Direct naar artikelinhoud
NieuwsDwangarbeid

Minderjarige meisjes uitgebuit als dwangarbeider in katholieke gestichten

Minstens vijf vrouwen willen de katholieke nonnencongregatie Onze Lieve Vrouw van Liefde van de Goede Herder voor de rechter slepen wegens dwangarbeid die ze in de jaren vijftig van de vorige eeuw als minderjarige meisjes hebben moeten verrichten in zogenoemde ‘liefdesgestichten’ in Tilburg, Zoeterwoude, Almelo en Velp. Ze eisen erkenning van het leed dat hun is aangedaan en financiële genoegdoening.

Nonnen in de tuin van een klooster. Deze vrouwen komen niet voor in dit artikel.Beeld Nationaal Archief

‘Ze willen uitbetaling van achterstallig loon’, zegt Annemie Knibbe van het Vrouwenplatform Kerkelijk Kindermisbruik (VPKK), dat de vrouwen in de leeftijd van 62 tot 84 jaar ondersteunt. In de gestichten van de Zusters van de Goede Herder, zoals de congregatie kortweg wordt aangeduid, werden de jonge meisjes jarenlang onbetaald ingezet als werksters in de wasserij of het naaiatelier. Knibbe: ‘Het was pure uitbuiting van kinderen.’

Volgens onderzoek van NRC hebben zeker 15 duizend meisjes en vrouwen in Nederland tussen 1860 en 1973 onbetaalde dwangarbeid gedaan in wasserijen en naaiateliers van katholieke gestichten. Het werk werd gepresenteerd als arbeidstherapie en boetedoening. De meisjes werden ‘gevallen vrouwen’ genoemd, omdat ze ongehuwd zwanger waren geraakt. Of ze waren verwaarloosd, wees, misbruikt, gehandicapt of veroordeeld voor een klein vergrijp. Ze werden door regering, voogden, kinderbescherming of ouders in de katholieke gestichten geplaatst.

Magdalena-wasserijen

‘Het is het Nederlandse equivalent van de Magdalena-wasserijen in Ierland’, aldus Knibbe. Tot in 1996 werden meer dan 30 duizend Ierse meisjes slachtoffer van de Magdalenazusters, die hen opsloten in kloosters, vernederden en zwaar werk lieten doen in de wasserijen. De Zusters van de Goede Herder was één van de drie congregaties die daarvoor verantwoordelijk waren.

In Ierland werd onderzoek gedaan naar de Magdalena-wasserijen. De Ierse regering bood in 2013 excuses aan voor de uitbuiting en het leed. Maar de congregaties weigerden een bijdrage te leveren aan een compensatiefonds voor de slachtoffers.

Erkenning

Het VPKK roept de Tweede Kamer op ook in Nederland grondig onderzoek te doen naar dwangarbeid in katholieke gestichten. ‘Maar we zijn tot dusver tegen een muur gelopen, ook de commissie-Deetman wilde er geen onderzoek naar doen’, verzucht Knibbe. ‘Het is een uitzonderlijke geschiedenis. Moet je voorstellen dat je daar als klein meisje terechtkomt, jarenlang geen enkel contact meer mag hebben met de buitenwereld en zes dagen in de week keihard moet werken. Wat doet dat met je? De slachtoffers moeten eindelijk erkenning krijgen. Ze moeten weten: het lag niet aan mij.’

De Zusters van de Goede Herder verdienden met hun was-, strijk- en naaiwerk. De opdrachten kwamen onder meer van hotels, textielfabrieken, ziekenhuizen en de overheid. De congregatie, die vanaf 1860 actief was, heeft sinds 2012 geen zelfstandige afdeling meer in Nederland. De laatste zusters zitten in het bejaardenhuis en de bestuursverantwoordelijkheid is overgedragen aan het provinciaal bestuur in Parijs. De internationale congregatie telt bijna 4.000 leden in 70 landen.

Achterstallig loon

Volgens Knibbe heeft de Nederlandse zaakwaarnemer van de overste in Frankrijk vorig jaar excuses aangeboden aan de slachtoffers. Maar van betaling van achterstallig loon wil de congregatie niets weten. Volgens de zusters zijn de vorderingen al geruime tijd verjaard.

De Konferentie Nederlandse Religieuzen (KNR), de koepel van katholieke ordes en congregaties, wilde woensdag niet reageren op de claim van de uitgebuite vrouwen. ‘Volgende week hebben we bestuursvergadering, pas daarna komen we met een reactie’, aldus een KNR-woordvoerder.