Direct naar artikelinhoud
InterviewMichael van Zeijl en Rogier Meijerink

‘De systematische onderdrukking van niet-witte mensen door witte mensen’: de Grauwe Eeuw en ‘Geen 4 mei voor mij’ aan het woord

Veel is geoorloofd in de strijd tegen de tekenen van racisme en kolonialisme, vinden de leden van de Grauwe Eeuw en ‘Geen 4 mei voor mij’. Met hun acties en dreigementen jagen ze menigeen tegen zich in het harnas. ‘Bij sommige acties kan het niet anders dan dat je de wet overtreedt.’

De 'Geen 4 mei voor mij'-activist Rogier Meijerink (L) en de Grauwe Eeuw-activist Michael van Zeijl (R) in de Jan Pieterszoon Coenstraat in Utrecht. Van Zeijl draagt hier een ander shirt dan in het artikel wordt beschreven.Beeld Foto Raymond Rutting / de Volkskrant

Michael van Zeijl (37) bevindt zich deze zomermiddag in het Utrechtse buurtcafé op de hoek van de Jan Pieterszoon Coenstraat. Onder de tafel ligt zijn hond Assata, vernoemd naar Black Panter-activist Assata Shakur; tegenover hem zit collega-activist Rogier Meijerink (40).

In deze straat, met de naam van de omstreden gouverneur-generaal van de Vereenigde Oostindische Compagnie, werd twee jaar geleden de kiem gelegd van de Grauwe Eeuw, de actiegroep van Van Zeijl die de laatste jaren veelvuldig in het nieuws was.

Ze bekladden een standbeeld van 'genocidepleger' J.P. Coen, deden aangifte tegen poppodium TivoliVredenburg wegens een kinderfeest met 'cowboys en indianen'. Van Zeijl zette online 'een prijs' op het hoofd van Sinterklaas. Meijerink riep als spreekbuis van de actiegroep 'Geen 4 mei voor mij' dit jaar op tot een lawaaidemonstratie tijdens Dodenherdenking. Veel is volgens hen geoorloofd in hun strijd tegen de tekenen van racisme en kolonialisme die in hun ogen prominent aanwezig zijn in Nederland.

Wie er achter de organisatie schuil gaan, is onduidelijk. Van Zeijl zegt dat 'het leuker is als mensen daarnaar moeten gissen' en dat veel mensen het met hem eens zijn, maar dat die niet op de voorgrond willen treden. 'Ik word 24/7 met de dood bedreigd. Dat willen veel mensen niet over zichzelf afroepen.'

In een rapport over het dreigingsbeeld van terrorisme in Nederland staat de Grauwe Eeuw inmiddels als 'relatief nieuwe extreem-linkse antiracistische actiegroep' vermeld. Later deze maand moet Van Zeijl voor de rechter verschijnen wegens opruiing.

Waarom jagen ze zo veel mensen tegen zich in het harnas? En waar ligt de grens tussen activisme en extremisme?

Van Zeijl, een zwart T-shirt met daarop de kreet 'Good Night Zwarte Piet' om zijn tengere, getatoeëerde lijf, praat niet vaak uitgebreid met de 'witte, racistische pers', waaronder hij ook de Volkskrant schaart. Maar deze middag neemt hij de tijd om, misschien wel eenmalig zegt hij, zijn verhaal te doen.

Hij vindt dat hij vaak verkeerd wordt begrepen. Van Zeijl noemt het 'onrecht' dat hij vorig jaar in aanloop naar de intocht van Sinterklaas in Dokkum op 18 november preventief is vastgezet. 'Ik ben vijf dagen gegijzeld zonder deugdelijke reden. Dat is repressie.'

Aanleiding was een Facebookpost kort voor de intocht van Sinterklaas in Dokkum. 'We moeten een prijs op het hoofd van Sinterklaas zetten. Dubbele prijs als het tijdens de nationale intocht is zodat alle kinderen getuigen ervan zijn, zelfs massaal onder zijn hersenen en botsplinters bedekt zitten. Maw zonder twijfel morsdood. Zo kan de NPO geen onzinverhaaltje ophangen met een nieuwe Sinterklaas en zijn we voorgoed van dat feest af.'

