Streekboer met wereldmissie
Nederland
Boer Klaas de Lange (57) zweert bij melkproductie voor regionaal gebruik, en reist de wereld over om dit te verkondigen. Want hij ziet dat boeren in Ethiopië en India de fouten maken die we hier vijftig jaar geleden maakten in de landbouw. Met koeienrassen doorfokken voor hogere productie, extreem antibioticagebruik en onbekommerd spuiten met pesticiden.
Op de plek waar zijn familie al zeker twee eeuwen boerde, stopte De Lange 24 jaar geleden met dergelijke praktijken. In het Overijsselse natuurgebied de Weerribben stapte hij over naar biologisch, want omringd door kwetsbaar natuurschoon in de rietlanden kon hij intuïtief niet op de weg van zijn vader doorgaan.
Uitgerekend in het Overijsselse plaatsje Nederland laat De Lange zien welke kant het volgens stapels rapporten en deskundigen op moet met dit landbouwland. Weg van de massaproductie voor de export omdat anders de lening bij de bank niet kan worden betaald. In plaats daarvan geld verdienen met boerderijzuivel voor een regionale markt en met oog voor natuur, milieu en het klimaat.
korte keten
Niet dat dit geen investering vergde. Miljoenen kostte het hem om zijn zuivel op de boerderij te verwerken en het streekproduct Weerribben Zuivel op de kaart te zetten. Maar inmiddels heeft hij de grootste ruimte in zuivelschappen van winkels waar consumenten meer betalen voor duurzamere producten. Zoals Marqt en EkoPlaza, maar ook in horecazaken als Bagels & Beans en La Place. ‘Weet je wat het mooie is van een korte keten naar alleen Nederlandse afnemers?’, zegt hij. ‘Wat wij vandaag maken, staat morgenochtend om 6.00 uur op de stoep van onze klanten.’
Met vijftig medewerkers, vijfhonderd koeien en evenveel hectaren (natuur) grond laat Weerribben Zuivel ook zien dat duurzaam en extensief boeren niet gelijkstaat aan kleinschalig en inefficiënt. Het gezonde bedrijf draait een omzet van 25 miljoen euro, wat De Lange tijd geeft om als ambassadeur voor Novib naar Afrika en Azië te reizen voor onbezoldigd advieswerk. Dan ziet hij in de grote Indiase stad Bangalore dat veel inwoners nog zelf een koe hebben en dat derderangsantibiotica voor het heilige dier naast de luiers in de winkel staat. Door excessief gebruik ervan willen westerse melkconcerns die melk dan vaak niet meer.
‘Echt niet dat ze die dan weggooien’, zegt hij met het licht Achterhoeks accent, dat hij overnam van zijn vrouw. ‘Die melk geven ze aan familie en vrienden. Resistentie tegen antibiotica is daar een idioot groot probleem.’ Of hij ziet in Ethiopië dat fokbedrijven lokale rassen gaan kruisen met productievere Holstein-runderen, waardoor ze ineens niet meer resistent zijn tegen bepaalde parasieten. ‘Staan daar meisjes in korte broek dieren te bespuiten met bestrijdingsmiddelen die hier vijftig jaar geleden al ter discussie stonden.’
Hij rekent het de westerse fok-, farma- en chemische industrie aan, die het allemaal laat gebeuren om geld te kunnen verdienen in opkomende landen met weinig restricties. Dat hij zich niet populair maakt door zich uit te spreken, deert De Lange niet. ‘Ik heb een kans de wereld ietsje beter achter te laten’, zegt hij. ‘Ik ben gek als ik dat niet doe. We zijn massaal de kostprijs voor ons voedsel aan het afschuiven op volgende generaties.’
Die volgende generatie stapt even later de kantine van Weerribben Zuivel binnen, met uitzicht over de stal aan de ene kant en het natuurgebied aan de andere. Dochter Kim wil geld lenen en krijgt een flap van 50 euro toegestoken. Het is zijn vijfde kind. Geadopteerd, want ‘als je voor zes kunt dekken, dan kan er ook nog wel een zevende bordje bij’. En weer omdat hij het leed van de wereld niet wil negeren. Daarom liet hij ook asielzoekers uit het AZC Steenwijk op de boerderij werken.
ontbossing voor soja
‘Die komen echt niet naar Europa om te profiteren’, zegt De Lange. ‘Zet ze maar eens aan de keukentafel en je komt erachter dat ze diep ongelukkig zijn en het liefst thuis waren gebleven als het kon.’ Dat ze toch op de boot stapten komt volgens De Lange ‘in de kiem’ door een gebrekkige voedselvoorziening in het thuisland. Als bestuurder van boeren-organisatie LTO zegt De Lange weleens tegen collega’s dat zij dit in stand houden met hun intensieve geboer voor de export. ‘Dan reageren ze: Dat is toch ver weg, daar hebben we geen invloed op.’ Jawel, reageert hij dan. ‘Als wij laten ontbossen voor onze soja of de lokale markt verstoren met onze producten, dan ben je verantwoordelijk. Ook voor de miljoenen vluchtelingen die dan blijven komen.’
groene leningen
De Lange snapt wel dat zo’n boer niet vanaf morgen kan veranderen, maar het lijkt hem wel zinvol nu te gaan praten over hoe het huidige systeem aangepast kan worden om het over 25 jaar beter te doen. Hij stoort zich aan banken die hieraan nauwelijks meewerken en boeren ‘als eerste eruit knuppelen’ als ze duurzamer willen produceren. ‘Dan beginnen ze over cashflow en hoe de boer dit denkt te gaan doen met zijn huidige schulden’, zegt hij. ‘Terwijl zij met groene leningen heel veel kunnen bijdragen.’
Dan onderbreekt hij zichzelf. ‘Maak er ook een positief stukje van’, zegt De Lange. ‘Want ik zie vooral kansen. Veel collega’s vinden dat gesleep met grondstoffen over de wereld ook idioot, of dat de vraag in China bepalend is voor hoe boeren het hier doen. Ik merk dat de sector zichzelf opnieuw wil uitvinden, de samenleving weer mee wil krijgen en niet langer aan het infuus van banken wil liggen.’ En hij ziet zelfs beweging bij die banken, al gaat het volgens De Lange ‘allerverschrikkelijkst langzaam’.
Uitkijkend over de Weerribben memoreert De Lange waar het allemaal om draait: de bodem. En dan de nederige constatering: ‘De boer erboven kan nog zo hard werken, bij een gezonde ondergrond haalt hij het niet bij de arbeid van de pieren eronder.’ <
waar Nederland
sinds 1994
werknemers 50
jaaromzet 25 miljoen euro