© Frederik Beyens

BINNENKIJKEN. Een splinternieuwe loft in een oude zeepfabriek

Welke woning zoekt iemand die in een druk professioneel leven een rustpunt wil en tegelijk zijn passie mee naar huis brengt? Voor galeriehouder Brecht Callewaert was het even zoeken naar de juiste balans tussen werk en privé. Maar toen hij de loft in een oude zeepfabriek vond, wist hij het meteen: dit wordt mijn plek, hier is volop ruimte voor mijn favoriete kunst en kan ik toch het overzicht bewaren. Meer nog: de loft ligt in een bruisende buurt, maar als hij thuis is, weet niemand waar hij precies zit.

Suzanne Antonis

WONINGFICHE

Bouwjaar: oorspronkelijk een zeepfabriek, jaren zestig

Stijl: loft

Aankoop: 2011, instapklaar

Bewoonbare oppervlakte: 135 m²

Bijzonder: verbouwingsproject van VT4-programma The Block in 2006

Rust, transparantie en een goed overzicht waren voor Brecht enkele voorwaarden voor zijn nieuwe thuishaven. Zeven jaar geleden kocht hij in de buurt van het Falconplein een kwart van de zeepfabriek, die eerder in het VT4-programma The Block tot vier lofts werd verbouwd. Overdag leeft Brecht in de schijnwerpers als acteur en galeriehouder. “Maar nadien wil ik thuiskomen op een plek waarvan niemand weet dat die er is. Toch woon ik midden in de stad, in een buurt waar het reilen en zeilen van het oude schipperskwartier nog heel aanwezig is.”

© Frederik Beyens

Of Brecht hier blijft wonen? “Misschien niet, hoewel ik het een supertoffe omgeving vind waar dankzij het MAS en de ontwikkeling van het Eilandje veel beweegt en gebeurt. Ook zaken die het daglicht beter niet zien. Ik kom uit de buurt van Park Spoor Noord, wat twintig jaar geleden nog de stadsrand was. Voor ik deze loft kocht, heb ik even getwijfeld: wordt het platteland of stadscentrum. Dat ik hier ben terechtgekomen, is eerder toeval. Ik kan me niet binden aan één plaats. Er is zoveel te ontdekken en ik ben daar heel gretig in.”

© Frederik Beyens

Intussen heeft Brecht de loft wel aangenaam ingericht en is hij omgeven door zorgvuldig uitgekozen meubelstukken en schilderijen van kunstenaars die hij een warm hart toedraagt. Vanuit alle hoeken is alles te overzien. “Ik wilde geen huis met kamers”, zegt hij. “Voor mij zit gezelligheid niet in knusse hoekjes, maar in een overzichtelijke ruimte waarin de woonfuncties in elkaar overgaan. Niet alles hoeft in dezelfde stijl te zijn.”

Brecht plaatste designmeubels, zoals de DS32 divan van de Sede, naast afgedankte bioscoopstoeltjes uit Cinema Rex. Tegen de muur staat een scheepspiano die hij op een muziekbeurs vond. “Het mechanisme van de piano zit onderaan ingebouwd”, legt hij uit. “Dat was nodig om de piano op het schip stabiel te houden.”

Onder het glas van een lage roltafel - een decorstuk uit een toneelopvoering van NT Gent waar hij gespeeld heeft - legde Brecht een slangenvel dat een missionaris nog heeft meegebracht. In twee geknipt! “Zonde hé”, lacht hij. “Maar het was dat ofwel opbergen en dan heeft niemand er wat aan.” In deze eclectische combinaties zorgt de warme vloer van wengé voor verbinding. En wordt het toch weer een rustig geheel.

© Frederik Beyens

Samen met Yoeri Van Langendonck opende Brecht in 2012 een kunstgalerie in de Wolstraat. “Sinds kort runnen we ook een kunstencentrum in de buurt van Sint-Jacobs”, vult hij aan. “We focussen op de abstracte kunst van Belgische avant-gardisten uit de jaren vijftig en zestig, de generatie van G58 die in het Hessenhuis hier vlakbij opbloeide. De modernistische beeldtaal varieert van lyrisch abstract tot constructivistisch, waarin ook een selectie hedendaagse kunstenaars passen.”

“Dat is net het mooie aan abstracte kunst: ze overstijgt de grenzen van het figuratieve en kan in alle tijden gemaakt zijn. Het is meteen een vertaalslag naar een interieur, want abstracte kunst kan met alles gecombineerd worden. Voor mij moet het vooral een gevoel weergeven, als een zinderende spanning tussen vormen en kleuren.”

© Frederik Beyens

Van Hoeydonck

© Frederik Beyens

In de loft kregen onder meer Pol Mara, Guy Vandenbranden en Mark Verstockt een plaatsje. “Maar als je hier over een half jaar terugkomt, kunnen het weer heel andere kunstenaars zijn”, zegt Brecht. “Deze werken zijn niet bedoeld voor de verkoop, maar hebben een museale functie. We lenen ze uit voor tentoonstellingen en retrospectieven. Welk schilderij mijn favoriet is? “De tekening van Paul Van Hoeydonck. Het is een deel van een drieluik en de wetenschap dat de twee andere delen ook in goede handen zijn, maakt het voor mij zo speciaal. Paul Van Hoeydonck is trouwens de enige Belg van wie een kunstwerk op de maan is beland.”