Van Zeijl moet zich eind deze maand voor de politierechter verantwoorden voor die woorden. Zelf bestrijdt hij dat hij met deze uiting anderen had kunnen aanzetten tot een aanslag op Sinterklaas. 'Onzin', noemt hij die aanklacht.

Maar die tekst roept toch op tot geweld?

'De tekst was geplaatst op een besloten Facebookgroep waar maar een handjevol mensen toegang tot hebben, als een reactie op een post van iemand. Hoe kun je in een besloten omgeving opruien? Wij zijn niet gewelddadig.'

Waarom schreef u die tekst?

'Het was een grap, het wordt te groot gemaakt. Ik reageerde op een daar gestelde vraag: hoe komen we af van dat racistische feest?' Meer wil hij nu, voorafgaand aan de rechtszaak, niet over de kwestie zeggen. Gevolg van de kwestie is wel, vertelt hij, dat de politie hem nu voortdurend lastig valt. 'De wijkagent komt slijmen aan mijn deur. Hoe stiller wij zijn, hoe nerveuzer zij worden.'

Michael van Zeijl (l) en Rogier Meijerink (r).Beeld Raymond Rutting / de Volkskrant

In 2015 komt Van Zeijl naar Utrecht, uit Maastricht. Zijn moeder, van Nederlandse afkomst en zijn vader, met een Indische achtergrond, scheiden nog voordat hij naar school gaat. Op de basisschool krijgt hij een mavo-advies, terwijl zijn Cito-score goed genoeg is voor vwo. Hij vermoedt dat zijn donkere uiterlijk daar iets mee te maken heeft. 'Ze hadden het over gedragsproblemen. Een dergelijke onderschatting maken veel niet-witte jongeren mee.'

Na de middelbare school werkt hij in de horeca. Zijn ogen worden geopend, vertelt Van Zeijl, in de zomer van 2014. Israël begon een militaire operatie in de Gazastrook waarbij aan Palestijnse zijde meer dan tweeduizend doden vielen, meest burgers. Het verbaasde hem dat anderen in Nederland daarover niet net zo boos waren als hij. Op internet plaatst hij 'de werkelijke feiten' van het gebeurde. Het leidt tot veel tegenreacties.

In Utrecht loopt hij in 2015 tijdens een kraakactie van een pand aan de Plompetorengracht Rogier Meijerink tegen het lijf. Meijerink is opgegroeid in Rotterdam, studeerde Interaction Design in Hilversum en verhuisde in 2002 naar Utrecht. Sinds dat jaar is hij ook woordvoerder van de Utrechtse kraakbeweging. Hun eerste gesprek verloopt moeizaam. 'Ik ben vrij direct', zegt Van Zeijl. 'Rogier vroeg aan mij: vind je de kraakscene niet heel erg wit? Ik antwoorde: Jawel, dat komt omdat jullie racisten zijn.'

Meijerink: 'Wat hij zei, moest even een paar dagen indalen. Daarna dacht ik: eigenlijk heeft hij gelijk.'

Na dat gesprek, zegt Meijerink, leest hij alles wat los en vast zit over 'de systematische onderdrukking van niet-witte mensen door witte mensen'. Daardoor verschuiven zijn actiepunten van kraken en het milieu naar de strijd tegen racistische en koloniale symbolen in de Nederlandse maatschappij.

Als spreekbuis van de actiegroep 'Geen 4 mei voor mij' riep hij dit jaar op Dodenherdenking op de Dam met lawaai te verstoren. Hij vindt het ongepast ook Nederlandse militairen te herdenken die eind jaren veertig hebben gevochten tegen de onafhankelijkheidsstrijders in het toenmalige Nederlands-Indië.

De burgemeester van Amsterdam verbood de demonstratie. Het kort geding tegen dit verbod ging verloren. Was de actie daarmee mislukt?

