Zonneparken slopen biodiversiteit
In het artikel over zonneparken (Nederlands Dagblad 15 mei) lijkt het allemaal zo mooi: vrijgekomen landbouwgebied gebruiken voor de aanleg van zonneparken. De beschikbare grond krijgt een nieuwe commerciële bestemming en het is nog goed voor het klimaat ook. Weer een stapje in de richting van het klimaatakkoord van Parijs. Dus wie of wat kan daar nou tegen zijn?
Maar zien we hier niet iets over het hoofd? Hierbij doel ik niet op een verminderd uitzicht van een paar aangrenzende woningen. Nederland behoort tot een van de dichtst bevolkte landen ter wereld. Oorspronkelijke natuur heeft grotendeels plaatsgemaakt voor landbouw, bebouwing en infrastructuur.
De gevolgen van deze roofbouw op de natuur zijn nog maar ten dele bekend. We weten dat de wereldwijde ontbossing een flink aandeel heeft in de klimaatverandering. Maar wat te denken over de impact van de achteruitgang van het aantal soorten? Pas wanneer het over de bedreiging van populaire soorten gaat, is er sprake van enige zorg.
grootste boosdoener
Maar over de allergrootste boosdoener wordt weinig gerept: het verkleinen van het leefgebied van dieren en planten. Bij de verdeling van land dat weer beschikbaar komt, heeft de natuur zelf geen inspraak. In 2014 bedroeg het areaal natuur op land volgens het Compendium voor de leefomgeving nog maar 26 procent van het landoppervlak in Nederland. Hierin staat ook dat wanneer je biodiversiteit uitdrukt in het percentage oorspronkelijke natuur, deze 40 procent was in 1900 en nu rond de 15 procent schommelt.
Een van de andere oorzaken van inefficiënt gebruik van land is het besluit om de uitgave van bedrijventerreinen over te hevelen van provincies naar gemeenten. Terwijl de provincies rekening hielden met het gevaar van verrommeling van het platteland en met het belang van de natuur, hebben de gemeenten vooral oog voor het aantrekken van zo veel mogelijk werkgelegenheid. Daarom bieden ze grond voor bedrijven zo goedkoop mogelijk aan.
Het gevolg is dat bedrijven hierdoor minder efficiënt met de grond om hoeven te gaan. In plaats van in de hoogte te bouwen, krijg je uitgestrekte bedrijventerreinen langs de snelwegen.
Nu er meer aandacht komt voor het milieu staan gemeenten ook welwillend tegenover initiatieven met zonneparken. Wordt dit een tweede aanslag op onze krappe ruimte?
halvering insecten
Het aantal insecten in een aantal Nederlandse natuurgebieden is de laatste 27 jaar met twee derde gedaald, volgens onderzoek. Maar hoeveel zal de achteruitgang buiten deze overgebleven gebiedjes zijn en wat zijn de consequenties hiervan? Je hoeft niet in een kristallen bol te kijken om erachter te komen wat de gevolgen voor de economie zijn als deze trend zich voortzet.
Het is dus belangrijk om de biodiversiteit in Nederland weer te laten toenemen. De omzetting van vrijkomende landbouwpercelen biedt hiervoor een goede mogelijkheid. Maar er is nu dus een kaper op de kust: grootschalige zonneparken.
Volgens de ontwikkelaars van deze parken kan de aanleg goed samengaan met natuurontwikkeling. Maar de schaars aangelegde wandelpaadjes en poeltjes zijn natuurlijk niet meer dan een doekje voor het bloeden. Je kunt het vergelijken met een ‘duurzame maaltijd’ aan boord van een intercontinentale lijnvlucht die tonnen CO2 in de atmosfeer uitstoot.
Om de energietransitie toch te kunnen realiseren, zijn er dus alternatieven nodig voor de landverslindende zonneparken. Volgens recent onderzoek van Deloitte kan de helft van de benodigde elektriciteit in Nederland worden opgewekt door zonnepanelen op daken. Er is bijna 900 vierkante kilometer aan geschikt dakoppervlak in Nederland beschikbaar. Op dit moment voorzien de zonnepanelen echter maar 2 procent van de totale vraag. Dus is hier enorme winst te behalen.
De politiek kan hierbij een handje helpen door er bijvoorbeeld voor te zorgen dat alle geschikte daken van met publiek geld betaalde gebouwen van zonnepanelen worden voorzien. Hiernaast moeten de huidige wettelijke belemmeringen op de productie van zonnestroom op daken van particulieren en bedrijven worden weggenomen.
Een energietransitie is hard nodig, maar dan wel een die samengaat met het herstel van de schaarse natuur in ons overvolle landje. <