‘Geen gezwijn, stem libertijn’

Theatermaker Jan Decorte (hier in 1999) dook in 1991 het parlement in samen met Jean-Pierre Van Rossem. ‘Sympathieke man’, schreef Jean-Luc Deaene later. © marco mertens

Jean-Pierre Van Rossem was een voorbijgaand verschijnsel in de politiek. Maar er is een moment geweest dat Jean-Luc Dehaene de partij van Van Rossem hard nodig had.

bbd

Radicale Omvormers en Sociale Strijders voor een Eerlijker Maatschappij, kortweg R.O.S.S.E.M. Zo heette de partij waarmee Jean-Pierre Van Rossem op 24 november 1991 zijn intrede deed in het parlement. Op die Zwarte Zondag verloren de regeringspartijen samen liefst 287.249 stemmen aan het Vlaams Blok (het toenmalige Vlaams Belang, red). R.O.S.S.E.M. haalde 198.182 stemmen (3,22 procent), goed voor drie zetels, in de Kamer en 196.052 stemmen (3,2 procent), goed voor één zetel, in de Senaat.

Van Rossem zelf kon trouwens niet meteen na de verkiezingen zetelen. Hij was enkele dagen voor de verkiezingen opgepakt wegens financiële fraude. Pas een paar maanden later, in januari 1992, kon hij de eed afleggen.

In zijn memoires was Jean-Luc Dehaene bikkelhard voor de partij. De opkomst van het Vlaams Blok vond hij verschrikkelijk. ‘Maar het meest beschamend voor de politici waren de drie zetels voor de lijst R.O.S.S.E.M. waarvan de lijsttrekker in de gevangenis zat wegens financieel gesjoemel.’ Dehaene noemde de partij een ‘bont allegaartje’ en ‘de ideale uitlaatklep van de kiezers met hun minachting voor de politiek.’

Het programma vatte R.O.S.S.E.M. samen als ‘geen gezwijn, stem libertijn’. Het belangrijkste agendapunt was dan ook: minder overheid. Verder pleitte de partij onder meer voor gelijke lonen voor man en vrouw, legalisering van cannabis, het bouwen van betaalbare woningen en het uit het land zetten van vreemdelingen die een gevangenisstraf van meer dan vijf jaar hebben uitgezeten.

Van Rossems belangrijkste politieke wapenfeit is voor velen zijn kreet tijdens de beëdiging van koning Albert in 1993. In navolging van Julien Lahaut, die in 1950 de beëdiging van koning Boudewijn had verstoord, riep hij: ‘Vive la République Europe! Vive Julien Lahaut!’. Toenmalig Senaatsvoorzitter Frank Swaelen wees hem terecht met de woorden: ‘Uw gedrag is onwaardig en schandalig en het hele land zal u veroordelen’.

‘De sympathieke Jan Decorte’

Ook theatermaker Jan Decorte, parlementslid van R.O.S.S.E.M., stoorde zich enorm aan dat ‘onwaardige’ gedrag en stapte uit de partij om als onafhankelijke te gaan zetelen.

Als onafhankelijke speelde hij een belangrijke rol toen Jean-Luc Dehaene op zoek moest naar een tweederdemeerderheid voor zijn staatshervorming, die bekend staat als de Sint-Michielsakkoorden.

Uit die periode dateert bijvoorbeeld de ‘ecotaks’, een belofte waarmee Dehaene zich van de steun van de groenen verzekerde. Maar ook Jan Decorte was nodig. In zijn memoires schrijft Dehaene daarover: ‘Gelukkig overhaalden Marc Van Peel en Paula D’Hondt de sympathieke Jan Decorte van de lijst R.O.S.S.E.M. om met de meerderheid mee te stemmen. Hij was het communautaire gekrakeel grondig beu. Bij de eindstemming in de Kamer op 14 juli 1993, exact 289 dagen na de goedkeuring van het Sint-Michielsakkoord, was het enthousiasme groot. Er waren 143 stemmen stemmen voor en 61 tegen.

Het einde van zijn politieke carrière

Lang duurde de politieke carrière van Jean-Pierre Van Rossem niet, noch R.O.S.S.E.M.

Het overlijdensbericht vindt u op Wikipedia: Jan Decorte kwam bij de nationale verkiezingen van 1995 op voor de kleine partij HOERA, maar hij raakte niet verkozen. Louis Standaert kwam tegelijkertijd op met de partij BANAAN, waarin op dat ogenblik ook Roland Duchâtelet zat, die later de partij Vivant zou oprichten.

In 2009 probeerde Jean-Pierre Van Rossem nog even om Luc Alloo aan boord te hijsen van een nieuwe poging om de partij tot leven te wekken. Het project mislukte.

In mei 2014 nam R.OS.S.E.M. wel nog eens deel aan de federale en de Vlaamse verkiezingen. Maar in geen enkele kieskring kwam de partij in de buurt van de kiesdrempel.

Toch dacht Van Rossem nog altijd dat diep in hem een goede politicus schuilde. Hij wou daarom in mei 2019 opnieuw een gooi doen naar een zetel in de Kamer. ‘Van de huidige regering kan moeilijk beweerd worden dat die veel begrepen heeft van de aankomende structureel-economische crisis,’ schreef hij onlangs nog op Facebook. ‘Vijf jaar in de Kamer is allicht nuttiger dan twee jaar in de bak,’ vond hij.