“Het is totaal onverantwoord”: hoe scheenlappen steeds kleiner worden

Met uitsterven bedreigd: de volbloed scheenlap. Of is het u nog niet opgevallen dat topvoetballers steeds vaker zweren bij minuscule beschermers? “Ik sta er zelf niet achter, maar de verkoop van mini’s gaat het hardst”, zegt een fabrikant.

Koen Van Uytvange

Mannen als Jack Grealish of Memphis Depay doen oude tijden herleven. De tijd van de afgezakte sokken. De tijd van Jan Ceulemans bij Club Brugge en de Rode Duivels, Aad Koudijzer bij AA Gent of Real Madrid-verdediger Rafael Gordillo. Notoire ‘laagdragers’ die er zo geweldig uitzagen dat elke jonge voetballer hen kopieerde. Het grote verschil: Grealish en Depay zijn verplicht om scheenbeschermers te dragen, zelfs al ziet niemand die nog. Ten tijde van Ceulemans en co. was dat aanvankelijk niet zo.

Lage sokken, onzichtbare scheenbeschermers: ook in België rukt het op, zoals hier bij Union-speler Charles Vanhoutte.© BELGA

De wereldvoetbalbond FIFA verplichtte scheenbescherming pas in 1988, in volle angst voor de opkomst van aids. Scheenbeschermers moesten open wonden voorkomen en zo ook hiv-besmettingen via het bloed vermijden. ‘Draag een scheenbeschermer, stop aids’, zo luidde de slogan. Dat hiv overdraagbaar zou zijn via tackles, leek op niets gebaseerd, oordeelde de medische wereld, maar de belachelijke reden kende wel een positief effect.

Jan Ceulemans op de wereldbeker in 1986: met lage sokken en zonder scheenbeschermers.© BELGAIMAGE

“Het was de eerste van vier keer dat de medische wereld invloed had op het reglement van het voetbal”, weet Michel D’Hooghe, oud-voorzitter van Club Brugge, maar ook gewezen clubarts én hoofd van de medische commissie van de FIFA. “Rood na een tackle langs achteren, rood na een elleboog én de mogelijkheid om te hydrateren bij spelhervattingen zijn de andere drie. Vóór de scheenbeenbeschermers verplicht werden, heb ik een aantal zware fracturen van de tibia (scheenbeen, red.) meegemaakt. Nadien zijn die blessures drastisch afgenomen. Die maatregel werkt.”

Uit het cricket

Scheenlappen kwamen in 1874 overgewaaid vanuit het cricket, een sport waar de tibia al langer om bescherming vroeg – voor de harde bal. Hoewel die scheenbeschermers honderd jaar later al lang niet meer vervaardigd werden van leder en riet, bleven vele voetballers koele minnaars. Op training dragen velen ze nog altijd niet. Het bekendste slachtoffer van een beenbreuk bij ons, Anderlecht-tovenaar Juan Lozano in 1987 op Waregem, droeg ze liever nooit. “Ik kon daar niet mee sjotten. Mijn benen wogen precies honderd kilo. Op Waregem had ik wél scheenlappen aan. Hele lichte. Maar als ze met gestrekt been op je steunbeen tackelen, zoals Yvan Desloover deed, mag je scheenlappen dragen zo veel je wil.”

Juan Lozano wordt weggedragen na een horrortackle op Waregem.© Archief Het Nieuwsblad

De ‘beschermplicht’ vergde een aanpassing – “Ge moest dat dan vast tapen, maar dat verschoof constant. Heel ambetant”, zegt Ceulemans – maar deed het materiaal wel verbeteren. En het aanbod. Bryan Robson, Gary Lineker en Ian Rush maakten als Italiaanse gangsters reclame voor het bekende Sondico, bij ons leende Rode Duivel Frank Vercauteren zijn gezicht aan scheenlappen. “Op maat gemaakt en héle grote, die de knoesels beschermden én zelfs de zijkant van mijn benen. Het gevolg van twee blessures, want voordien droeg ik kleine beschermers”, zegt Vercauteren.

