Direct naar artikelinhoud
NieuwsBadminton

In Minsk kun je een shuttle horen vallen, maar voor Mark Caljouw staan de Spelen op het spel

Badmintonner Mark Caljouw wil zich plaatsen voor de Olympische Spelen in Tokio. Dat het bij de Europese Spelen in Minsk aan een kolkende arena ontbreekt, doet hem weinig. Hij heeft alle punten nodig.

Mark Caljouw tijdens de Dutch Open in 2017.Beeld Klaas Jan van der Weij / de Volkskrant

Zijn moeder roept voortdurend aanmoedigingen. Goed, Mark. Kom aan, Mark. Het is een wat eenzame stem. Vriendin Line Kjaersfeldt kan zich er vocaal ook niet mee bemoeien, want zij, de nummer één van Europa, staat op het aanpalende veld haar poulewedstrijd te spelen. Met zijn Deense coach, Jonas Lyduch, kan Mark Caljouw zelfs half-fluisterende onderonsjes hebben, als de shuttle op de grond ligt.

De Europese Spelen van Minsk bieden geen kolkende arena voor het badmintontoernooi. Wit-Russen zijn van krachtsporten, van worstelen, sambo of boksen, maar niet van het spel met de pluimbal. Half juli zal dat anders zijn, weet Caljouw, de nummer 30 van de wereld, Dan treedt hij aan bij de Open Indonesische in Jakarta, waar horen en zien de speler vergaan.

‘Het is een van de drie Super-1000 toernooien, met de All England en de Chinese Open. Ze zijn vergelijkbaar met de Grand Slams uit het tennis. Jakarta is voor iedere badmintonner zijn of haar favoriete toernooi. De duizenden mensen staan daar op de banken. Je kunt je zelf of je coach niet horen. Dat is echt een groot verschil met Europa. Zoals hier in Minsk. Als je in Azië speelt, dan voel je jezelf een stervoetballer. Je wordt met een politie-escorte naar de hal gebracht’, vertelt Caljouw na zijn drie gewonnen poulewedstrijden in de feestzaal van het Marriott-hotel, voor de gelegenheid omgebouwd tot sportarena.

De 24-jarige Rijswijker, vier jaar geleden nog niet in beeld voor de Europese Spelen van Bakoe, neemt het evenement in Minsk uiterst serieus. ‘Het is een 300-toernooi. Dat is redelijk hoog. Hier zijn punten te verdienen voor de wereldranglijst. Die is beslissend voor de olympische kwalificatie.’

Zware concurrentie

Zoals de zaken er nu voor staan, gaat Caljouw naar de Spelen, de eerste Nederlandse single-speler sinds 1996, toen Jeroen van Dijk in Atlanta op het veld van 13 bij 5 meter zijn carrière glans gaf. Caljouw staat op de geschoonde wereldranglijst – twee per land – precies 20ste.

‘NOCNSF is coulanter geworden en heeft plaatsing iets gemakkelijker gemaakt voor onze sport, zeker voor de singles. Ze hebben ons vier plekjes extra gegeven. Top-16 is nu top-20. Onze vorige technisch directeur Claus Poulsen heeft ze duidelijk gemaakt hoe zwaar de concurrentie is in onze sport. China, India, Indonesië, Japan, Taiwan, Denemarken, allemaal toplanden die twee spelers mogen sturen. China laat zelfs drie spelers uit de top-30 thuis. Over mijn situatie: je moet een keer op de Spelen zijn geweest om de volgende keer beter te kunnen presteren.’

De Europese Spelen zijn de kleine Olympische Spelen, met een atletendorp en een verzameling van vijftien sporten in dertien stadions. De badmintonploeg wordt strak gehouden. Caljouw: ‘Ik houd erg van andere sporten, maar ik heb nog nergens op de tribune gezeten. Kan niet, mag niet van de coach. We trainen ook nog twee keer per dag. Alleen als het toernooi onverhoopt voortijdig eindigt, dan ga ik een andere sport bekijken. Maar toerist zijn, dat is absoluut verboden.’

Zijn coach is de Deen Jonas Lyduch, die na de Europese Spelen teruggaat naar zijn land. Zijn familieleven leed onder het verblijf in Nederland. ‘Ik was heel goed met zijn voorganger, Rune Massing, maar sinds de coachwissel is het goed gegaan. Weet niet of dat door de coach is gekomen, maar alles viel daarna op zijn plek. Ik ben heel erg omhoog gegaan. Ik kan tegen de subtop en de wereldtop spelen. Ik ben ook serieuzer geworden in mijn sportbeleving. Materiaal, video, niet voor de lol tv kijken, maar proberen te leren en beter te worden. Sinds een tijdje is het elke procent pakken om beter te worden.’

Caljouw, een krachtspeler met een forse smash, verblijft veel in Denemarken. Hij speelt voor het clubteam van Slagelse, de Deense kampioen, en hij mag meetrainen met de Deense nationale ploeg. Lyduch ontvangt bovendien hem en Joran Kweekel in Denemarken. ‘Jonas is gelukkig aangebleven als projectcoach. Nu van coach veranderen, kort voor de Spelen, zou niet goed zijn geweest. Ik ben blij met deze oplossing.’

Op de centen passen

Het Nederlandse badminton moet sinds 2012, toen NOCNSF de bond buiten het olympische kader plaatste, zeer op de centen passen. ‘Een extra overstap als we naar een ver land vliegen. Om geld te besparen. Maar we kruipen sinds kort uit dat dal.’ Caljouw heeft nooit, als collega’s, bij de Albert Heijn gestaan om flessen in te zamelen voor statiegeld. ‘Dat vond ik een beetje te ver gaan.’ Hij leunde op zijn vader en moeder en nu op een aantal sponsors.

De fijnste wijze van geld verdienen gebeurde in India, waar Hyderabad Hunters hem vorig jaar op een veiling voor tien mille kocht om uit te komen in de Premier Badminton League. Volle zalen met Kerst en Nieuwjaar. Hij, de nummer drie van de plaatsingslijst in Minsk, kreeg er een bijnaam: Mark the Man. Het publiek in India? ‘Ook op de banken.’