Op woensdag 7 november gaf de Amerikaanse president Donald Trump in het Witte Huis een persconferentie over de resultaten van de tussentijdse verkiezingen in de Verenigde Staten. CNN-journalist Jim Acosta bleef toen doorvragen over de retoriek die Trump tijdens de verkiezingscampagne had gebruikt over de migrantenkaravaan. Hij wilde het ook nog hebben over het onderzoek naar de Russische inmenging in de presidentsverkiezingen van 2016, en weigerde de microfoon terug te geven aan een medewerkster van de president. Het Witte Huis trok daarop “tot nader order” de accreditatie van de journalist in.

CNN diende daarop een klacht in tegen de president en meerdere van zijn medewerkers en kreeg daarbij steun van andere media, waaronder Fox News. Volgens de nieuwszender was het intrekken van de accreditatie een schending van het Eerste en Vijfde amendement van de Amerikaanse grondwet.

LEES OOK. Nieuwszender CNN klaagt Trump en Witte Huis aan voor intrekken accreditatie van journalist

De door Trump aangestelde rechter Timothy J. Kelly besliste vrijdag dat de toegang van Acosta tot het Witte Huis onmiddellijk hersteld moet worden en hij zijn perspas al zeker tijdelijk moet terugkrijgen. Over de onderliggende zaak velde de magistraat nog geen oordeel, maar hij liet verstaan te denken dat CNN en Acosta ten gronde zullen winnen.

Kelly nam zijn beslissing op grond van het vijfde amendement en meende dat het Witte Huis Acosta niet in de vereiste procedure had betrokken om zijn perspas legaal in te trekken. De rechter liet echter de mogelijkheid open dat Trump en co de accreditatie opnieuw intrekken op basis van zo’n procedure.

Woordvoerster Sarah Sanders van het Witte Huis zei dat Acosta zijn perspas tijdelijk terugkrijgt. Maar er komen “regels en procedures om in de toekomst eerlijke en ordentelijke persconferenties te verzekeren. Er moet decorum zijn in het Witte Huis”, zo citeerde CNN haar.

“Laat ons terug aan het werk gaan”, was het korte commentaar van een duidelijk opgeluchte Acosta.