Direct naar artikelinhoud
ReportageRacing Day

Terwijl in Zandvoort de geluiden over een Formule 1-race verstommen, worden die in Assen steeds luider

De mogelijke komst van Formule 1 naar Assen is het gesprek van de dag op de Racing Day.

Lee van Dam (l) en Jos Vaessen op het circuit van Assen.Beeld Klaas Jan van der Weij / Volkskrant

Formule 1 naar Assen? Het leek een grap toen Arjan Bos, voorzitter van het TT-circuit, er in 2016 kort na de eerste racezege van Max Verstappen hardop over speculeerde in de lokale pers. De koningsklasse van de autosport had met al z’n jetset niets te zoeken op het Drentse platteland, was de teneur. Zeker niet op een baan die al ruim acht decennia het territorium is van motoren.

Ondertussen profileerde het circuit van Zandvoort zich als enige logische plek voor de eerste F1-race in Nederland sinds 1985. Maar in twee jaar kan veel veranderen. Terwijl de geluiden vanuit Zandvoort over een F1-race verstommen, worden die in Assen steeds luider.

Afgelopen weekeinde was tijdens de achttiende editie van de zogenoemde Racing Day, waarbij auto’s en motoren in alle soorten en maten over het TT-circuit raasden, goed merkbaar dat het Formule 1-virus begint rond te waren in Assen. Er waren rond de baan meer shirts van Max Verstappen te zien dan van motorsporticoon Valentino Rossi.

Voorproefje

Voor de tent waar Formule 1-team Renault twee demonstratieauto’s had uitgestald, was het dringen. Als het aan racepromotor Lee van Dam (69) ligt, is het een voorproefje van wat komen gaat. Vanuit zijn kantoor, ingeklemd tussen weilanden aan de rand van Assen, wordt er nu ruim een jaar gewerkt aan het halen van de Formule1 naar de Drentse hoofdstad.

‘Ik heb er alle vertrouwen in dat het gaat lukken’, zegt Van Dam. Samen met de Assense oud-wethouder Theo Verdegem (66) en sportbestuurder Jos Vaessen (77, oud-voorzitter van voetbalclub Vitesse en het TT-circuit) vormt hij The Netherlands Grand Prix Foundation, de club die bezig is de Formule 1 naar Assen te halen.

In november vorig jaar presenteerde het circuit van Zandvoort voor de voltallige Nederlandse pers een haalbaarheidsonderzoek. Daaruit bleek met een flink aantal kanttekeningen dat de terugkeer van de Formule 1 naar het circuit mogelijk is.

Het zorgde in Assen allesbehalve voor afgunst. Drieënhalve week later zaten Van Dam en Vaessen in Londen op het hoofdkantoor van het management van de Formule 1, de FOM, voor een eerste kennismaking met de Amerikanen die sinds vorig jaar de raceklasse bestieren. Niemand wist iets van die ontmoeting. Vaessen: ‘We zijn onder de radar begonnen om eerst de neuzen in de gemeente en provincie dezelfde kant op te krijgen. Anders gaat het later schuren.’

Tegelijk moest er subtiel een voet tussen de deur bij de Amerikanen worden gezet. ‘Assen? Where is that?’, was volgens Vaessen de eerste reactie van de F1-leiding toen in Londen het achttien pagina’s dikke bidbook in A3-formaat op tafel werd gelegd.

Breekpunt

Inmiddels weten de Amerikanen waar Assen ligt, benadrukt hij. Er kwam schot in het project na de circuitkeuring door Formule 1-wedstrijdleider Charlie Whiting. ‘Tot onze verbazing was het bijna meteen goed. Dat was belangrijk. Er was één keihard breekpunt: aan het motorcircuit mag niets veranderen’, zegt Vaessen.

Na de circuitkeuring stuurde de FOM eind juni een aantal medewerkers undercover naar de TT, die elk jaar ruim 160 duizend motorsportfanaten trekt. Zij keerden enthousiast terug, waarna de partijen bij de GP van Duitsland vorige maand in Hockenheim weer om tafel zaten. Begin september komt een FOM-delegatie op bezoek in Assen om de circuitfaciliteiten te inspecteren.

Vaessen: ‘Zij zijn erg geïnteresseerd in Nederland, hebben ze laten merken. Vanwege al die Verstappen-fans voelen zij ook druk om in Nederland een race te organiseren.’

Het neemt niet weg dat er nog veel horden moeten worden genomen, wil Verstappen daadwerkelijk op Drentse bodem racen. De op het oog grootste hindernis is geld. Vaessen draait er niet omheen dat het evenement peperduur is: ‘Ik zeg altijd: een miljoen euro per auto. Tel daar 15 procent aan organisatiekosten bij en je zit op zo’n 25 tot 30 miljoen euro per jaar.’

De stichting verwacht geen problemen met de financiering. Van Dam: ‘Er hebben zich al een paar partijen gemeld, waaronder een heel serieuze. Maar we kunnen pas praten als we weten wat er betaald moet worden.’

In het gunstigste scenario is in 2020 de eerste Formule 1-race op het TT-circuit. Bij voorkeur in april of mei, met een contract voor vijf jaar. Vaessen: ‘We hopen aan het eind van dit jaar duidelijkheid te hebben. Op dit moment zitten we in de fase dat we concrete toezeggingen nodig hebben om volgende stappen te kunnen zetten.’

Kapers op de kust

Racepromotor Van Dam weet uit ervaring dat er weinig zo veranderlijk is als de racerij. ‘Er zijn veel kapers op de kust en er is geen enkele garantie dat die race naar Nederland komt. Aan ons de taak er gewoon voor te zorgen dat Assen de beste plek is om naartoe te gaan.’

Het hart van Erik Scholten uit Meppel heeft hij in elk geval al veroverd. De motorsportliefhebber en fervent TT-bezoeker liep met zijn zoontje Daan, gekleed in een Rossi-shirt, zaterdag rond op de Racing Day. Scholten zou een Formule 1-race in Assen ‘supergaaf’ vinden. Vreemd vindt hij dat idee al een tijdje niet meer. Om de simpele reden: als het kan en mag, waarom niet?