Meijerink: ‘Het effect is wel dat deze herdenking nu haar onschuld heeft verloren. Ook dankzij verschenen boeken over de Nederlandse oorlogsmisdaden in Nederlands-Indië en rechtszaken waarin Nederland hiervoor is veroordeeld. Maar de weerstand die zo’n 4 mei-actie oproept, is extreem.’

Kunt u het zich voorstellen dat u mensen kwetst die in de twee minuten stilte de doden van de Tweede Wereldoorlog willen herdenken?

‘Uiteraard, je herdenkt overleden mensen. Maar als je oorlogsslachtoffers herdenkt, kun je toch niet tegelijk oorlogsmisdadigers herdenken? We blijven actie voeren, zolang verandering uitblijft.’

Ook als de rechter dat weer verbiedt?

‘Dat is voor ons niet relevant. Dodenherdenking moet en zal veranderen.’

Op 17 augustus, de onafhankelijkheidsdag van Indonesië, is het twee jaar geleden dat de Grauwe Eeuw voor het eerst de aandacht op zich weet te vestigen. De actiegroep schrijft die dag een brief aan de gemeente Utrecht waarin ze oproept te stoppen met de 'koloniale verheerlijking' in de stad. Een paar maanden later volgt de bekladding van het standbeeld van J.P. Coen in diens geboorteplaats Hoorn. Ook elders worden beelden beklad. 'Die actie in Hoorn heeft de Grauwe Eeuw landelijk bekend gemaakt', stelt Van Zeijl tevreden vast.

Het besmeurde beeld van J. P. Coen in Hoorn.Beeld Foto Holland Media Combinatie / Eric Molenaar

Hoe erg is het dat een straat de J.P. Coenstraat heet?

Van Zeijl: 'Je kunt toch geen genocideplegers verheerlijken? We wijzen hier in Nederland met het vingertje naar andere landen. In Den Haag is het Internationaal Strafhof gevestigd. Daar worden mensen vervolgd voor dezelfde misdaden die de figuren achter bepaalde straatnamen hebben begaan.

Meijerink: 'Als Nederland zijn geschiedenis goed zou kennen, zou een straat niet langer zo heten. Al in de jaren tachtig ontstond er verzet tegen deze straatnaam.'

Van veel mensen hoeven die straatnamen niet te worden veranderd. En ook veel Indische Nederlanders beklemtoonden dat ze het niet eens waren met het protest tegen de 4 meiherdenking.

Van Zeijl: 'Dat is irrelevant. In mijn directe omgeving weet ik dat onze aanpak wordt gewaardeerd. Ik heb het gevoel dat deze antiracistische golf groeit.'

Op het protest tegen het 'cowboy- en indianenfeest' in TivoliVredenburg werd schamper gereageerd. Het was 'gewoon een onschuldig kinderfeest'.

Van Zeijl: 'Ik vind de aanduiding 'onschuldig kinderfeest' heel kwalijk. In andere landen is dit meer een issue, maar ook hier moeten we het aanpakken. We gaan nu met een artikel-12-procedure bewerkstelligen dat het OM het podium toch gaat vervolgen. Als het moet, gaan we naar het Europees Hof.'

Zwarte Piet wordt her en der al vervangen door roetveegpieten en kleurenpieten, over de straatnamen wordt gesproken. Bent u niet te radicaal?

Van Zeijl: 'Het gaat juist extreem langzaam. Op de meeste scholen is Zwarte Piet nog steeds zwart. Het kan niet zo zijn dat niet-witte mensen maar racisme moeten blijven ondergaan tot witte mensen zich eindelijk eens willen beschaven.'

Maar is een dialoog niet effectiever?

Van Zeijl: 'Dialoog verlengt de status quo, terwijl er actie ondernomen moet worden.

'Ik ben activist omdat ik dan toch met opgeheven hoofd door deze maatschappij kan. Ons doel is racisme stoppen. Ik zal altijd weerstand oproepen, al zou ik mijn boodschap in goud kalligraferen en perfect politiek correcte bewoordingen brengen. Wij zagen namelijk aan de poten van het wereldbeeld van veel mensen. Zij hebben het gevoel dat wij iets van ze willen afpakken. Maar we willen hen alleen bewust maken.'