Het zooltje van Bakayoko

Neen, die groot uitgevallen scheenbeschermers werden geen mode, de lappen inclusief enkelbescherming ook niet echt. Hoe lichter en kleiner, hoe liever, in naam van het comfort. Zeker de jongste jaren. “Als het zo doorgaat, eindig ik nog zonder”, zei Genk-speler Bilal El Khannouss ons onlangs nog.

Bryan Robson, Gary Lineker en Ian Rush maken in 1991 reclame voor scheenbeschermers.

Stef Peeters, speler van tweedeklasser Patro, had enkele jaren geleden nog een bedrijfje in gepersonaliseerde scheenbeschermers. “Wij hadden vier maten. De meest populaire was de small, gevolgd door de extra small. Twee procent van de verkoop ging naar large, 15 procent medium.” Vandaag bestaan er nóg kleinere, zegt Mike Zwijnenburg van het Nederlandse Calsovo, onder meer gedragen door Cyriel Dessers (die nog zweert bij een large of mét enkel) en Tarik Tissoudali. “Naast de extra small, die 15 centimeter meten, hebben we inmiddels ook mini’s, van 9 centimeter. We verkopen ook via Amazon en daar gaan de mini’s het hardst. Sta ik achter die grootte? Neen, maar de klant is koning en dat is nu de trend.”

Zwijnenburg startte zijn bedrijfje nadat hij als amateurvoetballer zelf een beenbreuk had opgelopen na een smerige tackle. Zijn scheenlap van Nike scheurde. Vandaar dat hij beschermers in carbon verkoopt. Want behalve de grootte is ook het materiaal soms een probleem. Niet zozeer van Nike of andere merken, wel van doe-het-zelvers. Bijvoorbeeld ‘mousse uit een kinetas met tape errond’, zoals Stef Peeters ploegmaats zag maken. Of ‘een zooltje met tape errond’, zoals Rode Duivel Johan Bakayoko prefereert.

AA Gent-aanvaller Tarik Tissoudali postte laatst nog een foto van zijn mini scheenbeschermers van Calsovo.

Scheidsrechters kijken niet

Vandaag zijn de tackles met opgeheven voet een stuk minder courant dan in de vorige eeuw, dat wel. Toch ziet een voorvechter van veilig voetbal als Michel D’Hooghe de minibeschermers van bedenkelijke makelij met lede ogen aan. “Een scheenlap van een paar vierkante centimeter volstaat niet. Wie dat doet, neemt totaal onverantwoorde risico’s. De tibia is geen been van niemendal. Het scheenbeen is groot en het draagt het hele lichaam. Een tibiafractuur is een zeer ernstige blessure. Tja, het is pas als er een ongeluk gebeurt, dat een rood licht wordt geplaatst.”

Michel D’Hooghe pleit ervoor dat het reglement strenger wordt nageleefd.© Foto Kurt

Het rood licht bestaat, maar knippert oranje: het voetbalreglement verplicht dat scheenlappen uit “geschikt materiaal” bestaan om “adequate bescherming” te bieden. Over de minimumafmetingen wordt niets gezegd. “Maar het reglement is er wel”, vindt D’Hooghe. “Net zoals bij de noppen is het aan scheidsrechters om dat te controleren.” Een zooltje van tien centimeter valt niet onder “adequate bescherming”. Helaas, daar wringt het schoentje.

“Vroeger werd er nog aan gevoeld, vandaag nauwelijks”, merkt Peeters op. “Scheidsrechters zijn meer bezig met de gaten in de kousen en de kleur van het liesbroekje onder de short dan met scheenbeschermers. Ik ben zeker dat ik elke match perfect zonder scheenbescherming zou kunnen starten zonder dat het wordt opgemerkt.” Zoals sportarts Chris Goossens ook bemerkt: “Dat gaat eens slecht aflopen.” Is het dan werkelijk wachten tot de volgende zware breuk van een wereldster eer het verstand zegeviert?

Meer over Memphis Depay

Meer voetbalnieuws

Keuze van de redactie

Video