Direct naar artikelinhoud
Vier vragen

“Beginnende lopers willen meteen anderhalf uur lopen. Dat is vragen om letsels”

Vier vragen aan sportarts Ruben De Gendt
Beeld Thinkstock

Na de eerste dagen zonder winterjas en het voorzichtige doorbreken van een zonnetje, knopen veel mensen terug hun loopschoenen aan. Een groot deel onder hen hoopt zich nog te kunnen klaarstomen voor een marathon later op het jaar. Vier vragen aan sportdokter Ruben De Gendt (UZ Gent) over die ambities.

We zien steeds meer sportletsels bij recreatiesporters. Hoe komt dat? 

“In absolute aantallen zien we inderdaad een stijging in het aantal sportletsels. Maar het is moeilijk te beoordelen of er ook een relatieve stijging is: het aantal recreatieve sporters stijgt gewoon. In het algemeen zien we de laatste tien tot vijftien jaar een enorme toename van mensen die beginnen sporten. De impact van sociale media en apps als Strava valt daar niet te negeren: mensen jagen elkaar aan om te beginnen.

“Die evolutie richting meer beweging is zeker goed, maar het moet wel gebeuren met de juiste mindset. Te vaak gebeurt dat nu nog op een roekeloze manier.”

Wat is die juiste mindset voor een beginnend sporter dan?

“Er zijn een aantal zaken belangrijk. Neem nu bij het lopen: daar is het zaak van de intensiteit op de juiste manier op te bouwen. Je moet eerst werken aan de frequentie, dan de duur van je loopje en pas achteraf kan je er aan denken om de intensiteit op te bouwen.

“De meeste beginnende lopers doen het net omgekeerd. Ze kunnen slechts één keer per week gaan lopen en proberen dan direct om anderhalf uur te lopen. Tja, dat is vragen om letsels.

“Anderzijds, je ziet heel wat mensen die beginnen trainen voor een marathon. Als zij op een bepaald moment klagen over pijn of last hebben van letsels, tja, dat maakt deel uit van zo’n voorbereiding. Al geldt ook voor hen dat te veel mensen direct trainen op een marathon zonder hun lichaam te laten wennen aan het lopen. Ik zeg altijd dat je je eigenlijk moet voorbereiden op de voorbereiding op een marathon.

‘De meeste beginners lopen één keer per week en dan direct anderhalf uur lang. Dat is vragen om letsels’
Ruben De Gendt, sportarts

“Mensen die nu voor het eerst hun loopschoenen aandoen en hopen zich te kunnen klaarstomen voor de marathons voor dit voorjaar: vergeet het maar. Wedstrijden in september of oktober halen, dat is misschien mogelijk.”

Over wat voor letsels hebt u het dan?

“Dat zijn de meest banale verschijnselen hoor, alles wat wijst op een overbelasting. Het is niet zo dat je direct een kapotte knie zult hebben.

“Je moet er mee rekening houden dat je hart en longen zich sneller zullen aanpassen als je begint met lopen. Pas nadien volgen je spieren, pezen en botten. Het kan dus goed zijn dat het na een paar weken al voelt alsof je lichaam lange en intensieve trainingen aankan, en pas na een paar maanden het signaal volgt dat het te veel was.”

‘Ik zeg altijd dat je je eigenlijk moet voorbereiden op de voorbereiding op een marathon’
Ruben De Gendt, sportarts

Hand in hand met die evolutie wordt de recreatieve sporter steeds professioneler. Zowat iedereen loopt nu met een hartslagmeter.

“Inderdaad. Neem nu de inspanningstesten, die ikzelf ook uitvoer: ook daar zien we dezelfde evolutie. In 10 jaar tijd zijn er heel veel instanties zo’n test gaan aanbieden. 

“Op zich vind ik dat geen slechte zaak hoor. Eigenlijk is dat voor iedereen aangewezen, van de professionele tot de recreatieve sporter. Zo’n test bakent de trainingslimieten voor het hart af. Het achterliggende idee is dat 80 tot 90 procent  van de training rustig gebeurt en slechts af en toe de intensiteit wordt opgedreven.”