Direct naar artikelinhoud

De werkelijkheden van de omstreden schilder Pyke Koch

Pyke Koch - Zelfportret met zwarte band (1937)Beeld Centraal Museum Utrecht

De kunst van Pyke Koch is lang overschaduwd door de nationaal-socialistische sympathieën van de jaren dertig. Het Centraal Museum te Utrecht legt nu de nadruk op de kunst van de omstreden schilder. 

Zeven postzegels ontwierp Pyke Koch in 1943. Een postzegel met een ruiter, eentje met zwanen, en zo nog vijf andere. Samen vullen ze nog geen ansichtkaart. maar ze zorgen er wel voor dat de Utrechtse kunstenaar in 1950 wordt veroordeeld als collaborateur - hij mag zijn werk een jaar niet tentoonstellen. De afgebeelde dieren en andere tekens waren namelijk Germaanse symbolen, zoals ze eind 1941 te zien waren bij de tentoonstelling 'Eeuwig Levende Teekens' in Den Haag. En de opdracht kreeg Koch van de inmiddels door de NSB gecontroleerde posterijen.

Die collaboratie zou nog steeds een struikelblok kunnen zijn, het Centraal Museum in Utrecht laveert er handig omheen in de grote overzichtstentoonstelling over Pyke Koch (1901-1991) die afgelopen weekend opende. Precies zoals de kunstenaar dat zelf ook deed.

Geen standaardkunstenaar 

Koch is geen standaardkunstenaar. Hij wordt in 1901 geboren in een gegoed huisartsengezin in Beek bij Nijmegen. Hij wil naar het conservatorium voor een vioolstudie, maar zwicht voor de druk van zijn familie en studeert rechten in Utrecht, de stad waar hij de rest van zijn leven zal blijven. Pas als hij zijn doctoraalexamen moet doen, in 1927, pakt hij voor het eerst serieus een penseel en olieverf. Niet zonder succes: een jaar later toont hij al twee schilderijen bij een expositie in Amsterdam.

Zijn hele leven zal hij langzaam, bedachtzaam schilderen, nog geen drie schilderijen per jaar - in totaal zijn er zo'n 120 schilderijen bekend, met vaak 'dubbelen', variaties op een compositie. Inspiratie krijgt hij in eerste instantie van het straatleven in de Utrechtse binnenstad, de films die hij daar ziet - een knalgroen portret van de filmster Asta Nielsen - en Duitse kunstenaars van de jaren twintig, zoals de spottende karakterschetsen van Georg Grosz. Later komt daar zijn persoonlijke leven bij.

De tekst loopt verder onder de foto

Ruiter te paard, één van de postzegels in de omstreden serie Germaanse symbolen die Pyke Koch ontwierp.

Urinoir

In de catalogus laat een grondig essay zien dat Pyke Koch achteraf bewust een aantal 'dwalingen' probeerde recht te zetten

In Utrecht is de tentoonstelling in drieën gedeeld, met werk van hemzelf en tijdgenoten, volgens de meest logische stappen voor, tijdens en na de oorlog, met meer achtergronden op de bovenverdiepingen. Voor de oorlog maakt hij portretten met grote ogen à la Charley Toorop. Koch neemt je ook mee naar de achterbuurten, en maakt nieuwsgierig: op één schilderij uit 1930 lukt het hem zelfs een urinoir zo te schilderen dat je wil weten wat er binnen gebeurt.

Wat gebeurde er in het hoofd van Koch? Het is de grote vraag bij zijn zelfportret met zwarte band, uit 1937. Was de band een uiting van Kochs sympathie voor de fascisten? In 1938 kreeg het Centraal Museum het cadeau vanwege het 100-jarig bestaan, het werd geroemd vanwege de schilderkunstige kwaliteit. Maar in januari 1942 belandde het op het eerste nummer van De Schouw, het tijdschrift van de (nationaal-socialistische) Kultuurkamer. Was Koch het daar mee eens? In de catalogus laat een grondig essay zien dat de kunstenaar achteraf heel bewust een aantal 'dwalingen' probeerde recht te zetten. Zo was hij sinds 1934 lid van het extreem-rechtse Verdinaso, wat hij later in een van zijn spaarzame interviews zou ontkennen, en vernietigde hij het openlijk fascistische zelfportret 'Marschgezang' uit 1940. In de tentoonstelling is het de kunst zelf die naargeestige schaduwen werpt.

Schoorsteenveger

Ook twee portretten van een 'Staande schoorsteenveger' doen de wenkbrauwen fronsen. Waren dit de mannen die het land 'schoon' moesten vegen?

Zo is er naast het zelfportret het levensgrote portret van Heddy de Geer uit 1940, de vrouw die sinds 1934 Kochs echtgenoot is. En wier vader tot de oorlog minister-president was. Het schilderij kwam als enig werk in een tentoonstelling in Utecht te hangen in 1940, Koch had de muren zwart laten verven. Ook twee portretten van een 'Staande schoorsteenveger', poserend als een mannequin, doen de wenkbrauwen fronsen. Waren dit de mannen die het land 'schoon' moesten vegen?

Het is is alsof Koch pas na de oorlog het licht ziet. Hij schildert, mede beïnvloed door zijn verblijf in Italië eind jaren dertig, bijna doorzichtige portretten in de stijl van Renaissancekunstenaar Piero della Francesca. En hij schildert tuinen, gras, gecontroleerde natuur. Soms met mensen, vrouwen, vaak met openlijk of verhulde verwijzingen naar erotiek of het ontbreken daaraan.

Magisch realisme wordt het genoemd, in één adem met Carel Willink. Net als bij de surrealisten slingeren er hier en daar voorwerpen rond die er bewust moeten zijn achtergelaten: een kapotte waterpomp, een croquetpaaltje, een naaimachine, een golfbaan. Aan zijn laatste werk, 'De koorddanser', werkte hij zeven jaar, tot 1984. In een armoedige kamer, met een trap naar boven en eentje naar beneden, balanceert een koorddanser. Zijn zicht is beperkt door een doek, links suggereert een hoorn grammafoonmuziek. Een verblinde evenwichtskunstenaar die balanceert boven de rauwe werkelijkheid: het was Kochs laatste zelfportret.

Met deze tentoonstelling brengt het Centraal Museum een mooi eerbetoon aan de kunstenaar Pyke Koch, inclusief, gepast op de achtergrond, de politieke mitsen en maren. In de stad Utrecht, waar Koch zijn hele kunstenaarsleven aan de Oudegracht 341 woonde en werkte, is zijn invloed trouwens ook permanent aanwezig: in de door hem in 1950 ontworpen straatlantaarns.

De wereld van Pyke Koch is tot 18 maart 2018 te zien in het Centraal Museum in Utrecht.  ★★★★☆

Pyke Koch, Vrouwenportret (portret van H.M. Koch-de Geer) (1940)Beeld Centraal Museum, Utrecht
'Vrouwenportret', een portret van zijn vrouw Heddy de Geer, uit 1940.Beeld scan van dia 4x5 inch