Waar ligt de grens tussen activisme en extremisme? Is alles geoorloofd?

Van Zeijl: 'Wij zien onszelf niet als extremisten. Ik stuur voornamelijk officiële verzoeken over straatnamen. Zeker gezien het onrecht waartegen wij strijden, vind ik zulke acties zelf niet zo extreem. Door alle fabels in de media over mij ben ik bovendien ontslagen begin dit jaar en heb ik mijn horecabaan verloren.'

Meijerink: 'Dat de Grauwe Eeuw wordt genoemd in een rapport van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding is puur propaganda, om de groep in een kwaad daglicht te stellen. Als ze zo'n groep werkelijk gevaarlijk zouden vinden, zouden ze die stilletjes in de gaten houden.'

Maar de Grauwe Eeuw gaat wel degelijk over de grenzen van de wet, met de bekladding van een beeld, dreigende taal in jullie brieven en nu een aanklacht wegens opruiing. Vinden jullie dat de grenzen van de wet ook voor jullie gelden?

'We strijden tegen zaken die ook in strijd zijn met de wet, zoals racisme. Bij sommige acties kan het niet anders dan dat je de wet overtreedt. Dan maak je de afweging: pak ik die boete? De grens ligt voor mij ver voor geweld. Wij zijn niet gewelddadig.'

De kritiek is dat jullie nooit naar anderen luisteren en niet geïnteresseerd zijn of jullie boodschap bij een breed publiek aankomt. Roepen jullie bewust weerstand op?

Van Zeijl: 'Ik zie het als een vorm van morele chantage als men zegt: we kunnen alleen naar je luisteren, als je het ons gemakkelijk maakt. Ik heb er zelf geen problemen mee als mensen die al witte privileges hebben, zich ongemakkelijk voelen van onze boodschap.'

Meijerink: 'Al die witte woede die loskomt, heftig.'

Maar u bent zelf wit?

Meijerink: 'Ja, ik ben ook onderdeel van het probleem. Het goede is dat ik dat nu wel inzie. Voorheen was dat kwartje niet gevallen. Michael heeft me overtuigd. Ik heb mezelf wel over de drempel moeten sleuren. Het is wel confronterend.'

Van Zeijl tegen Meijerink: 'Jij bent wel een van de weinigen die ik niet de hele tijd alles hoef uit te leggen. Je bent het zelf gaan onderzoeken.'

Het denken in Nederland over het koloniale verleden is mede dankzij hun acties aan het veranderen, menen Meijerink en Van Zeijl. In Utrecht bezint de gemeente zich nu op een manier om bij de straatnamen 'het bewustzijn over het koloniale verleden te vergroten', bijvoorbeeld door het plaatsen van plaquettes met uitleg.

Wanneer stoppen jullie?

'De koloniale verheerlijking is nog massaal. Er wordt gedaan alsof wij de geschiedenis willen uitwissen. Terwijl wij juist de historische kennis willen uitbreiden. Van mij hoeven niet alle straatnamen te worden gewijzigd. Wij willen alleen dat daarbij wordt aangegeven wat deze mensen hebben gedaan. Bij een standbeeld of een plein is dat anders. Dat is heel prominent, dat kan in onze ogen niet. Ook bij de Coentunnel hebben we expliciet om naamsverandering gevraagd.'

Maar wat doen jullie als er toch niet genoeg draagvlak blijkt te zijn?

'Ons doel is niet om een breed publiek te overtuigen. Wij willen mensen wakker schudden die onder racisme lijden, wij richten ons juist tot niet-witte mensen. Als bij één persoon door onze acties het kwartje valt, dan is onze missie wat mij betreft al geslaagd.'

In december werd er aangifte gedaan tegen de extreem-linkse actiegroep. Een prijs op het hoofd van Sint, wie doet zoiets? Een profiel van de Grauwe Eeuw. 

Wat als de held schurk wordt? Betwiste standbeelden, ze staan in de VS, Zuid-Afrika, Oost-Europa en Nederland. Wat te doen?