is bijzonder belangrijk dat je aan zulke jongeren kunt uitleggen dat het belangrijk is dat zij/hij zich klaar voelt voor seksualiteit en dat partners met elkaar moeten praten over hun seksuele verwachtingen. Maar nogal wat jongeren vinden dat momenteel moeilijk: de leeftijdsgrens van 16 en een mogelijke wettelijke bestraffing vormen een barrière.”

'Onlogisch dat jongerenbegeleiders aan seksuele opvoeding moeten doen, maar ook aansprakelijk gesteld kunnen worden als min-16-jarigen seks hebben'
Julia Day, beleidsmedewerker Sensoa

Machtsverhouding? 

Day legt uit dat de leeftijdsgrens van 16 jaar ook leerkrachten en overheidsinstanties in een onduidelijke situatie bracht. “In centra van Bijzondere Jeugdzorg moeten begeleiders aan seksuele opvoeding doen en het gebruik van voorbehoedmiddelen aanraden terwijl ze tegelijk aansprakelijk kunnen worden gesteld als min-16-jarigen in hun instelling seksuele betrekkingen hebben.”

Het feit dat in de wetswijziging niet omschreven wordt wat precies met ‘machtsverhouding’ bedoeld wordt, hoeft volgens Day geen probleem te zijn. “Het is aan de rechtbanken om dat geval per geval te bekijken. Enkele evidente voorbeelden: de relatie leerling-leraar en de relatie tussen sporter en trainer. Maar ook van een chiroleider kun je zeggen dat hij macht kan uitoefenen over een minderjarige.”

In principe kan iedereen klacht indienen tegen een overtreding van deze strafwetregeling: de jongere in kwestie, zijn of haar ouders, een leerkracht enzovoort. Day: “Het is best mogelijk dat ouders een situatie anders interpreteren dan hun kind en sneller naar het parket stappen. Maar om nodeloze processen te vermijden zal het parket de situatie eerst in kaart brengen en inschatten of vervolging de beste optie is."

"Bijkomend voordeel is dat de nieuwe regeling nauwer aansluit bij het zogenaamde Sensoa Vlaggensysteem: een methode om seksueel grensoverschrijdend gedrag van jongeren in te schatten aan de hand van zes criteria zoals toestemming, vrijwilligheid, passend voor de context enzovoort. Tot nu toe kon een seksuele relatie tussen een 15- en een 17-jarige  binnen het Vlaggensysteem een groene vlag krijgen en toch strafbaar zijn. De afstemming brengt dus voor begeleiders ook meer duidelijkheid en rechtszekerheid.”

'Twaalf procent van Vlaamse jongeren in het secundair onderwijs heeft de voorbije twee maanden aan sexting gedaan'
Julia Day, beleidsmedewerker Sensoa

Genuanceerd

Het is moeilijk om in te schatten of de wetsaanpassing op tegenstand zal stuiten. Day sluit niet uit dat sommige mensen 14 jaar te jong zullen vinden, maar benadrukt dat de regeling beantwoordt aan een sociale realiteit en geenszins beschouwd mag worden als een promotie om zo jong mogelijk seks en geslachtsgemeenschap te hebben. “De realiteit is trouwens genuanceerd. Van de Vlaamse 15- à 16-jarigen zegt 19 procent van de jongens en 17 procent van de meisjes dat ze ooit geslachtsgemeenschap hebben gehad: een cijfer dat al een tijdje min of meer stabiel is en sinds kort zelfs wat afneemt.”

Een juridisch aspect dat volgens Sensoa nog wel verbeterd kan worden, is dat van sexting: jongeren die seksueel getinte afbeeldingen naar elkaar sturen. De strafwet beschouwt dat momenteel als een vorm van kinderpornografie. 

Julia Day: “Het is niet noodzakelijk problematisch als jongeren sexten met andere jongeren die ze kennen en met wie er afspraken zijn rond vertrouwelijkheid. Twaalf procent van Vlaamse jongeren in het secundair onderwijs heeft de voorbije twee maanden een sext verstuurd en driekwart van hen geeft aan dat het vertrouwen niet geschonden werd.” 

Sensoa stelt voor om de regeling rond niet-problematische sexting aan te passen aan de nieuwe regeling voor seksuele meerderjarigheid.

Hoe het vroeger was

Sinds begin 20ste eeuw legt artikel 372 van het strafwetboek de seksuele meerderjarigheid vast op 16 jaar: niet enkel geslachtsgemeenschap maar ook kussen, strelen en andere vormen van seksuele betrekkingen werden hierdoor beschouwd als ‘aanranding van de eerbaarheid’ en bestraft met opsluiting van vijf tot tien jaar: ook indien de seks gebeurde met wederzijdse toestemming.

Het principe was dat min-16-jarigen niet bekwaam werden geacht om toestemming te geven voor seksuele handelingen.

De regeling kwam de laatste jaren onder druk te staan: niet enkel omdat seksualiteit onder jongeren minder als problematisch wordt ervaren maar ook omdat er een steeds grotere contradictie ontstond tussen het feit dat seksuele educatie onder de 16 de norm werd, terwijl seksuele beleving onder die leeftijd strafbaar bleef.