Oeigoeren ontsnappen via dekens en tunnels uit gevangenis
Twintig Oeigoerse Chinezen zijn ontsnapt uit een gevangenis in Thailand. Dat deden ze door tunnels te graven en door met aan elkaar geknoopte dekens naar buiten te klimmen, aldus de Thaise autoriteiten.
De Oeigoeren zaten gevangen in de zuidelijke provincie Songkhla, dicht bij de grens met Maleisië. Ze waren als buitenlanders zonder de juiste papieren aangehouden. Ze identificeerden zichzelf als Turkse burgers, maar Thailand erkent die claim niet. Waarschijnlijk waren ze via Zuid-oost-Azië op weg naar Turkije.
In de westelijke Chinese provincie Xinjiang leven veel Oeigoeren. Zij zijn moslim en voelen zich verwant met de Turken. Binnen China worden ze ernstig gewantrouwd omdat sommige Oeigoeren naar onafhankelijkheid van Xinjiang streven en af en toe ook aanslagen plegen.
De Chinese overheid heeft de druk op de Oeigoeren de afgelopen jaren sterk opgevoerd. De politie en de geheime diensten houden de bevolking in Xinjiang onder strikt toezicht en de Oeigoeren zeggen dat zij gediscrimineerd worden door de dominante bevolkingsgroep, de Han-Chinezen.
Nadat eerder al hoofddoeken en lange baarden verboden waren door Peking, moesten de Oeigoeren in september naar eigen zeggen ook hun korans inleveren. Maar volgens de Chinese regering is dit een misverstand, zij zou slechts het extremisme willen bestrijden.
In totaal ontsnapten 25 Oeigoeren uit de Thaise gevangenis. Vijf van hen zijn snel weer opgepakt, de rest is voortvluchtig. De Oeigoeren waren de laatst overgeblevenen van een groep van tweehonderd, die in 2014 werd gearresteerd.